§3.2 Wie is de baas?

§3.2 Wie is de baas?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§3.2 Wie is de baas?

Slide 1 - Slide

Vandaag
1.  Begrippen doornemen §3.1
2. Lesdoelen
4. Bespreken §3.2
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een rekening

Slide 3 - Quiz

Wat is arbeidsmarkt?
A
Alle vraag en aanbod van arbeid.
B
Alle mensen die werk zoeken.
C
Mensen van 15 jaar tot pensioen die werken.
D
Alle vacatures bij werkgevers.

Slide 4 - Quiz

Pia werkt 25 uur als postbode. Wat voor baan heeft Pia?
A
parttime (deeltijd)
B
fulltime (voltijd)
C
Een vervelende baan
D
Een schaatsbaan

Slide 5 - Quiz

Scholing is ......
A
De vervelende regel dat je naar school moet tot je 18e.
B
Een opleiding waarin je leert voor een baan.
C
Meerdere scholen bij elkaar.
D
Een school van de ING-bank.

Slide 6 - Quiz

Arbeidsverdeling is belangrijk omdat:
A
Het werk dan in balans is.
B
Het salaris dan beter wordt verdeeld.
C
De werknemer kan doen waar hij/zij goed in is.
D
Er meer aanbod van werk is.

Slide 7 - Quiz


Arbeidsverdeling
  • In een bedrijf heeft elke baan zijn eigen taken. Dit noemen we arbeidsverdeling. 
  • Dankzij een goede arbeidsverdeling stijgt de productie: werknemers kunnen specialiseren.

Slide 8 - Slide

Doelen vandaag
  • je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer
  • je weet wat een arbeidsovereenkomst is
  • Je weet wat een proeftijd is (volgende les)
  • je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen (volgende les)

Slide 9 - Slide

Werkgever en werknemer
Werkgever
Werknemer

Slide 10 - Slide

Arbeidsovereenkomst

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Rekenen uitleg
Als je een percentage % van iets moet uitrekenen, kan je het beste het getal delen door 100 en dan keer het gevraagde percentage doen. 
Voorbeeld --> 

Slide 13 - Slide

Rekenen / oefenvraag
Een nieuw PS spel kost overal €60. MediaMarkt geeft een tijdelijke korting van 15%. 
1. Hoeveel korting geeft MediaMarkt?
2. Wat is de nieuwe prijs bij MediaMarkt?
Tip: reken eerst terug naar 1% en dan het gevraagde %

Slide 14 - Slide

Prijs = €60
MediaMarkt geeft 15% korting
Het kortingsbedrag is:
A
€60 : 100 x 15 = €9
B
€60 : 15 = €4
C
€60 - 15 = €45
D
Geen idee :(

Slide 15 - Quiz

Een nieuw PS spel kost bij de MediaMarkt:
A
€60 - €51 = €9
B
60 - 4 = 56
C
€60 - €9 = €51
D
Ik weet het nog steeds niet, ik zie u bij bijles meneer :D

Slide 16 - Quiz

Zelfstandig werken
Doen: maak de opgaven 18 t/m 23 uit §3.2 op blz. 100 + 101
Dit is huiswerk voor maandag 19 december 

Vragen? Zacht overleggen met buur of vinger opsteken voor docent

Klaar? Laat zien en je mag iets voor jezelf gaan doen

Slide 17 - Slide

Proeftijd
  • staat in je arbeidsovereenkomst
  • 1 of 2 maanden
  • bij een contract van 6 maanden geen proeftijd
  • in de proeftijd kun je ook zelf het contract opzeggen

Slide 18 - Slide

Rechten en plichten
Twee soorten arbeidsovereenkomsten:

  • de vaste arbeidsovereenkomst (zonder einddatum);


  • de tijdelijke arbeidsovereenkomst (met einddatum).


Flexwerkers hebben een tijdelijke arbeidsovereenkomst.

Slide 19 - Slide

Vaste baan
Tijdelijke baan
Flexibele baan
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
Oproep baan
Uitzend baan

Slide 20 - Slide