19de en 20ste les m2a (28 okt.) haben und sein

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

1 / 20

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Und jetzt du!

Slide 3 - Slide

die Hausarbeit für heute

Kapitel 2:

Gemacht: Teil D Lesen:

Gelernt: Lernliste N-D

Lernliste D-N: Teil A, C und D

Wiederholt: Kapitel 1

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les

kun je het werkwoord haben en het vragend voornaamwoord gebruiken

Slide 5 - Slide

Wie?

die Hausaufgaben

ein Erläuterungsvideo

Aufgaben machen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Und jetzt du:

Ich ...... (heb)

Er ....... (heeft)

Wir ....... (hebben)

Slide 8 - Slide

Arbeite zu zweit

Was? Mache 5 Fragen mit dem Verb 'haben' und antworte

Wie? zu zweit

Wie lange? 10 Minuten

Benutze die Lernliste

Ergebnis (resultaat) Einige Schüler zeigen ihr Ergebnis

Slide 9 - Slide

Selbständig arbeiten: 20 Minuten

Mache die Aufgaben 19, 20, 21, 23 zu E Grammatik

Fertig?

Slim stampen

die Aufgaben 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30 zu E Grammatik

Slide 10 - Slide

Aufgabe 31 Hören

Slide 11 - Slide

Aufgabe 32 Nachsprechen

Slide 12 - Slide

Aufgabe 33 laut vorlesen

Slide 13 - Slide

Gruppenarbeit

Groepjes van 4-5

Wie leest het snelst van het groepje?

De snelsten van elk groepje tegen elkaar!

Wer ist der Gewinner?

Slide 14 - Slide

zehn - zwanzig - süß - heiß - heißen - weiß - wissen - tanzen - Zahn - zwölf - zweiundzwanzig - Essen - Süßigkeiten - Sonne

Slide 15 - Slide

Selbständig arbeiten

Was? Mache Aufgabe 35

Wie lange? 5 Minuten

Hören und korrigieren

Slide 16 - Slide

Video over werkwoord 'haben'

Opdracht: noteer minstens 3 zinnen met 'haben'

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

die Hausarbeit für Morgen

Mache die Aufgaben 19, 20, 21, 23, 24, 25 zu E Grammatik

Lerne: Lernliste N-D

Lernliste D-N

Grammatik

Wiederhole Lernübersicht Kapitel 1

Slide 19 - Slide

Lesdoel gehaald?

Er ...... (heeft)

Wer ........ (heeft)?

Slide 20 - Slide