11-06 grammar chapter 5

Grammar chapter 5
Bezitsvorm
Much/Many

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammar chapter 5
Bezitsvorm
Much/Many

Slide 1 - Slide

Bezitsvorm

Slide 2 - Slide

Bezitsvorm
Om in het Engels bezit aan te geven gebruik meestal 's
Dit gebeurt alleen bij Mensen, Dieren, Landen en Organisaties

The man's dog
Microsoft's system

Slide 3 - Slide

Bezitsvorm
Meervoudsvormen die eindigen op een -s dan krijg je alleen een
Ook hier alleen bij Mensen, Dieren, Landen of Organisaties!

The students' bathroom
The Netherlands' cheese

Slide 4 - Slide

Belang van spelling
My brother's room - de kamer van mijn broer
My brothers' room - de kamer van mijn broers
My brothers' rooms - de kamers van mijn broers

Slide 5 - Slide

Bezitsvorm
Om bezit aan te geven van dingen (Geen Mens, Dier, Land of Organisatie) gebruik je 'of'.

The peel of the banana
The hood of the car

Slide 6 - Slide

Where is the men____ room?
A
's
B
'

Slide 7 - Quiz

My parents___ car has just been cleaned.
A
's
B
'

Slide 8 - Quiz

My friend___ house is just across the street
A
's
B
'

Slide 9 - Quiz

That is charles___ book.
A
's
B
'

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van bezit zie je?
- The King
- A Crown

Slide 11 - Slide

En hier?
The American Military-
- A Tank

Slide 12 - Slide

How about this one?
The Cat-
big eyes -

Slide 13 - Slide

And another
The Flowers -
- Petals

Slide 14 - Slide

One final one
The Hot dog
- The Bun

Slide 15 - Slide

Much/Many

Slide 16 - Slide

Much/Many
'Much' en 'Many' beteken allebei 'veel'. 

Wanneer gebruik je welke?

Slide 17 - Slide

Much vs Many
'Much' en 'Many' beteken allebei 'veel'. 


Telbaar
Ontelbaar
Many friends
Many books
Many hours
Many people
Much water
Much homework
Much fun
Much money

Slide 18 - Slide

Welke is juist?
A
Much tea
B
Many tea

Slide 19 - Quiz

Welke is juist?
A
Much friends
B
Many friends

Slide 20 - Quiz

Vul in: much of many
1. We don't have ____ time.

Slide 21 - Open question

2. There are _____ cars on the road.

Slide 22 - Open question

3. There are still _____ minutes left.

Slide 23 - Open question

4. eating too _____ chocolate is bad for you.

Slide 24 - Open question

5. My new videogame has ____ levels.

Slide 25 - Open question