Quiz Level 5

Quiz Level 5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
OnthaalLager onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Quiz Level 5

Slide 1 - Slide

Wat is GEEN postverwerkingstaak?
A
klasseren
B
frankeren
C
registreren
D
rapport maken

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN nodige vaardigheid/eigenschap bij postverwerking?
A
flexibel zijn
B
nauwkeurig zijn
C
discreet zijn
D
administratief vaardig zijn

Slide 3 - Quiz

Over welke soorten past hadden wij het in dit hoofdstuk (meerdere antwoorden)?
A
inkomende post
B
uitgaande post
C
digitale post
D
manuele post

Slide 4 - Quiz

Inkomende en uitgaande post classificaties geven voor een verdere correcte afhandeling =
A
postregistratie
B
postbehandeling
C
postklassering
D
postannulatie

Slide 5 - Quiz

De voordelen van elektronische communicatie zijn...
A
alles is rechtsgeldig + je hebt bewijs
B
gemakkelijk opvolgbaar + meteen doorstuurbaar
C
je hebt de post in je hand + opvolgaar

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN vorm van DIGITALE postregistratie?
A
database
B
tekstverwerker
C
rekenblad
D
sorteerbakjes

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN vorm van DIGITALE post?
A
WhatsApp-bericht
B
webformulier
C
aangetekende zending
D
sociale media

Slide 8 - Quiz

Alle soorten documenten mogen digitaal behandeld worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Het verschil tussen prior en non-prior zit in...
A
kost en leveringstermijn
B
gewicht
C
belangrijkheid brief
D
het verzendbedrijf

Slide 10 - Quiz

Een frankeermachine moet je...
A
huren
B
kopen
C
gratis krijgen met toestemming van de post

Slide 11 - Quiz

Een frankeermachine is interessant voor een bedrijf vanaf...
A
10 zendingen
B
15 zendingen
C
12 zendingen
D
18 zendingen

Slide 12 - Quiz

Bij een frankeermachine moet je eerst altijd je zending zelf wegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Het proces van het controleren van adressen om te zien of ze nog geldig zijn is...
A
classificeren
B
organiseren
C
registreren
D
valideren

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN manier om waardevolle spullen te verzenden?
A
handtekening bij ontvangst
B
verzenden met garantie
C
betalen bij levering
D
prior verzenden

Slide 15 - Quiz

De persoon/organisatie waar je de post naartoe stuurt, is...
A
de afzender
B
de bestemmeling
C
het verzendbedrijf
D
de verzending

Slide 16 - Quiz

Bij welke van de volgende documenten (2) is het aangeraden te werken met een aangetekende verzending?
A
sollicitatiebrief
B
liefdesbrief
C
aanmaning betaling
D
factuur

Slide 17 - Quiz

Waarom is het beter te kiezen voor een aangetekende verzending?
Kies voor het belangrijkste voordeel!
A
je kan hem gemakkelijk volgen
B
je hebt bewijs
C
de afzender verschijnt automatisch
D
de bestemmeling verschijnt automatisch

Slide 18 - Quiz

Wat moet een ontvanger altijd doen bij een aangetekende verzending?
A
op tijd aan de brievenbus staan
B
aftekenen
C
zijn identiteit bewijzen

Slide 19 - Quiz

Een gestructureerd overzicht van poststukken die zijn uitgegeven en helpt bij het opvolgen, is een...
A
zendinglijst
B
registratielijst
C
postlijst
D
afgiftelijst

Slide 20 - Quiz

Een aangetekende zendingenkit kost...
A
82,60 euro
B
88,60 euro
C
84,60 euro
D
90,60 euro

Slide 21 - Quiz

Bij een aangetekende zending met afgiftebewijs moet...
A
een geadresseerde een handtekening zetten.
B
de geadresseerde een som betalen
C
de geadresseerde enkel zijn ID tonen.
D
de geadresseerde eerste de verzender contacteren.

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN mailettiquetteregel?
A
Gebruik altijd hoofdletters.
B
Controleer of de bijlage is toegevoegd.
C
Smileys en emoticons horen hier niet thuis.
D
Gebruik steeds een goede begroeting.

Slide 23 - Quiz

Wat is het verschil tussen formele en informele taal?
A
informele taal is zakelijker
B
formele taal is zakelijker
C
informele taal is deftig
D
formele taal is minder deftig

Slide 24 - Quiz

Iedereen kan een elektronische aangetekende verzending versturen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz