4.1 geslachtsorganen (ABS)

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Startklaar: oordopjes en telefoons weg. Schrift, boek 3B, chromebook, pen en etui op tafel

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon uit en weg. Ik wil hem niet zien! 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
• Log in op LessonUp
• Pak je boek 2/3B (zelfde als periode 1). En doe pagina 8 open.

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Overzicht Periode 2

• Thema 2: Voortplanting en seksualiteit + cellen 
• Benodigde lesmaterialen: Boek 3B, boek creatief met biologie.

En in week 11/12 TOETSWEEK!

Week 50	Week 51	Week 52/1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7	Week 8	Week 9/10
Bekijken van de toets	4.1 Geslachtsorgnanen	Kerst-vakantie	4.2 Hormonen geslachtskenmerken	4.3 Zaadcellen/eicellen en menstruatiecyclus	4.4 Zwanger worden	SO	4.5 seksualiteit	4.6 Grenzen en veilige seks	Voorjaarsvakantie	Cellen + Herhaling

Thema 4 voortplanting en seksualiteit

periode 2

Wat wil ik behouden en wat wil ik anders doen in periode 2

- Betere controle op materialen. Elk begin van de les ga ik na.

- Ik wil dat jullie meer aantekeningen maken tijdens les

Probleem #1: mensen hebben geen schrift voor biologie. Geen losse blaadjes, geen schrift voor alle vakken. 

Probleem #2: neem elk les je schrift mee

Probleem #3: Docent geeft op slides met symbool               aan waar en aantekeningen in moet komen     

-   Meer werken in de klas.   Waarom? --> Verwerking

           Leerdoelen

1. Je kunt uit uitleggen welke organen het voortplantingsstelsel behoren (R)
2. Je kunt primaire geslachtskenmerken noemen (R)

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Welk levenskenmerk zorgt ervoor dat een man en een vrouw kinderen kunnen krijgen?

Voortplanting

Geef voorbeelden van organismen die anders voortplanten dan mensen...

                Geslachtskenmerken

Waaraan kun je zien of een pasgeboren baby een jongen of een meisje is?

aan het geslacht (lichamelijk kenmerk)

Geslachtskenmerken: De lichamelijke kenmerken die het geslacht bepalen. (geslacht = sekse)

Is alleen het geslacht genoeg om kinderen te krijgen? Of zijn er in je lichaam ook voortplantingsorganen?

1. Ja
2. Nee, er zijn organen in je lichaam die nodig zijn voor voortplanting
3. Weet ik niet

Het voortplantingsstelsel

Alle organen die een rol spelen bij de voortplanting.

MAN

Inwendige geslachtsorganen

(in je lichaam)

Uitwendige geslachtsorganen

(zichtbaar van buiten)

VROUW

Inwendige geslachtsorganen

(in je lichaam)

Uitwendige geslachtsorganen

(zichtbaar van buiten)

4.1 Geslachtsorganen

Inwendige geslachtsorganen

Zelf lezen blz 9 en 10.

Maken opgave 4

Inwendige geslachtsorganen

Inwendige geslachtsorganen

Orgaan	Wat is het?	Functie
1. Balzak	Huidplooi onder de penis.	Hierin liggen de teelballen (zaadballen) en de bijballen.
2. Teelballen	Delen die in de balzak zitten.	Delen die zaadcellen produceren.
3. Bijballen	Delen die op de teelballen zitten.	Tijdelijke opslag voor zaadcellen.

Inwendige geslachtsorganen

Orgaan	Functie
5. Zaadleiders	Transport van zaadcellen van de bijbal naar de prostaat.
6. Zaadblaasjes	Organen die vocht toevoegen aan de zaadcellen.
7. Prostaat	Orgaan dat vocht toevoegt aan de zaadblaasjes.
8. Urinebuis	Transport van urine en sperma.

Sperma

Sperma bestaat uit:                                             

1. zaadcellen
2. vocht uit de zaadblaasjes

3. vocht uit de prostaat

Inwendige geslachtsorganen

maagdenvlies

____

Inwendige geslachtsorganen van de vrouw

Orgaan	Wat is het?	Functie
Eierstokken	Organen waarin eens in de vier weken een eicel rijpt.	Produceren eicellen.
Eileiders	Orgaan dat een trechtervormig uiteinde bezit, dat de vrijgekomen eicel opvangt.	Vervoeren de eicel naar de baarmoeder.
Baarmoeder	Orgaan dat aan de binnenkant is bekleed met slijmvlies. Heeft een dikke laag spieren in de wand.	Hierin kan de bevruchte eicel zich ontwikkelen tot een embryo.

Inwendige geslachtsorganen van de vrouw

Orgaan	Wat is het?	Functie
Vagina (schede)	Tunnel tussen de baarmoeder en de vulva.	Geslachtsgemeenschap

Uitwendige geslachtsorganen

zelf lezen bladzijde 9 en 10

opgave 3 - blz. 11 maken

Uitwendige geslachtsorganen

Uitwendige geslachtsorganen

Orgaan	Wat is het?	Functie
penis	Uitwendig geslachtsorgaan van de man.	Gebruikt om urine te lozen en of voor geslachtsgemeenschap.
eikel	Top van de penis.	Gevoelig voor prikkels.
voorhuid	Huidplooi om de eikel.	Beschermt de eikel.
zwellichamen	Delen in de schacht die zich kunnen vullen met bloed.	Kunnen de penis in erectie brengen. De penis wordt dan groter en stijver.

Uitwendige geslachtsorganen

zelf lezen bladzijde 9

Uitwendige geslachtsorganen

Orgaan vulva:	Wat is het/waar ligt het?	Functie
Buitenste schaamlippen (grote schaamlippen).	Behaarde huidplooien.
Binnenste schaamlippen (kleine schaamlippen).	Huidplooi die liggen tussen de buitenste schaamlippen.	Maakt vaginaal vocht, om de toegang tot de vagina gladder te maken.

Uitwendige geslachtsorganen

Orgaan	Wat is het/waar ligt het?	Functie
glans/ eikelclitoris (kittelaar)		gevoelig voor aanraking
clitorishoed	een huidplooi, ligt om de clitoriseikel
zwellichamen van de clitoris (inwendig)	liggen onder de buitenste- en binnenste schaamlippen	vullen zich met bloed bij seksuele opwinding

Hoe heet het orgaan dat gevoelig is voor prikkels bij de vrouw?

Hoe heet het orgaan dat gevoelig is voor prikkels bij de man?

clitoriseikel

eikel

Hoe heten de geslachtscellen van de vrouw?
Waar worden deze geproduceerd?

Hoe heten de geslachtscellen van de man?
Waar worden deze geproduceerd?

eicellen

eierstokken

zaadcellen

teelballen

           Leerdoelen

1. Je kunt uit uitleggen welke organen het voortplantingsstelsel behoren (R)
2. Je kunt primaire geslachtskenmerken noemen (R)

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Welk orgaan behoort tot de uitwendige geslachtsorganen bij de man?

1. zaadleiders
2. zaadblaasjes
3. eikel
4. prostaat

Welk orgaan behoort tot de inwendige geslachtsorganen bij de man?

1. schacht
2. eikel
3. voorhuid
4. prostaat

Hoe heet het orgaan bij de vrouw dat gevoelig is voor aanraking?

1. maagdenvlies
2. clitoriseikel
3. binnenste schaamlip
4. buitenste schaamlip

In welk orgaan ontwikkelt een bevruchte eicel zich tot embryo?

1. baarmoeder
2. eierstok
3. eileder
4. vagina

Hoe heet het deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel waar de eicellen liggen opgeslagen?

1. eileider
2. baarmoeder
3. vagina
4. eierstok

           Afsluiting

Huiswerk

maak opgaven 1 en 2.

Checklist:

• Zijn de leerdoelen behaald?
• Les in context plaatsen van de periode 
• Het leren en het gedrag samen evalueren
• Vooruitblikken adhv JdW-planner  

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

• voortplantingsstelsel, geslacht, sekse, geslachtsorganen, geslachtskenmerken, penis, balzak, teelbal, bijbal, zwellichaam, eikel, voorhuid, zaadleider, urinebuis, baarmoeder, vagina, eileiders, eierstokken, vulva, buitenste en binnenste vulvalippen, clitoris, zwellichamen, glans, clitorishoed, clitoriseikel, maagdenvlies