Thema 11: Zintuigen

Thema 10: Zintuigen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 432 min

Items in this lesson

Thema 10: Zintuigen

Slide 1 - Slide

Het zintuigenstelsel
Voelen

Horen

Zien

Proeven

Ruiken

Slide 2 - Slide

Hoe werkt een zintuig?
Buiten het zenuwstelsel
Binnen het zenuwstelsel
Zintuigcellen
Na een waarneming komt:

Slide 3 - Slide

Drempelwaarde & adequate prikkel
Drempelwaarde = zwakste  prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt

Hoe zal motivatie en gewenning invloed hebben op de drempelwaarde?

Slide 4 - Slide

adequate prikkel
Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.

Voor de gezichtszintuigen is licht de adequate prikkel.
Voor de gehoorzintuigen is geluid de adequate prikkel.
Voor de reukzintuigen is geur de adequate prikkel.
Voor de smaakzintuigen zijn zoet, zout, zuur en bitter adequate prikkels.
Voor de gevoelszintuigen zijn druk, warmte, kou en pijn adequate prikkels.

Slide 5 - Slide

Waarnemingen 
De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Je waarneming wordt op drie manieren beïnvloed:
  • Gewenning : door lang dezelfde prikkels te ontvangen ontstaan er minder impulsen;
  • Motivatie  : door aandachtig luisteren wordt de drempelwaarde lager
  • De hersenen verwerken niet alle waarnemingen even snel.

Slide 6 - Slide

doorsnede huid

Slide 7 - Slide

Reukzintuig / Neus
Smaakzintuig / Mond

Slide 8 - Slide

Oog: prikkel = licht
Oor: prikkel = geluid

Slide 9 - Slide

Weet je nog?
Het oog:

Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 10 - Slide

Binnenkant oog

Slide 11 - Slide

Onderdelen oog

Slide 12 - Slide

Bouw van het oog

Slide 13 - Slide

BS 4: De iris en de ooglens
6.4 De iris en de ooglens

Slide 14 - Slide

gebruik de oogspiegel

Slide 15 - Slide

Pupilreflex
pupilreflex

Slide 16 - Slide

vaatvlies netvlies

Slide 17 - Slide

Het netvlies
Staafjes: zwart/wit, weinig licht ontaan impulsen
kegeltjes: kleuren, licht nodig voor ontstaan impulsen

Slide 18 - Slide

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes.
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes.

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 19 - Slide

Netvlies
Kegeltjes 
- Hoge drempelwaarde
- voor kleuren/overdag 

Staafjes 
- Lage drempelwaarde
- Contrasten zwart en wit/ schemering

twee soorten zintuigcellen in het netvlies

Slide 20 - Slide

accommoderen
veraf
dichtbij
kringspier samengetrokken

Slide 21 - Slide

Scherpstellen: Accomoderen
Ver: plat                          Dichtbij: bol
( het boller ofplatter worden van de ooglens )

Slide 22 - Slide

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Ontspannen
Lensbandjes
Strak
Lensen
Plat
Ogen zijn
Rusttoetstand
Veraf zien:

Slide 23 - Slide

Onderdeel oog
Situatie
Kringspieren
Samengetrokken
Lensbandjes
Minder strak
Lensen
Boller
Ogen zijn
Geaccomodeerd, kring spieren gespannen
Bij het zien van dichtbij:

Slide 24 - Slide

Bijziend en verziend

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

1. Opvangen van geluid​
Oorschelp​

Vangt zo veel mogelijk geluid, werkt als een trechter​

Gehoorgang​
De weg die trillingen nemen



Slide 29 - Slide

De weg van het geluid​
Trillingen gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies.​

Trommelvlies begint te trillen​
Oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Oorsmeer zorgt ervoor dat de trommelvlies soepel kan blijven trillen.

Slide 30 - Slide

Van trilling naar impuls​
  • De trillingen worden doorgegeven aan de gehoorbeentjes​.
  • De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.​
  • In het slakkenhuis liggen zintuigcellen die de trillingen waarnemen.​
  • De zintuigcellen maken een impuls die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan.​
  • Nu wordt het geluid waargenomen​.




Slide 31 - Slide

Bouw van het oor
De oorschelp vangt geluidstrillingen op. Deze trillingen komen via de gehoorgang bij het trommelvlies

Het trommelvlies zorgt dat de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel) de trillingen doorgeven aan het venster.

Slide 32 - Slide

Buis van Eustachius
  • Buis tussen de trommelholte en keelholte.
  • Normaal liggen wanden van de buis tegen elkaar aan.
  • Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht van de trommelholte naar de keelholte of andersom. luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies blijft  
hierdoor gelijk.

Slide 33 - Slide

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.
Haartjes van zintuigcellen buigen mee met de vloeistof in het evenwichtsorgaan als je bv. op de kop gaat staan

Het evenwichtsorgaan geeft informatie door over de stand van je hoofd.

Slide 34 - Slide

Slakkenhuis
Het slakkenhuis bestaat uit 3 met vloeistof 
gevulde kanalen, opgerold als een spiraal.
De vloeistof in het slakkenhuis trilt, waardoor 
de zintuigcellen meetrillen en impulsen 
ontstaan. Zintuigcellen met
haartjes die gaan meetrillen met vloeistof-> impuls
Via de gehoorzenuw worden deze impulsen doorgegeven.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide