Fictie: 2e klas , pensum 1 - Perspectief

Fictie 2 H/V : Pensum 1 - Perspectief
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Fictie 2 H/V : Pensum 1 - Perspectief

Slide 1 - Slide

Notities voor de docent:
Niet alle informatie is opgenomen in de slides. In dit notitieveld staat informatie die je bij deze presentatie kunt vertellen.
Wat gaan we doen bij het onderdeel Fictie in pensum 1?
  • Je leest een boek. Deels thuis, deels in de klas.
  • Je maakt opdrachten uit het hoofdstuk Fictie, paragraaf 7 en 8, zoals aangegeven in je studiewijzer.
  • Je schrijft een recensie over je boek die je op Hebban in de klas plaatst.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer - Les 2
Opstarten: 15 min.
  • 15 min. zelfstandig lezen uit je leesboek
Klassikaal: 15 min.
  • LessonUp over Fictie: Perspectief
Individueel: 30 min.
  • Fictie §8: lees p. 34 en maak de opdrachten 1 t/m 7

Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd wat perspectief is en welke soorten perspectief er zijn.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Perspectief
Je kunt een verhaal altijd vanuit verschillende gezichtspunten vertellen. Die gezichtspunten noemen we perspectieven. Vanuit welk perspectief een verhaal is geschreven is bepalend voor het verhaal.
Een olifant is als een speer.
Een olifant is als een slang.
Een olifant is als een touw.
Een olifant is als een boom.
Een olifant is als een lap leer.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Beleving
Het perspectief is erg bepalend voor hoe je het verhaal beleeft. Bedenk maar eens wat het effect is als je een verhaal over een zeeleeuw vanuit 
een bange pinguïn of vanuit een verliefde mede-zeeleeuw bekijkt.
Aah!
Wegwezen!
Hi sexy!
Daten?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verschillende perspectieven
De ik-verteller
De personale verteller
De auctoriale verteller
De 'ik' is een personage uit het verhaal en vertelt het verhaal vanuit zijn of haar ogen, inclusief gedachtes en gevoelens.
Lijkt op de ik-verteller, maar het verhaal wordt dan verteld vanuit 'hij' of 'zij'. Je kijkt als het ware over de schouder van de personages mee
Een alwetende stem. Kan van bovenaf op de situatie in- of uitzoomen. Kent alle personages. En kan commentaar geven op het verhaal.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Weer haalde Vedder zijn schouders op. 'Wat vind je ervan?'

Wat ik ervan vond? Ik vond er alles van. Alles. Het was geweldig. Het was enorm. Het was adembenemend. Het was onmogelijk. 'Prachtig,' zei ik. 'Het is prachtig. Hoe wist je dat dit een van mijn favoriete kunstwerken was?'

Fragment uit 'Mijn nacht met Vedder' van Buddy Tegenbosch.
A
De ik-verteller
B
De personale verteller
C
De auctoriale verteller
D
Ik weet het niet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

'Ik ben...' Maar voor ze haar naam zei, bedacht Kaat dat Pim hun op het hart had gedrukt nooit hun echte naam te geven. Dus zei ze maar niets. 'De volgende keer moet je gewoon een blokje om lopen als het te riskant wordt, en het dan opnieuw proberen,' zei Judith, terwijl ze haar bril terug op haar neus schoof. Ze was nogal lang en slungelig, en had donkerbruine krullen. Kaat knikte. Ze ademde een paar keer diep in en probeerde de sombere gedachten van zich af te schudden. Ze moest zich niet van alles in het hoofd halen.

Ingekort fragment uit 'Noem geen namen' van Astrid Sy.
A
De ik-verteller
B
De personale verteller
C
De auctoriale verteller
D
Ik weet het niet

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke vragen kan ik over 
perspectief beantwoorden bij mijn leesboek?
  • In welk perspectief is dit verhaal geschreven, de ik-verteller, de personale verteller of de auctoriale verteller?

  • Hoeveel vertellers zitten er in het verhaal?

Slide 9 - Slide

Tot slot is het natuurlijk de vraag: hoe verwerk je dit college uiteindelijk in je presentatie aan het einde van dit pensum? 

Probeer antwoord te geven op (een aantal van) deze vragen. 

Met deze vragen vat je de informatie uit dit college mooi samen en heb je een handvat om die informatie op je eigen boek toe te passen.
Aan de slag 
  • Paragraaf 8
  • Lees pagina 34
  • Maak opdrachten 1 t/m 5 en 8 t/m 12  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions