Hoofdstuk 4.3 - Les 2

Welkom bij Nask

Klas 1

Hoofdstuk 4 - Geluid
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nask

Klas 1

Hoofdstuk 4 - Geluid

Slide 1 - Slide

Wat is frequentie?
Frequentie = Het aantal trilling in één seconde 

De eenheid is Hertz (Hz)

Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon klinkt.

Slide 2 - Slide

Hoge en lage tonen

Slide 3 - Slide

Welke tonen kun jij horen?
Ondergrens
De laagste toon die een mens kan horen is 20 Hz

Bovengrens
De hoogste toon die een mens kan horen is 20.000 Hz
Hoe ouder je wordt, hoe lager de bovengrens.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe hoger de toon, hoe hoger de ...
A
Geluidssterkte
B
Frequentie
C
Spanning
D
Temperatuur

Slide 6 - Quiz

Wat is de laagste frequentie die de mens kan horen?
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
20000 Hz

Slide 7 - Quiz

Vul in: Als je ouder wordt, kun je .... tonen steeds slechter horen.
A
harde
B
zachte
C
lage
D
hoge

Slide 8 - Quiz

Alles wat geluid maakt, noem je een geluid-bron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 10 - Quiz

Geluid in de ruimte
Hoe klinkt het geluid van de gitaar op de maan?
A
Hetzelfde als op aarde.
B
Zachter dan op aarde.
C
Je hoort de gitaar niet.
D
Hoger dan op aarde.

Slide 11 - Quiz

Geluid wordt gemaakt door een geluids-bron.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Welk geluid trilt vaker per seconde: een hoog geluid of een laag geluid?
A
Hoog geluid.
B
Laag geluid.

Slide 13 - Quiz

Geluid is
A
Een geluid, iets wat je proeft
B
Een trilling, iets wat je hoort.

Slide 14 - Quiz

In een fabriek is soms schadelijk geluid.
Wat is schadelijk geluid?
A
Geluid dat boven de gehoor-drempel licht
B
Geluid dat uit een mp3-speler komt
C
Schadelijk geluid is hetzelfde als hinderlijk geluid.
D
Geluid dat je gehoor kan beschadigen.

Slide 15 - Quiz

Om geluidsoverlast van snelwegen tegen te gaan worden er geluidsschermen geplaatst.
Hierbij verminder je de geluidsoverlast
A
bij de bron
B
tussen de bron en ontvanger
C
bij de ontvanger
D
A,B en C zijn juist

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van een geluidswal?
A
Het creëren van een visueel aantrekkelijke structuur
B
Het vergroten van de geluidsoverlast
C
Het versterken van het geluid
D
Het verminderen van geluidsoverlast voor omwonenden

Slide 17 - Quiz

Geluidssterkte
A
dB
B
Hz

Slide 18 - Quiz

Hoe kleiner de amplitude (geluidssterkte), hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 19 - Quiz

Geluidssterkte meet je met een ........
A
Decibelmeter
B
Oscilloscoop
C
Toongenerator

Slide 20 - Quiz

Wat is de laagste frequentie die de mens kan horen?
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
20000 Hz

Slide 21 - Quiz

Wat bepaalt de toonhoogte van een geluid?
A
amplitude
B
frequentie
C
geluidsterkte
D
toonhoogte

Slide 22 - Quiz

Op een oscilloscoop zie je een golvende lijn van een geluid. Hoe noem je het aantal golven per seconde?
A
amplitude
B
frequentie
C
toonhoogte
D
trillingstijd

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de uitslag van de trilling van een stemvork?
A
Frequentie
B
Toonhoogte
C
Evenwichtsstand
D
Amplitude

Slide 24 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 25 - Quiz

Een toon met een hoge frequentie herken je op een oscilloscoop door...
A
Hoge golven
B
Lage golven
C
Veel golven
D
Weinig golven

Slide 26 - Quiz