4.1 Elk doet zijn werk

Planning 
- Uitleg 4.1 Elk doet zijn werk
- Lessonup quiz
-Opdrachten maken
-afsluiting

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Planning 
- Uitleg 4.1 Elk doet zijn werk
- Lessonup quiz
-Opdrachten maken
-afsluiting

Slide 1 - Slide

4. Mensen en Machines
Tijdvak 8: Burgers en stoommachines

Periode 4: Moderne tijd

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 4.1
  • -1. weet je welke 3 beroepssectoren er zijn
    - 2.kun je van elke sector 2 beroepen noemen
    - 3.  uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landbouw werken.
    -4. kun je het begrip automatisering uitleggen.
    -5.kun je het verschil tussen commercieel en niet-commerciële dienstverlening uitleggen.

Slide 3 - Slide

Welke beroepen zijn er nu?

Slide 4 - Open question

De 3 beroepssectoren
  • Sector 1: Landbouw

       (primaire sector)

  • Sector 2: Industrie

       (secundaire sector)

  • Sector 3: Diensten
       (tertiaire sector)

Slide 5 - Slide

Landbouwsector = primaire sector
  • Landbouw haalt producten uit de natuur.

       - Akkerbouw, veeteelt, visserij, tuinbouw en mijnen.



  • Beroepen:

       - Boer, tomatenkweker, mijnwerken, visser enz.

  

Slide 6 - Slide

De primare sector.
Dit is de kleinste sector, maar wel een hele belangrijke!

Nederland exporteert na de VS de meeste landbouwproducten!

Slide 7 - Slide

Grootste exporteurs landbouw.

Slide 8 - Slide

Is dat zo bijzonder? Ja! Kijk eens naar het verschil in oppervlakte!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Industriesector =  (secundaire sector)
  • Werk wat in de fabriek wordt gedaan:

       - Auto-industrie, scheepswerf, staalindustrie enz.



  • Beroepen:

       - Kaasfabriek, lasser, lopendebandmedewerker

       enz.

Slide 11 - Slide

Bijzonderheden in de secundaire sector.
Grondstof -> halffabrikaat -> product.

Grondstof = hout
Halffabrikaat = plank
product = meubel

Slide 12 - Slide

Dienstensector = Tertiaire sector 
  • Beroepen waarbij je een dienst verleent, iets voor een ander doet. 

       - Zorg, onderwijs, uiterlijke verzorging, bank, winkel,
            vervoersbedrijf

  • Beroepen:

       - Leraar, verpleegkundige, automonteur, politieagent, bankmedewerker, chauffeur enz.

Slide 13 - Slide

Bijzonderheden in de tertaire sector.
Het verschil tussen commerciële en 
niet-commerciële dienstverlening.

Slide 14 - Slide

Commercieel:
Pakketdienst
Transportbedrijf
Klusjesman
Makelaardij
ICT-bedrijf
Hovenier
Winst is wel het hoofddoel van deze bedrijven!

Niet-commercieel:
School
Ziekenhuis
Gemeente / overheid
Verzorgingstehuis
Brandweer
Politie
Winst is niet het hoofddoel van deze bedrijven!

Slide 15 - Slide

De verdeling van de sectoren in NL

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Automatisering
Machines nemen het werk van mensen over.
Is dit effectiever?
Is dit goed voor de werkgelegenheid?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Werkgelegenheid
Alle banen samen op de arbeidsmarkt. 
Eigenlijk zou je kunnen zeggen: hoeveel werk er beschikbaar is.

Slide 21 - Slide


Leg uit welke afbeelding bij Nederland hoort en welke bij India.
1
2

Landbouw

Industrie

diensten

Slide 22 - Open question

Kosten van een schoen
Wat zijn de loonkosten? Wat is de winst van het merk? Wat kost deze schoen in de winkel?  

Slide 23 - Slide

Arme landen
  • In arme landen zijn de meeste mensen werkzaam in de landbouw, omdat ze hun eigen voedsel moeten verbouwen.


  • Veel producten die wij hier kopen worden gemaakt in fabrieken in arme landen, omdat de lonen daar laag zijn.

Slide 24 - Slide

Test vragen

Slide 25 - Slide

In welke sector werkt een visser?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Dofijnensector

Slide 26 - Quiz

In welke sector werkt een bouwvakker?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Bouwsector

Slide 27 - Quiz

In welke sector werkt een busschauffeur?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Vervoerssector

Slide 28 - Quiz

Onder welke sector valt de landbouw?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 29 - Quiz

Als je kranten/folders langs brengt dan werk je in de.....
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 30 - Quiz

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Als docent werk je ook in de tertiaire sector, maar werkt een docent commercieel of niet-commercieel?
A
Commercieel
B
Niet- Commercieel

Slide 32 - Quiz

Een lading ijzererts, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 33 - Quiz

Een laptop, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 34 - Quiz

Een koperen kabel, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 35 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? Waar koop je deze producten?
In de winkel
Bij een fabriek 
Bij een landbouwbedrijf, mijnbouwbedrijf of vissersbedrijf 
Grondstof
Halffabrikaat
Eindproduct

Slide 36 - Drag question

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 37 - Mind map

Wat hebben we geleerd vandaag?
Lesdoelen 4.1
  • Weet je welke 3 beroepssectoren er zijn
  • Kun je van elke sector 2 beroepen noemen
  •  Uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.
  • Kun je het begrip automatisering uitleggen.
  • Kun je het verschil tussen commercieel en niet-commerciële dienstverlening uitleggen.

Slide 38 - Slide

Huiswerk 
Opdrachten
Lees de leerstof van paragraaf 4.1.
Maak de opdrachten bij Leerstof en Opdrachten 1 t/m 25
(bij 22 en 23 mag je een X bij het antwoord invullen. Bij 25 heb je de atlas niet nodig om het antwoord te geven)

Slide 39 - Slide