Par.5 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 1 - Slide

Thema 7/8 - Planten

Slide 2 - Slide

Ecologie
KB
8.1 - Bladeren
8.2 - Stengels en wortels
8.3 - Glucose als grondstof
8.4 - Voortplanting
8.5 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding
8.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

BB
7.1 - Bladeren
7.2 - Stengels en wortels
7.3 - Glucose als grondstof
7.4 - Voortplanting
7.5 - Bestuiving en bevruchting
7.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 3 - Slide

Doelen van de vorige les
Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting
Je kunt delen van een bloem benoemen
Je kunt de functies en kernmerken van de delen van een bloem beschrijven

Slide 4 - Slide

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje.
Hoe noem je de cel die is aangegeven met de letter Q?
A
Huidmondje
B
Opperhuidcel
C
Sluitcel

Slide 5 - Quiz


Een deel van het blad is uitvergroot. Hoe heet dit onderdeel?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Huidmondje
D
Celwand

Slide 6 - Quiz

In welk onderdeel van het blad vind fotosynthese plaats?
A
In de bladmoescellen
B
In de opperhuid
C
In de vaatbundels
D
Fotosynthese vind niet plaats in het blad

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van de wortel?
A
Water verdampen
B
Water opnemen
C
Water gebruiken voor voedingsstoffen

Slide 8 - Quiz

Water is een voorbeeld van een...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 9 - Quiz

Voor fotosynthese heeft de plant alleen maar anorganische stoffen en zonlicht nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een plant maakt met fotosynthese...
A
Zuurstof en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en glucose
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 11 - Quiz

Voor verbranding heeft een mens water en glucose nodig
A
Waar
B
Niet waar, het is zuurstof en glucose
C
Niet waar, het is koolstofdioxide en glucose
D
Niet waar, het is water en zuurstof

Slide 12 - Quiz

Fotosynthese vindt alleen overdag plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Verbranding vindt alleen 's nachts plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In welke richting stroomt water met mineralen in de houtvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 15 - Quiz

Bastvaten bevinden zich aan de .......... van een blad.
A
onderkant
B
bovenkant

Slide 16 - Quiz

Via welke onderdelen worden water en mineralen in de wortels opgenomen?
A
Wortelharen
B
Vaatbundels
C
Houtvaten
D
Bastvaten

Slide 17 - Quiz

Stoffen waaruit organismen zijn opgebouwd, zijn...
A
Organische stoffen
B
Anorganische stoffen
C
Organische en anorganische stoffen

Slide 18 - Quiz

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 21 - Quiz

Het mannelijk geslachtsorgaan van een bloem heet...
A
Kelkblad
B
Meeldraad
C
Stamper
D
Stempel

Slide 22 - Quiz

Doelen van deze les
Je kunt omschrijven wat bestuiving is
Je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt
KADER: Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) een plant afleiden hoe de zaden worden verspreid

Slide 23 - Slide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 24 - Slide

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

Veel stuifmeel
Kleine onopvallende bloemen
Meeldraden buiten de bloem
Stuifmeelkorrels klein en licht

Slide 25 - Slide

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten

Maken nectar, hier komen insecten op af

Weinig stuifmeel
Grote, opvallend gekleurde bloemen
Meeldraden in de bloem
Plakkerige stuifmeelkorrels

Slide 26 - Slide

              Ontstaan zaden

Slide 27 - Slide

Het zaadje
Bevat de kiem (=jonge plantje)
Bevat reservestoffen 

Slide 28 - Slide

KADER: Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden -> laten vallen of afschieten
  • De wind verspreid de zaden -> lichte zaden
  • Dieren verspreiden de zaden -> plakkerig, stekelig of opgegeten

Slide 29 - Slide

LET OP!
Stuifmeelkorrels verspreid door wind = Windbloemen
Zaden verspreid door wind =/= Windbloemen

Het soort bloem (windbloem of insectenbloem) is bepaald door hoe de stuifmeelkorrels verspreid worden

Slide 30 - Slide

Vragen?

Slide 31 - Slide

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 32 - Quiz

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 33 - Quiz

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 34 - Quiz

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant

A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 36 - Quiz

Aan het werk
Maken: Opdrachten paragraaf 5
Daarna: oude examenopgaven

Doelen:
Je kunt omschrijven wat bestuiving is
Je kunt de kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt
KADER: Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) een plant afleiden hoe de zaden worden verspreid

Slide 37 - Slide

Oefenen oude examenvragen
Zie magister

Slide 38 - Slide