IMO 13

IMO 13: De digitale wereld



IMO 13 De digitale wereld

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

IMO 13: De digitale wereld



IMO 13 De digitale wereld

Slide 1 - Slide

IMO 13
In deze maatschappijopdracht leer je over alles wat te maken heeft met de digitale wereld. Je gaat nadenken over social media, emoticons en cyberpesten. Je leert hoe je informatie kunt opzoeken op internet en je leert waar je terecht kunt als je vragen hebt. In deze maatschappijopdracht krijg je dus tips over hoe je op een veilige manier kunt omgaan met het internet.
Je gaat ook ontdekken welke digitale ontwikkelingen van belang zijn voor onze toekomstige beroepen.

Slide 2 - Slide

EMOJI's 
In beroepsopdracht 6 heb je al veel geleerd over sociale media. Je hebt geleerd dat sociale media gevaarlijk kan zijn. Bijvoorbeeld doordat je er verslaafd aan kan raken. Maar er kunnen meer dingen verkeerd gaan. Daar ga je nu over leren.

Er kan veel fout gaan op sociale media. Als je aan het praten bent met iemand via sociale media, kun je de ander niet horen. Je moet dan zelf bedenken hoe de ander de informatie bedoelt. Dit kan ervoor zorgen dat je ruzie krijgt. Daarom kun je je bericht duidelijker maken door emoji’s te gebruiken. Het is dan wel belangrijk dat je de goede emoji gebruikt.

Opdracht 1 (samen)

Slide 3 - Slide

Let op!
Als je aan het praten bent met iemand via sociale media, kun je de ander niet zien. Je vult dan zelf in met wie je aan het praten bent. Meestal is dat geen probleem, omdat je de mensen kent met wie je praat. Toch moet je ook dan altijd voorzichtig zijn. Stel je voor, je bent aan het praten met degene met wie jij een relatie hebt. Het kan dan gebeuren dat hij of zij vraagt om een sexy foto of filmpje te sturen. Dat wordt ook wel sexting genoemd. Als je iets via sociale media verstuurt, is het niet zomaar van het internet af. Het is dus goed om na te denken, voordat je iets verstuurd. 

Slide 4 - Slide

Let op!
Als je aan het praten bent met iemand via sociale media, kun je de ander niet zien. Je bedenkt dat zelf met wie je aan het praten bent. Soms is dat lastig, omdat je de mensen niet kent met wie je praat. Het kan dan zelfs gebeuren dat die mensen niet eerlijk zijn over wie zij zijn en dat zij foute bedoelingen hebben. Dan krijg je bijvoorbeeld te maken met grooming

Werk in tweetallen, maak opdracht 5. 
Onderzoek op internet wat grooming is. Geef daarvoor antwoord op de vragen in de tabel. Je kunt daarvoor een website zoeken. Of een filmpje kijken op youtube. Schrijf ook steeds op welke site of filmpje je hebt gebruikt. 

Slide 5 - Slide

Cyberpesten
Je hebt net geleerd over emoticons, sexting en grooming. Dit alles hoort bij cyberpesten. Het is belangrijk dat je voor jezelf kunt opkomen als je daarmee te maken hebt. Dat betekent dat je ervoor gaat zorgen dat dit stopt. Je kunt daarvoor bijvoorbeeld praten met iemand die je vertrouwd. Maar als het niet stopt, kun je ook naar de politie te gaan. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opdracht 6
In het filmpje krijg je tips over het veilig omgaan met internet. Bekijk met deze tips ook jouw eigen social media. Doe dat op de volgende manier:
• Kies drie van jouw social media accounts uit.
• Bekijk of jij persoonlijke gegevens op jouw accounts hebt staan.
• Kijk of jij nagedacht hebt over de foto’s en filmpjes die je geplaatst hebt.
• Bedenk of jij je wachtwoord vaak genoeg verandert hebt.
• Kijk jouw volgerslijst na om te zien of je ook echt iedereen kent.

Slide 8 - Slide

Netiquette
Het is dus belangrijk om je veilig te voelen op het internet. Ook jij kunt ervoor zorgen dat het internet een veilige omgeving blijft voor iedereen. Dat doe je door je netjes te gedragen op het internet. Dit wordt ook wel de netiquette genoemd: de online omgangsregels. 

Wat vinden jullie van de volgende stellingen?

Slide 9 - Slide

Wat vind jij?
Stelling 1: Ik tel tot 10 voordat ik reageer op social media. 
Stelling 2: Iedereen mag ongevraagd foto’s en filmpjes van mij op social media plaatsen.
Stelling 3: Ik vind dat ik alle muziek, filmpjes en plaatjes mag gebruiken die ik online kan vinden. 
Stelling 4: Als ik een kwetsend filmpje over iemand anders krijg en dit doorstuur naar mijn vrienden, ben ik aan het pesten. 

Slide 10 - Slide

Mediawijsheid
We hebben veel te maken met de media: alles wat er online gebeurt. Het is belangrijk dat iedereen de media goed gebruikt. Daarom is de mediadiamant ontwikkelt. In de mediadiamant staan algemene regels waar jij je aan moet houden om op een goede manier met media om te gaan. Dat wordt ook wel mediawijsheid genoemd. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Omgangsregels
De algemene regels in de mediadiamant vertellen jou nog niet precies wat jij moet doen om mediawijs te zijn. Het is dus belangrijk dat jij zelf omgangsregels bedenkt die jij vindt passen bij de mediadiamant. Bijvoorbeeld: “Bij het onderdeel balans staat: momenten met en momenten zonder. Ik zou de omgangsregel willen maken: ik gebruik geen media tijdens de maaltijden”.

Slide 13 - Slide

Opdracht 13
Bedenk nu zelf, per algemene regel, een omgangsregel. 
Doe dat op de volgende manier:
• Maak een tweetal.
• Lees de algemene regel in de tabel.
• Geef antwoord op de vraag: hoe denk jij dat dit in de praktijk moet uitzien?
• Schrijf een omgangsregel op.

Slide 14 - Slide