Maatschappelijke participatie les 5

Maatschappelijke participatie
PGL les 5
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Maatschappelijke participatie
PGL les 5

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Lesdoelen
  • Transactionele analyse 
  • Empowerment 
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Beschrijf in 1 zin de presentiebenadering

Slide 4 - Mind map

Lesdoelen
  • Je hebt kennis van de transactionele analyse en empowerment. 
  • Je kunt verschillende ego situaties inzetten in de praktijk.  

Slide 5 - Slide

Begeleidingsmodellen
  • Transactionele analyse
  •  Empowerment

Slide 6 - Slide

Transactionele analyse
  • De Transactionele Analyse (TA) gaat ervan uit dat iedereen ervaringen opdoet tijdens het opgroeien. 
  • Die ervaringen bepalen hoe je naar jezelf en anderen kijkt en dit heeft weer invloed op de manier waarop je communiceert en met anderen omgaat.
  • Wordt veel gebruikt met coaching. 
  • Eric Berne is de grondlegger

Slide 7 - Slide

Uitgangspunten
  • Wederzijds respect en dat iedereen in staat is voor zichzelf te denken en verantwoordelijkheid te nemen voor de keuzes die hij of zij maakt. 
  • Je kijkt naar hoe de cliënt zichzelf ziet en vanuit welke positie hij of zij communiceert. 
  • Door als begeleider zelf bewust een positie te kiezen van waaruit je communiceert kun je de cliënt helpen inzicht te krijgen in patronen die hij of zij ontwikkeld heeft. 
  • Op basis van het inzicht in de patronen kan de cliënt verantwoording nemen en andere keuzes maken in zijn gedrag en in de wijze waarop hij communiceert.

Slide 8 - Slide

Hoe ziet de cliënt zichzelf en de ander
  • Ik ben oké, jij bent oké. Mensen zijn gelijkwaardig, bij conflicten kijk je naar win-winoplossingen. Verandering en groei zijn mogelijk.
  • Ik ben niet oké, jij bent wel oké. De cliënt voelt zich minderwaardig en zal in een conflict sneller toegeven. Wat de ander van de cliënt vindt is voor de cliënt belangrijk.
  • Ik ben oké, jij bent niet oké. De cliënt voelt zich beter dan de ander. In contact met anderen zal hij zijn oplossingen doordrukken en vaak weten wat goed is.
  • Ik ben niet oké, jij bent niet oké. De cliënt heeft vaak een negatieve kijk op het leven en heeft vaak het idee dat daar toch niks aan te veranderen valt. Deze cliënt kijkt niet naar oplossingen en is in de communicatie vaak negatief. 

Slide 9 - Slide

De ego toestand
  • De ego-toestand zegt iets over de positie van waaruit we reageren in een gesprek.
  • Voor de meeste cliënten is de positie van de ego-toestand geen bewuste keuze, voor jou als begeleider is het dat wel. 
  • Je kunt spelen met ego-toestanden waarmee je de cliënt uitdaagt zich bewust te worden van zijn positie/gedrag en zo stimuleert andere keuzes te maken. 

Slide 10 - Slide

De ego toestand

Slide 11 - Slide

Een agent houdt een automobilist aan die door het rode stoplicht is gereden.

Wat zou de agent tegen de automobilist zeggen in een complementaire transactie?
De agent als kind

Slide 12 - Open question

Situatie B
Situatie met twee automobilisten. Automobilist A is tegen de auto van B aangereden. De volgende transactie vindt plaats:

A: ‘Bij het achteruitrijden ben ik tegen uw auto aangekomen.’
B: ‘Ik zie het. Het valt reuze mee en volgens mij bent u flink geschrokken.’



Slide 13 - Slide

Van welke transactie is hier sprake?
A
Kind - Kind
B
Ouder - Kind
C
Volwassene - Kind
D
Ouder - Ouder

Slide 14 - Quiz

Strooks
  • Een strook is een eenheid van erkenning, zowel positief als negatief. 
  • In het Engels komt dit van het werkwoord stroke, dat zowel ‘slaan’ als ‘aaien’ betekent. 
  • Strooks zijn een erkenning van iemands aanwezigheid of bestaan. Mensen hebben strooks – aandacht – nodig, iedereen heeft het nodig te worden bevestigd in zijn bestaan. 

Slide 15 - Slide

4 soorten strooks
  • Positief voorwaardelijk: positieve strooks die je krijgt als je iets gedaan hebt. ‘Dit rapport heb je goed onderbouwd.’
  • Positief onvoorwaardelijk: positieve strooks die je krijgt om wie je bent. ‘Ik ben altijd zo blij als jij er bent.’
  • Negatief voorwaardelijk: negatieve strooks die je krijgt om wat je doet. ‘Wat is je bureau een rotzooi’ of ‘Wat werk je traag.’
  • Negatief onvoorwaardelijk: negatieve strooks die je krijgt om wie je bent. ‘Ik haat jou’ of ‘Jij bent dom.’

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Empowerment
Het versterken van mensen en groepen zodat ze kunnen deelnemen aan de samenleving. Via empowerment krijgen individuen, organisaties en gemeenschappen greep op hun eigen situatie en hun omgeving. 

Slide 18 - Slide

Winst voor de samenleving
  • Door de dubbele vergrijzing en de toename van chronische aandoeningen zal het aantal zorgvragen in de komende jaren enorm toenemen.
  • Diverse bronnen maken duidelijk dat het huidige zorgstelsel de komende vraag niet aan zal kunnen. Er zal een tekort aan zorgpersoneel ontstaan. Verdelen van de beschikbare middelen (geld en arbeidskrachten) wordt steeds belangrijker, maar ook lastiger.
  • De overheid gaat nu ook inzetten op empowerment als veelbelovend concept voor de inrichting van de professionele zorg en de verschuiving van het accent op verzorging naar het accent op zelfzorg en zelfredzaamheid. 
  • Het is namelijk ook een antwoord op de kritiek vanuit de samenleving (vooral vanuit cliënten- en patiëntenbewegingen) dat de zorg onvoldoende aansluit bij de werkelijke behoeften.


Slide 19 - Slide

Wat mis je nog?

Slide 20 - Mind map

Afsluiten
Vragen?
Geen huiswerk
Volgende week -> Laatste les

Slide 21 - Slide