Hoofdstuk 9 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands

• Lezen (20 minuten)
• Nakijken huiswerk
• Uitleg dubbele punt, apostrof, bezitsvorm
• Werken aan weektaak 
• Nieuwe boekopdracht
• Kahoot werkwoordspelling

Lezen

Wat? Lezen in een boek

Hoe? In stilte

Tijd? 20 minuten

Dubbele punt

Waar hoort de dubbele punt? 

Wat is de bijbehorende regel?

1. Zij zei 'dat heb je goed gedaan'.
2. Dit eet ik het liefst sushi en patat.
3. Ik dacht laat ik vanavond maar uit eten gaan.
4. Er waren drie prijzen te winnen een plant, een tas en een dinerbon.

 

Dubbele punt

1. Zij zei: "Dat heb je goed gedaan."
2. Dit eet ik het liefst: sushi en patat.
3. Ik dacht: laat ik vanavond maar uit eten gaan.
4. Er waren drie prijzen te winnen: een plant, een tas en een dinerbon.
   
   

 

Dubbele punt

Ik gebruik dus:

1. een dubbele punt als ik citeer wat iemand gezegd heeft
2. een dubbele punt voor een aankondiging
3. een dubbele punt voor een reden/uitleg
   
   

Apostrof

1 Bij een afkorting of verkleinwoord met -er erachter       PVV'er vmbo'er

2 Bij het meervoud van afkortingen                                          dvd's

3 Bij het meervoud van woorden op -y                                     baby's (cowboys)

4 Bij bezitsvormen van namen die eindigen                          Hanna's tas

op een lange klinker of -y                                                                Benny's fiets

5 Bij bezitsvormen van namen die eindigen op                   Kees' boek

een s-klank                                                                                            Max' telefoon

6 Bij woorden of getallen waarvan je een deel weglaat   's morgens, in '99

Apostrof

Waar hoort een apostrof? Leg je antwoord uit.

                 bezitsvorm

Namen+s (bezitsvorm)

bezitsvorm 

De schoenen van mijn vader

mijn vaders schoenen

(bezitsvorm) 

Bezitsvormen

In plaats van de schoenen van mijn vader kun je ook zeggen mijn vaders schoenen. 

De bezitsvorm geeft aan van wie of wat iets is.

De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een s achter te zetten.

Bezitsvorm

Hoe schrijf je jouw naam als bezitsvorm?

Wat is de bezitsvorm van 'Lars'?

1. Larses
2. Lars's
3. Lars'

De pen van Hans.
Bezitsvorm

1. Hanss pen
2. Hans' pen
3. Hans pen
4. Hansis pen

De fiets van Maurice.
Wat is de bezitsvorm?

1. Maurice' fiets
2. Maurices fiets

Het huis van mijn oma
Wat is de bezitsvorm?

1. Omas' huis
2. Omas huis
3. Oma's huis

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?

1. Max' boek
2. Maxs boek
3. Max's boek

Wat is de juiste schrijfwijze (bezitsvorm)?

1. Maikels auto; Sanne's auto
2. Max' auto; Mieke's auto
3. Isa's auto; Marks auto
4. Bas' auto; Maurice's auto

Bezitsvorm. Welke is goed ?

1. Ali's telefoon
2. Mijn vader's gitaar
3. Rianne's wens

De fiets van Lars.
Wat is de bezitsvorm?

1. Lars' fiets
2. Lars fiets

Het paard van Rianne.
Wat is de bezitsvorm?

1. Riannes paard
2. Rianne's paard
3. Riannes' paard

Bezitsvorm
Helena + fiets

1. Helenaas fiets
2. Helena's fiets
3. Helenas fiets

Kies de juiste bezitsvorm

1. Tülay's telefoon
2. Tülays telefoon

Ik kan de bezitsvorm goed schrijven.

1. Ja
2. Nee
3. Meestal

Weektaak

Wat? H9 opdracht 13 en 15 t/m 20

Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen

Hulp? Steek je hand op

Tijd? 20 minuten

Klaar? Lezen in je boek