10.1 De bouw en functie van DNA

DNA
4.1 De bouw en functie van DNA
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

DNA
4.1 De bouw en functie van DNA

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Uitleg
  • Vragen
  • Nabespreken
  • (Huiswerk)
Leerdoel:
- Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 2 - Slide

Waar in de cel bevindt zich DNA?

Slide 3 - Slide

Het genoom
Het geheel aan erfelijke informatie in een cel van organismen. 
  • kern DNA 
  • mitochondriaal DNA 
  • chloroplasten DNA

Prokaryoten: circulair DNA los in cytoplasma, soms ook plasmiden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Eén van de ketens in het DNA-molecuul heeft de volgende structuur:
C - T- G- A- T- A- C (keten 1)
Hoe ziet het volledige DNA-molecuul eruit? Geef de complementaire keten (dit is keten 2).

Slide 6 - Open question

DNA

Slide 7 - Slide

enkelstrengs DNA
ssDNA
dubbelstrengs DNA
dsDNA

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat betekent het begrip 'sequentie'
A
de volgorde van nucleotiden
B
de volgorde van nucleosomen
C
de volgorde van genen

Slide 11 - Quiz

DNA-stikstofbasen
DNA-sequentie: 
  • de volgorde waarin de nucleotiden zijn gerangschikt
  • de volgorde bepaalt welk aminozuur en dus eiwit gevormd worden

Allel:  
  • variatie in de DNA-sequentie van een gen


Slide 12 - Slide

Hoeveel procent van ons DNA bestaat uit genen?
A
0-5%
B
10-50%
C
5-10%
D
50-80%

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Niet coderend-DNA heeft
A
geen functie
B
een regulerende functie
C
verslaving tot gevolg
D
een coderende functie

Slide 15 - Quiz

Niet-coderend DNA
  • Op ons DNA liggen 30.000 genen, met vaste plaats (locus)
  • 1,5% van je DNA bestaat maar uit genen.
  • 98,5% (rest) is niet coderend-DNA (=vroeger junk-DNA). Deze hebben een regulerende functie bij eiwitsynthese

Slide 16 - Slide

Tussen welke basenparen bevindt zich de sterkste binding? Waarom?

Slide 17 - Open question

Adenine kan alleen binden met de stikstofbase Thymine en Cytosine alleen met Guanine. Wat is hier het voordeel van?
A
DNA sequentie verandert niet snel
B
Je hebt maar een klein aantal nucleïnezuren nodig
C
De waterstofbruggen verbreken snel
D
DNA replicatie gaat razendsnel

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste woorden.

Het grootste deel van het DNA bestaat uit...... DNA. De functie hiervan is .......
A
coderend , eiwitsynthese
B
niet coderend , eiwitsynthese
C
coderend, reguleren van de eiwitsynthese
D
niet coderend, reguleren van eiwitsynthese

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Nabespreken
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 21 - Slide

Huiswerk BS10.1
Maken + nakijken opdr. 1, 3, 4, 7 t/m 9

Slide 22 - Slide