3 feb Arm en Rijk les hoofdstuk 1 paragraaf 4

1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag 1.4
o      Ik kan verklaren hoe het kan dat in een land met voldoende regen zo veel mensen ondervoed zijn

o    Ik  weet wat donorlanden en Ethiopië zelf doen om de voedselzekerheid te vergroten



Slide 2 - Slide

Herhaling  1.3
o       Je kunt de verschillen in de mondiale voedselvoorziening verklaren

o    Je weet in hoeverre globalisering en technische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie en consumptie


Slide 3 - Slide

Verklaar de verschillen in de mondiale voedselvoorziening.

Slide 4 - Open question

Antwoord
Rijkere landen hebben vaak meer geld en hierdoor technologische kennis voor betere en hogere productie dan ontwikkelingslanden. Bovendien beschikken ze vaak over een betere infrastructuur. Dit maakt de positie van boeren in ontwikkelingslanden slechter. Zeker als er dan ook nog oneerlijke concurrentie is.

Slide 5 - Slide

Leg uit in hoeverre globalisering en technische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie en consumptie

Slide 6 - Open question

Er is sprake van een globaliserende landbouw. Producten komen uit de hele wereld. Technische ontwikkelingen vergroten de productie en consumptie. Rijkere landen profiteren hier meer van vanwege hun grotere kennis en financiële mogelijkheden. Hierdoor kunnen beter en goedkoper produceren. Dit kan ten kosten gaan van de productie in ontwikkelingslanden

Slide 7 - Slide

Kwantitatieve honger
Hongersnood
Kwalitatieve honger
Ondervoeding
(Acuut) gebrek aan voedsel
langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
te weinig eiwitten en/of vitaminen
voortdurend te weinig of te eenzijdig eten 

Slide 8 - Drag question

Definities
Honger lijden = iemand die niet in staat is om voldoende voedsel van goede kwaliteit te eten.
Kwantitatieve honger = langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
Hongersnood = (acuut) gebrek aan voedsel
Kwalitatieve honger = te weinig eiwitten en/of vitaminen
Ondervoeding = voortdurend te weinig of te eenzijdig eten  

Slide 9 - Slide

Ondervoeding = termijn moordenaar, 800 miljoen mensen ondervoed bijna allemaal in ontwikkelingslanden
Gevolgen ondervoeding:
-    Kindersterfte, groeistoornissen, arbeidsongeschiktheid, een laag inkomen
-    Kost 220 miljoen arbeidsjaren, hiermee daalt productiviteit en consumptie en vormt een enorme kostenpost van in de miljarden Euro’s.
-    VN : recht van voedsel zekerheid in de universele verklaring van rechten van de mens:. Elke mensen heeft recht op genoeg en kwalitatief voedsel.


Slide 10 - Slide

Globaliserende landbouw

-    Producten komen uit de hele wereld
-    Belangrijkste voedselgranen zijn tarwe en mais, mede omdat ze goed houdbaar zijn.

Slide 11 - Slide

Welke hoort niet tot de voorwaarden van de Transport Theorie van Ullman
A
Complementariteit
B
Transporteerbaarheid
C
Invoertarieven
D
Tussenliggende mogelijkheden/ hindernissen.

Slide 12 - Quiz

Transport theorie Ullman: Vervoer komt alleen tot stand als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1.    Complementariteit : tussen 2 gebieden heeft: een tekort en een ander een overschot. Probleem kan zijn geen geld om te betalen of het voedsel komt niet op de juiste plek.
2.    Transporteerbaarheid. Probleem  is vaak dat binnenlandse infrastructuur in ontwikkelingslanden gebrekkig is.
3.    Het bestaan van tussenliggende mogelijkheden/hindernissen. Een hindernis kan bijvoorbeeld zijn politieke onwil, etnische conflicten, een logistiek probleem, etc.

Slide 13 - Slide

Welke hoort er niet bij. Het westen voert oneerlijke concurrentie met landen in Afrika vanwege
A
Subsidies eigen landbouw
B
Het gebruik van dollars als munteenheid.
C
Dumping op in Afrikaanse landen
D
Invoertarieven op buitenlandse producten

Slide 14 - Quiz

Oneerlijke concurrentie van Westerse landen:
-    Subsidies voor hun producten: hierdoor kunnen bedrijven investeren, dit leidt tot een hogere productiviteit en grotere hoeveelheden. Hierdoor wordt de eigen productie te duur in Ontwikkelingslanden
-    Dumping: overschotten worden onder de voedselprijs verkocht in noodlijdende landen. Hierdoor kunnen deze eigen productie niet opbouwen en blijven ze afhankelijk van het westen
-    Invoertarieven: westerse landen heffen invoertarieven om eigen producten te beschermen terwijl van andere landen vrijhandel vragen.

Slide 15 - Slide

Kies de stelling die fout is.
A
Genetische modificatie droeg bij aan de groene revolutie
B
De Groene Revolutie maakte gebruik van high yield varieties
C
Voor de nieuwe gewassen waren er meer bestrijdingsmiddelen en water nodig
D
De groene revolutie kan leiden tot minder voedsel voor inwoners.

Slide 16 - Quiz

Groene Revolutie: nieuwe gewassen (high yield varieties). Leidde tot verdubbeling opbrengst wereldwijd in 30 jaar. Let op dit is niet gebeurd met genetische modificatie manipulatie.
Nadelen groene revolutie:
-    Vergroot ongelijkheid en verarming op het platteland
-    Verlies duurzame traditionele landbouw & oude gewassen
-    Meer water & bestrijdingsmiddelen nodig
-    Grote boeren hebben betere toegang tot nieuwe productiemiddelen
-    Gericht op markt en export. Kan minder voedsel voor inwoners opleveren.

Slide 17 - Slide

Genetische modificatie/manipulatie. Kies de stelling die niet waar is.
A
Hiermee kan je ideale gewassen creëren.
B
Minder bestrijdingsmiddelen nodig.
C
De machtspositie multinationale ondernemingen neemt toe.
D
Het is meestal goedkoper.

Slide 18 - Quiz

Genetische modificatie: aanpassen erfelijke eigenschappen.
Voordelen: hiermee kan je ideale gewassen creëren. Bijvoorbeeld droogteresistente gewassen. Minder bestrijdingsmiddelen nodig.
Nadelen: machtspositie multinationale ondernemingen neemt toe. Dit maakt  weer afhankelijk en het is vaak duurder. Gevolgen op langere termijn zijn niet bekent. Is het wel ethisch verantwoord?

Slide 19 - Slide

Verdelingsprobleem
-    Er is genoeg voedsel
-    Nodig : betere spreiding van de welvaart, verbetering distributie, verbetering waarschuwingssystemen, verbetering infrastructuur, rechtvaardiger handels politiek, ontwikkeling van de voedsellandbouw.

Slide 20 - Slide

Nuttige/effectieve neerslag
Waterproblemen Ethiopië:
  • Veel verdamping
  • Variatie in hoeveelheid en intensititeit
  • Bij heftige buien veel water ongebruikt
  • Variatie ruimtelijke neerslag (waar het valt)
  • Onzekerheid over de gevolgen van de verandering van het klimaat

Slide 21 - Slide

Politiek instabiliteit problematisch voor voedselvoorziening
Vanaf 2016 weer spanningen tussen etnische groepen. Tigray worden voorgetrokken ten koste van grote etnische groepen als de Amhara en Oromo. Demonstraties worden tegen het beleid worden hard onderdrukt.
45 %  onder armoede grens
20 % afhankelijke van voedselhulp

Slide 22 - Slide

Economie
45 %  onder armoede grens
20 % afhankelijke van voedselhulp
Regionale verschillen groot
Isolement platteland: veel armoede en onwetenheid.

Slide 23 - Slide

Gezondheid
Vicieuze cirkel: slecht voeding, minder arbeidskracht, minder productie, slecht voeding, etc
1/3 geen of slecht drinkwater
aids 1 op 30 HIV positief

Slide 24 - Slide

Buitenlandse hulp: noodhulp
Acute hongersnood:
  • Noodhulp = humanitaire hulp --> beperkt in tijd, ruimte en omvang & officieel verzoek nodig
  • voedselhulp soms haaks op ontwikkeling, redt levens, vaak geen overzicht nood, creëert afhankelijkheid en dus vijand voedselzekerheid. Dus tegenstrijdig.

Slide 25 - Slide

Buitenlandse hulp: ontwikkelingshulp
Niet genoeg voedsel voor eigen bevolking dus.
  • Ontwikkelingshulp:
  •  --> structurele hulp --> Lange termijn ontwikkeling = ontwikkelingssamenwerking, programmahulp = alle gelden voor de ontwikkeling
  • NGO --> projecthulp -->  concrete thema's (scholing etc.)

Slide 26 - Slide

Ethiopië
1/3 structurele hulp --> landbouw, infrastructuur en gezondheidszorg
1/3 noodhulp van met name VS en EU
Kritiek:  heersende klasse helpt eerst eigen etnische groepen & gaat ten koste van zelfredzaamheid en ontwikkeling

Slide 27 - Slide

Wat doet Ethiopië zelf
  • 1/3 BBP --> stuwdam --> water (irrigatie) & electriciteit--> irrigatie zorgt voor diversificatie (soorten gewassen) --> daling risico's --> meer voedselzekerheid
  • Grondherstel : 400.000 ha: meer geld, meer water, meer opbrengst en kennis boeren vergroot
  • Industrialisatie via ontwikkelingslandbouw--> meer ...
  • Betere monitoring voedsel situatie; hulp noodlijdende mensen & voor voor werk programma's
  • Geld in plaats van voedsel

Slide 28 - Slide

o      Ik kan verklaren hoe het kan dat in een land met voldoende regen zo veel mensen ondervoed zijn

o    Ik  weet wat donorlanden en Ethiopië zelf doen om de voedselzekerheid te vergroten

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Verklaar hoe het kan dat in een land met voldoende regen zo veel mensen ondervoed zijn

Slide 31 - Open question

- Veel regen is niet nuttig/ effectief, verlaagt de productie
- Veel van de producten bereiken de markt niet door gebrekkige infrastructuur, politiek conflicten en het ontbreekt aan kennis.

Slide 32 - Slide

Vertel wat donorlanden en Ethiopië zelf doen om de voedselzekerheid te vergroten

Slide 33 - Open question

Donorlanden: voedselhulp bij hongersnood (noodhulp). Structurele hulp ontwikkeling land met gelden en projecthulp met thema's (bijv. educatie, kinderbescherming etc.)

Ethiopië- Stuwdammen voor water & electriciteit, grondherstel, industrialisatie via ontwikkeling landbouw, betere monitoring voedselsituatie, geld vragen ipv voedsel

Slide 34 - Slide