Salim en Gabriël: H 5 lezen af, schrijven 1 en 2 + theorie
Ayrton: H 2 Schrijven: zakelijke brief
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Nederlands H 5 Mening
3 vmbo Week 14, 5 april 2018
Welkom Vasco!
Huiswerk was:
3 BB: H 5 woordenschat af t/m 6
3 TL H 5 Woordenschat afronden
Nina: afmaken deelt lezen H5
Voortraject: Tamara H1 htoets
Salim en Gabriël: H 5 lezen af, schrijven 1 en 2 + theorie
Ayrton: H 2 Schrijven: zakelijke brief
Slide 1 - Slide
Formuleer een mening met het juiste signaalwoord over roken in het bijzijn van kinderen.
Slide 2 - Mind map
Formuleer nu een argument bij jouw mening. Gebruik het juiste signaalwoord.
Slide 3 - Mind map
Het moet verboden worden om dieren zonder verdoving te slachten. Bram is het hier mee eens. Waar staat een correct argument voor zijn mening?
A
Nou, dat vind ik gewoon.
B
Per jaar worden zo'n miljoen dieren onverdoofd geslacht.
C
omdat dit onnodig dierenleed met zich meebrengt.
D
En het moet ook verboden worden dat dieren stress hebben.
Slide 4 - Quiz
Fragment uit Rundfunk
Bekijk het volgende fragment uit de humoristische tv serie Rund Funk en beantwoord dan de volgende vragen:
Waarom is dit fragment humoristisch?
Is er sprake van overdrijving? Van understatement? Leg uit
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Fragment uit Rundfunk
(mondeling bespreken)
Waarom is dit fragment humoristisch?
Is er sprake van overdrijving? Van understatement? Leg uit
Slide 7 - Slide
Wanneer is sprake van understatement in een tekst?
Slide 8 - Mind map
In welke zin zit understatement?
A
Je hebt een tien, geweldig!
B
Toen Jan een schrammetje op zijn vinger had, zei zijn broer: "Nou nou, als je maar niet doodbloedt!"
C
Toen oma was overleden zei opa dat ze teruggegeven was aan het universum.
D
Toen Lara een 1 had voor haar proefwerk, zei de leraar: "Het kon beter."
Slide 9 - Quiz
In welke zin(nen) is sprake van overdrijving?
A
In Nederland regent het heus niet elke dag.
B
Als het regent duurt het eeuwen voordat het droog is.
C
In Nederland komt de regen met bakken uit de lucht vallen.
D
In Nederland regent het soms wel en soms niet.
Slide 10 - Quiz
Wat is de betekenis van de zin? Bas had geen oog dichtgedaan, nadat er voor de honderdste keer die nacht een hond blafte.
A
Bas had last van zijn oog, omdat er iets tegen zijn oog was gekomen.
B
Bas kon niet knipogen als er steeds honden blaften.
C
Bas had niet veel geslapen, omdat er heel vaak honden blaften.
Slide 11 - Quiz
Geef een zin met overdrijving.
Slide 12 - Mind map
Uit welke delen bestaat een overtuigende tekst?
A
Inleiding
B
Alinea
C
Middenstuk
D
Slot
Slide 13 - Quiz
Is dit een stelling? Er leven mensen op aarde.
A
Ja, want sommige mensen twijfelen daarover.
B
Nee, want sommige mensen twijfelen daarover.
C
Nee, want dit is gewoon een feit.
Slide 14 - Quiz
Stel je voor dat je een overtuigende tekst schrijft over de stelling dat iedere leerling gymnastiek moet krijgen op school. Hieronder zie je een deel van de tekst. Welke tekst hoort in het middenstuk?
A
Ik ben voor de stelling dat iedere leerling gym moet krijgen.
B
Bewegen is namelijk goed voor het lichaam en de geest.
C
In de VS is net een onderzoek onder de jeugd geweest waarin dat bewezen is.
D
Kortom, iedere leerling moet gym krijgen, omdat dat goed voor lichaam en geest is.