Chapitre 2, 2MH (L) Me voilà! Les 3.

Les 3 Chapitre 2
Me voilà
Aujourd'hui on va corriger les devoirs;
exercice 10b - 11a - 12a,b,c


Leer nu eerst nog even de zinnen van C op page 90 Frans/Nederlands 
Leg je huiswerk open op tafel.

On va faire D (grammaire)
Je maakt alle opdrachten in je werkboek en niet online.


timer
5:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 3 Chapitre 2
Me voilà
Aujourd'hui on va corriger les devoirs;
exercice 10b - 11a - 12a,b,c


Leer nu eerst nog even de zinnen van C op page 90 Frans/Nederlands 
Leg je huiswerk open op tafel.

On va faire D (grammaire)
Je maakt alle opdrachten in je werkboek en niet online.


timer
5:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce que nous allons faire?
exercice 10b - 11a - 12a,b,c

Slide 3 - Slide

Exercice 10b
1 moet je een huisdier hebben
2 iedere dag (van de week)
3 mailen naar het asiel
4 allemaal
5 lid is van de club
6 nog meer huisdieren

Slide 4 - Slide

Exercice 10b
1 Als je lid wilt worden van de jeugdclub van het asiel moet je van dieren houden / mag je een huisdier hebben.
2 Je moet woensdag, zaterdag of zondagmiddag beschikbaar zijn.
3 Als je meer informatie wilt, moet je op de link klikken.
4 De huisdieren van William komen niet allemaal uit het asiel.
5 Na het lezen van een artikel over een jongen die zijn eigen club op heeft gericht, is William lid geworden.
6 De ouders van William willen niet nog meer huisdieren.

Slide 5 - Slide

Exercice 11a
2 le chien/les chiens                      de hond/de honden
3 le chat/les chats                          de kat/de katten
4 le poisson/les poissons           de vis/de vissen
5 le hamster/un hamster            de hamster/een hamster
6 la tortue/une tortue                   de schildpad/een schildpad
7 le lapin /un lapin                          het konijn/een konijn
8 l’oiseau/un oiseau                      de vogel/een vogel

Slide 6 - Slide

Exercice 12 b

Nom: Ava 
Âge: 13 ans
Famille:
 J’ai deux frères et une sœur.
Animal:
Nous avons deux chiens. Ils s’appellent Tommy et Sissy.



Nom: Jules
Âge: 14 ans
Famille:
J’ai trois frères et deux sœurs.
Animal:
Nous avons un chat. Il s’appelle Plume.

Slide 7 - Slide

Exercice 12 a
1 J’ai un frère et deux petites sœurs.
2 Nous avons un chien, Boris, il est vieux. Nous avons aussi deux chats, un perroquet et quatre poissons.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

D grammaire
We slaan C over en starten op bladzijde 70 bij de grammatica.

Dit gaat over het bijvoeglijk naamwoord. Wat is dat ookalweer?

Slide 12 - Slide

Les devoirs

Maak exercice 16 - 17
Leer de zinnen van C page 90

Slide 13 - Slide