H3 - spelling herhaling

Herhaling spelling
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling spelling

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les

- kun je woorden met lange en korte klanken goed schrijven
- kun je woorden met ou/au, i/ie, ij/ei goed schrijven

Slide 2 - Slide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Herhaling korte/lange klank, i/ie, au/ou, ij/ei
- Evaluatie

Slide 3 - Slide

Geen man, maar een ...

Slide 4 - Open question

Opdrachten
Vul het juiste woord in. Let op: het gaat hier om woorden met ou/au

Schrijf steeds het hele woord op.

Slide 5 - Slide

Na juli komt …gustus.

Slide 6 - Open question

Je arm zit vast aan je sch…

Slide 7 - Open question

Je vader en moeder zijn je ...

Slide 8 - Open question

De ch..ffeur stopte niet bij de halte.

Slide 9 - Open question

Dit melkpak heeft een liter inh..d.


Slide 10 - Open question

Opdrachten
Vul het juiste woord in. Let op: het gaat hier om woorden met een korte of lange klank. 

Schrijf steeds het hele woord op.

Slide 11 - Slide

één boom, twee ...


Slide 12 - Open question

één straat, twee ...


Slide 13 - Open question

één paal, twee ...


Slide 14 - Open question

één school, twee ...


Slide 15 - Open question

één boor, twee ...


Slide 16 - Open question

één kaart, twee ...


Slide 17 - Open question

één fles, twee ...


Slide 18 - Open question

één klok, twee ...


Slide 19 - Open question

Opdrachten
Vul het juiste woord in. Let op: het gaat hier om woorden met een ij/ei

Schrijf steeds het hele woord op.

Slide 20 - Slide

Verdw..n uit mijn ogen!

Slide 21 - Open question

Met een bonnetje kun je bew..zen dat je hebt betaald.

Slide 22 - Open question

Sp..bel jij weleens?

Slide 23 - Open question

Wil jij de prijzen uitr..ken?

Slide 24 - Open question

Wat kleding betreft heeft het fotomodel een leuke st..l

Slide 25 - Open question

De VVD staat hoog in de p...lingen.

Slide 26 - Open question

Opdrachten
Vul het juiste woord in. Let op: het gaat hier om woorden met een i/ie

Schrijf steeds het hele woord op.

Slide 27 - Slide

Hiermee geef je planten water. Het is een ...

Slide 28 - Open question

HZij zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt. Het is de p...

Slide 29 - Open question

Deze badkleding bestaat uit twee delen. Het is een ...

Slide 30 - Open question

Een groot, grijs dier met een slurf. Het is een ...

Slide 31 - Open question

Samira trekt rechte lijnen met haar l..n..aal.

Slide 32 - Open question

Evaluatie
Aan het einde van de les

- kun je woorden met lange en korte klanken goed schrijven
- kun je woorden met ou/au, i/ie, ij/ei goed schrijven

Slide 33 - Slide

Ik maak geen fouten in het schrijven van woorden met een lange/korte klank.
A
Eens
B
Oneens

Slide 34 - Quiz

Ik maak geen fouten in het schrijven van woorden met een i/ie.
A
Eens
B
Oneens

Slide 35 - Quiz

Ik maak geen fouten in het schrijven van woorden met een ou/au.
A
Eens
B
Oneens

Slide 36 - Quiz

Ik maak geen fouten in het schrijven van woorden met een ij/ei.
A
Eens
B
Oneens

Slide 37 - Quiz