H5.5+6.2 Pruiken en problemen in de 18e eeuw (2bh/2bc)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Pruiken en problemen in de 18e eeuw

Bestuur en standenmaatschappij in Frankrijk

Deze les:

• Nabespreken huiswerk (1b, 5, 7, 8 en 11a)
• Uitleg 5.5+6.2
• Aan de slag!

Lesleerdoelen:

1. Je kunt uitleggen met welke problemen Lodewijk XVI te maken heeft.

2. Je kunt uitleggen waarom de bourgeoisie ontevreden is over de standenmaatschappij.

3. Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.

Tijd van Pruiken en Revoluties

1700 - 1800

L'État, c'est Moi

(oftewel De staat, dat ben ik)

De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 

Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. De geestelijken en de adel hebben dus niks meer te vertellen.
De macht van de koning is door God gegeven: droit divin (goddelijk recht) + alleen verantwoording afleggen aan God. 

Maar hoe dan?

• Centralisatie van de macht
• De koning bepaalde zelf (zonder overleg met de adel) voortaan alle wetten en deze golden voor het hele land
  
• Lodewijk versterkt het leger met soldaten die bij hem zelf in dienst zijn. 
• De adel moest voortaan in het koninklijk paleis Versailles wonen, zodat hij ze goed in de gaten kon houden.
• Koning beslist over godsdienst, cultuur en economie
• Koning krijgt de macht van God en heeft dus altijd gelijk (droit divin)

Problemen van de Franse koningen

• Staatskas was leeg
  
• Bestuur en leger functioneren slecht
  
• Standenmaatschappij zorgt voor onvrede
  
• Veel mensen leven in honger en onzekerheid
  

De standenmaatschappij

Ongelijkheid tussen standen

• Geen inspraak in het bestuur
• Belastingongelijkheid
• Ongelijke rechtspraak
• Geen aandacht voor handel

Waarom geeft dit model van de standenmaatschappij een verkeerd beeld?

Waarom moest de adel van Lodewijk XIV op het paleis Versailles verblijven?

Hoe wordt het droit divin op dit schilderij uitgebeeld?

1. Koning zit op de troon
2. Koning is omringd met bisschoppen
3. Koning krijgt de macht van 'boven'
4. De koning is 'verlicht'

Welke uitspraak past bij het absolutisme?

1. Samen zullen wij overwinnen.
2. De staat, dat ben ik.

Aan de slag!

Maak uit TvG van H6.2 opdracht: 1, 2, 5a&b, 6