This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
VT Ouderenzorg
Psychogeriatrische problemen
Dementie
Delier
Depressie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De meest voorkomende vorm van dementie is .....
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Alzheimer
Vasulaire dementie
Frontotemporale dementie
Lewy body dementie
Alzheimer
Vasculaire dementie
Frontotemporale dementie
Lewy body dementie
Oorzaak: Eiwitophopingen en atrofie
Oorzaak: Bloedvoorziening in de hersenen verstoord
Oorzaak: Abnormale eiwitaanslagen
Oorzaak: afsterven van hersencellen in voorhoofds- en slaapbeenkwab. 25-40% genetisch
Begint meestal na 70e levensjaar
Geleidelijke achteruit; in handelen, spreken, spontane activiteiten en beweging. En geheugenverlies
Verlies interesse, inzicht.
Afhankelijk van de gebieden die getroffen zijn.
In ver stadium, alle kenmerken net als bij Alzheimer.
Wisselende verwardheid en hallucinaties.
Loopstoornissen (Parkinson)
Geheugen en oriëntatie stoornissen
Wisselende aandacht en concentratie, onrust.
Begint op jongen leeftijd (50-60)
Persoonlijkheidsveranderingen
Tegen vreemde mensen praten en rare opmerkingen
Onbeleefd, egoïstisch, agressief.
Spraakproblemen
slikproblemen
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Cognitieve functies
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
Mevrouw de Vries heeft dementie. Zij heeft steeds meer moeite om zelfs de simpelste dingen te onthouden. Sinds enkele dagen heeft zij ook moeite met het smeren van een boterham. Met haar spieren is er niets aan de hand. Ze kan aangeleerde handelingen niet langer goed uitvoeren.
Vraag: Hoe wordt deze stoornis in het uitvoeren van aangeleerde handelingen genoemd?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Amusculi
Slide 13 - Quiz
Welk verschijnsel vertoont deze meneer?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Agressie
Slide 14 - Quiz
Wat betekent confabuleren?
A
De normen en waarden van iemand verdwijnen
B
Vol overtuiging hele verhalen vertellen die niet juist zijn
C
Stemmingsproblemen, bijvoorbeeld lusteloosheid, onverschilligheid en verlies van initiatief
D
Een handeling steeds maar weer herhalen
Slide 15 - Quiz
Stadia van dementie
4 stadia:
1. beginnende en milde dementie
2. matig ernstige dementie
3. ernstige dementie
4. zeer ernstige dementie
Slide 16 - Slide
Beginnende en milde dementie
Matige tot ernstige
dementie
Ernstige
dementie
Zeer ernstige dementie
Beginnende en
milde dementie
Matige tot
ernstige dementie
Ernstige
dementie
Zeer ernstige
dementie
Begeleidingsbehoeftige fase
Verzorgings-
behoeftige fase
Verplegings-
behoeftige fase
Verplegings-
behoeftige fase
"Bedreigde ik"
"Verdwaalde ik"
"Verborgen ik"
"Verzonken ik"
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
De zorgvrager met Lewy Body dementie krijgt met name last van geheugenstoornissen, slaapstoornissen, problemen met de aandacht en de concentratie, hallucinaties, wanen en onrust. Daarnaast hebben zij symptomen die vergelijkbaar zijn met een andere ziekte.
Met welke ziekte zijn de andere symptomen van Lewy Body dementie vergelijkbaar?
A
Multipele Sclerose
B
Ziekte van Parkinson
C
Diabetische Neuropathie
D
Cerebrovasculair Accident, CVA
Slide 19 - Quiz
Dementie kan hallucinaties of wanen veroorzaken. Er zijn echter nog meer dingen die hallucinaties of wanen kunnen uitlokken bij zorgvragers.
Wat is een andere veroorzaker van hallucinaties of wanen bij zorgvragers?
A
Ondervoeding
B
Eenzaamheid
C
Koorts
D
Paracetamol
Slide 20 - Quiz
Zorgvragers met dementie kunnen last krijgen van ontremming.
..... is een symptoom van ontremming.
A
Rustig in een hoekje zitten
B
Lachen om een grapje
C
Huilen bij het zien van een film.
D
Een harde boer laten tijdens de maaltijd.
Slide 21 - Quiz
Hoe wordt het genoemd als iemand zich niet meer netjes gedraagt en zijn manieren verliest door dementie?
A
Manierenverlies
B
Decorumverlies
C
Waardenverlies
D
Formatieverlies
Slide 22 - Quiz
Stelling: Een van de eerste verschijnselen van een dementie is de aantasting van het .....
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen
C
Oriëntatievermogen
D
Spraakvermogen
Slide 23 - Quiz
Korsakov kan een gevolg zijn van een alcoholverslaving. Mensen met Korsakov hebben een tekort aan...
A
IJzer
B
Vitamine B1
C
Cafeïne
D
Mineralen
Slide 24 - Quiz
A
De afbeelding links toont een hersenbloeding
B
De afbeelding rechts toont een herseninfarct
C
De afbeelding links toont een Tia
D
De afbeelding rechts toont een hersenbloeding
Slide 25 - Quiz
Bij zorgvragers met dementie komt een depressie regelmatig voor. Wat is een depressie?
A
Stemmingsstoornis gekenmerkt door gebrek aan levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming
B
Gedragsstoornis waarbij iemand zich afzondert
C
Geheugenstoornis waarbij iemand zich recente gebeurtenissen niet kan herinneren
D
Zintuiglijke stoornis waarbij het gevoel verminderd waargenomen wordt.
Slide 26 - Quiz
Symptomen delier
Slide 27 - Mind map
Dementie
Delier
ontstaat acuut
korte duur
verminderde aandacht
wisselend bewustzijn
ontstaat langzaam
chronisch
Slide 28 - Drag question
Welke benaderingswijzen ken je om mensen met dementie zo goed mogelijke zorg te kunnen geven?
Slide 29 - Open question
Wat betekent PDL
A
een vorm van diagnose stellen
B
Proberen Dezelfde Lijn aan te houden
C
een meetinstrument om een goede benaderingswijze te kiezen
D
Passiviteiten van het dagelijks leven
Slide 30 - Quiz
Wat is het doel van ROB?
Slide 31 - Open question
Iemand uitnodigen om zoveel mogelijk zelf te doen is een vorm van..
A
warme zorg
B
PDL
C
Validation
D
ROB
Slide 32 - Quiz
Waarom zeggen ouderen in het verpleeghuis vaak niet dat ze pijnklachten hebben?
Slide 33 - Open question
Sommige mensen met dementie herkennen personen, voorwerpen en geuren niet meer, ondanks goed werkende zintuigen.
Hoe wordt dit symptoom genoemd?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
D
Apersonie
Slide 34 - Quiz
Noem 3 items die een bijdrage kunnen leveren aan zintuigactivering
Slide 35 - Open question
Een stelregel van de benaderingswijze Validation is......
A
De persoon confronteren met de waarheid
B
Gevoelens mogen genegeerd worden als iemand de hele dag huilt
C
Samenwerken met de familie is van belang
D
weglopen als iemand boos wordt.
Slide 36 - Quiz
Reminiscentie...
A
Laat positieve herinneringen opleven
B
Nieuwe dingen kunnen nog aangeleerd worden
C
veel bewegen en actief zijn maakt dat de dementie niet achteruitgaat.
D
passieve zorg geven desnoods de hele dag in een comfortabele houding in bed.