Samenvatting Geluid

H9 Geluid
welkom
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H9 Geluid
welkom

Slide 1 - Slide

planning
vandaag, samenvatting hoofdstuk 9
vrijdag, oefentoets hoofdstuk 9

volgende week
bespreken oefentoets
vrijdag: toets hoofdstuk 9

Slide 2 - Slide

Geluidsbron
Een geluidsbron is iets wat zelf geluid maakt. 

Een radio is dus een geluidsbron. Een echoput niet. 

Slide 3 - Slide

Wat is hier geen geluidsbron?
A
Radio
B
Iemand die praat
C
Echo in een tunneltje
D
De bel

Slide 4 - Quiz

Wat is hier geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
De bel

Slide 5 - Quiz

Trillingen
Geluid bestaat uit trillingen. 

Deze trillingen komen door de lucht heen in jouw oor. 
Lucht is hier de tussen stof.
Op het plaatje op de volgende pagina kun je dit zien. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 8 - Quiz

Oor?
Je oor is een ontvanger van geluid. Het trommelvlies vangt de trillingen op, en stuurt het naar de gehoorzenuw. 

Op de volgende slide kun je de geluidsgolf volgen tot aan de gehoorzenuw. Vandaar wordt de informatie doorgegeven aan de hersenen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe heet het velletje dat gaat trillen als je geluid hoort?
A
gehoorgang
B
slakkenhuis
C
oorschelp
D
trommelvlies

Slide 11 - Quiz

Geluidsterkte
Geluidssterkte meet je in decibel. Dit schrijf je als dB. 

De gehoordrempel is het moment wanneer geluid hard genoeg is om te horen. 

Slide 12 - Slide

Wie is je favoriete leerling

Slide 13 - Open question

Hoge en lage tonen
De toonhoogte van een geluid meet je in Hertz. Dit noem je de frequentie.
Hoe hoger de frequentie, hoe meer trillingen er per seconde voorkomen.

frequentie (Hz) = trillingen / tijd (s) 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Frequentie
Met de juiste frequentie kun je glas kapot laten trillen. Dan moet je dus de juiste toonhoogte zingen. 


Slide 16 - Slide

Opdrachten oefenen voor de toets
Alle test jezelfs van de paragrafen 6.1 t/m 6.4
Je bent hier al mee bezig geweest!

Slide 17 - Slide