L'épicerie et à l'office du tourisme

Beginopdracht
Klaar?
Begin aan opdracht 1 van l'office du tourisme: C'est où? 
(page 12)
of 
Neem de eerste 2 hoofdstukken opnieuw door
timer
5:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beginopdracht
Klaar?
Begin aan opdracht 1 van l'office du tourisme: C'est où? 
(page 12)
of 
Neem de eerste 2 hoofdstukken opnieuw door
timer
5:00

Slide 1 - Slide

L'epicerie et à l'office du tourisme

Slide 2 - Slide

Les buts
Je kan...
1. Naar de weg vragen en de weg wijzen
2. Groente en fruit bestellen in het Frans

Slide 3 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
1. Maken beginopdracht
2. Nakijken beginopdracht
3. Quiz- en sleep vragen
4. Einddialoog van à l'épicerie
5. Vergelijken dialoog
6. Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 4 - Slide

Nakijken beginopdracht

Exercice 1.
1. Je voudrais avoir deux bananes
2. Je voudrais acheter trois pommes

Exercice 2.
1. Un kilo
2. Une bouteille
3. Un verre
4. Un litre
Exercice 3.
1. Pardon, waar is het zwembad alstublieft?
2. Vous allez à gauche

Vergelijk je antwoorden rustig met je buur
en
Steek je hand op als jullie vragen hebben!
timer
5:00

Slide 5 - Slide

la pomme
La pestèque
La cerise
Les raisins

Slide 6 - Drag question

Hoe zeg je in het Frans...
Ik zou willen kopen
A
Je veux
B
Je voudrais
C
Je veux avoir
D
Je voudrais acheter

Slide 7 - Quiz

Vous allez à gauche et puis vous allez à droite
Vous allez à droite et puis vous allez à gauche
Vous allez tout droit et puis vous allez à droite
U gaat naar rechts en dan naar links
U gaat rechtdoor en dan naar rechts
U gaat naar links en dan naar rechts

Slide 8 - Drag question

Dialoog opdracht
Maak: dialoog I van à l'épicerie 
Page 7

Probeer het uit je hoofd!

Klaar?
Begin aan Opdracht I: C'est où? van à l'office du tourisme
of 
Neem de eerste 2 hoofdstukken opnieuw door
timer
7:00

Slide 9 - Slide

Voorbeeldzinnen:
1. Bonjour Madame/Monsieur!
2. Je voudrais avoir quatre bananes, six pommes et un kilo d'oranges.
3. Je voudrais aussi une bouteille de coca
4. Oui, c'est tout
5. Pardon/excusez-moi, je n'ai que cinquante euros.
6. Merci beaucoup, au revoir, bonne journée!
Vergelijk rustig je zinnen met je buur
en
Steek je hand op als je vragen hebt!
timer
6:00

Slide 10 - Slide

Wat vond je nog moeilijk?
Schrijf het op op je wisbordje en laat je wisbordje liggen op je tafel!

Bijvoorbeeld...
Ik vond het vertalen van je voudrais nog lastig




Slide 11 - Slide

Au revoir! :)
Vergeet niet je stoel aan te schuiven en je wisbordje terug te leggen!

Slide 12 - Slide