2. Op wie ga jij stemmen?

Deze les:
Herhalen vorige les 
Paragraaf 2: op wie ga jij stemmen?
Stemwijzer invullen

Zie PPT de democratie leeft
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:
Herhalen vorige les 
Paragraaf 2: op wie ga jij stemmen?
Stemwijzer invullen

Zie PPT de democratie leeft

Slide 1 - Slide

Wat was volgens jou het meest interessantste nieuws van afgelopen week?

Slide 2 - Open question

Wat was volgens jou het meest interessantste nieuws van afgelopen week? ( de rest van de klas)

Slide 3 - Open question

Herhaling vorige les:
Leg in je eigen woorden uit wat politiek is.  
Leg in je eigen woorden uit wat een politici is  
Wat doen ambtenaren?  
  Wie vormen samen de overheid?  
  Wat is het verschil tussen een directe en indirecte democratie?  

Slide 4 - Slide

Leerdoelen deze les:
Je kunt 3 kenmerken benoemen van linkse partijen 
Je kunt 3 kenmerken benoemen van rechtste partijen
Je kent het verschil tussen actief en passief kiesrecht 
Je weet wat lijsttrekkers zijn
  Je weet wat de tweede kamer  is.

Slide 5 - Slide

Verkiezingen
In Nederland mag je vanaf je 18e stemmen: Je hebt dan actief kiesrecht
Ook mag je jezelf verkiesbaar stellen: Passief kiesrecht.
Een lijsttrekker
is de persoon die in verkiezingstijd het meest zichbaar is.

Slide 6 - Slide

Een goede politieke partij moet:

Slide 7 - Open question

Ben jij links of rechts?

Slide 8 - Slide

Als mensen in Nederland niet kunnen werken krijgen ze een uitkering. Deze wordt deels betaald door de werkende. Wat vind jij hiervan?
A
Goed!
B
Niet goed!

Slide 9 - Quiz

Schiphol groeit steeds meer en ook in Lelystad komt er een vliegveld bij. Kerosine ( de benzine van een vliegtuig) blijkt een van de grootste milieuvervuilers te zijn.
Ik:
A
Zal minder vliegen nu ik weet hoe slecht het voor het milieu is
B
Zal er geen moment over na denken

Slide 10 - Quiz

Nederland geeft ongeveer tussen de 4 en 4,5 miljard euro uit aan ontwikkelingsdgeld
A
Top! Mensen in bijv. Afrika verdienen ook een mooie toekomst
B
Ik ben het er niet mee eens, Nederland kan dat geld ook goed gebruiken

Slide 11 - Quiz

Het is eerlijk dat er in Nederland verschil bestaat tussen arm en rijk
A
Ja, de een werkt er harder voor dan de ander
B
Nee, sommige mensen kunnen er niks aan doen dat ze arm zijn

Slide 12 - Quiz

Als je op dit moment in Nederland levenslang de bak in gaat, is dat 30 jaar maximaal
A
Dit is veel te kort! levenslang is levenslang
B
Dit is logisch, mensen kunnen veranderen

Slide 13 - Quiz

Linkse partijen:
Zijn voor een actieve overheid: opkomen voor de zwakkere!  ( uitkeringen voor armen of ouderen)
Willen dat er meer wordt gedaan voor het milieu
Zijn partijen als SP, GroenLinks en PVDA.

Slide 14 - Slide

Rechtse partijen
Zijn voor een passieve overheid
Mensen moeten zelf verantwoordelijkheid nemen over hun leven.
Vinden het logisch dat er verschil is tussen arm en rijk
De overheid moet wel optreden in noodsituaties
Zijn voor strengere straffen.
Partijen zoals de VVD en de SGP

Slide 15 - Slide

Middenpartijen
Zijn een beetje van beide

D66, CDA en PVV

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Actief en passief kiesrecht
Actief: Je kunt je verkiesbaar stellen.
Passief: Je hebt het recht om te stemmen.
Lijsttrekkers zijn de belangrijkste personen binnen een partij

Slide 18 - Slide

Vul de volgende stemwijzer in. Ben je klaar dan maak je de samenvatting van hoofdstuk 1 en 2 van hoofdstuk politiek
https://www.jongerenkieswijzer.nl/

Slide 19 - Slide

Volgens de stemwijzer zou ik moeten stemmen op:

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Leerdoelen herhalen
Je kunt 3 kenmerken benoemen van linkse partijen   
Je kunt 3 kenmerken benoemen van rechtste partijen  
Je kent het verschil tussen actief en passief kiesrecht   
Je weet wat lijsttrekkers zijn   
Je weet wat de tweede kamer  is  

Slide 22 - Slide

https://schooltv.nl/video/nieuwsuur-in-de-klas-politieke-partijen-en-verkiezingen/#q=politieke%20stromingen

Slide 23 - Slide

Sociaal democraten
Solidariteit en gelijkwaardigheid
Overheid moet zorgen dat kennis, macht en geld eerlijker worden verdeeld.

PvdA, SP en Groenlinks

Slide 24 - Slide

Liberalisme
Persoonlijke vrijheid;
Leven zoals je wilt, homohuwelijk, abortus
Economische vrijheid
De vrijheid om een bedrijf te beginnen 
Geld verdienen met zo min mogelijk regels
Overheid niet zoveel bemoeien.

VVD en PVV zijn liberaal

Slide 25 - Slide

Christen-democraten
Het Christelijke geloof en de bijbel als uitgangspunten
naastenliefde is het allerbelangrijkste --> elkaar helpen.

God heeft de aarde geschapen dus je moet er zorgvuldig mee omgaan.
CDA en ChristenUnie zijn christendemocraten.

Slide 26 - Slide

BENOEM DE LIJSTTREKKERS EN DE PARTIJ WAAR ZE BIJ HOREN.

Slide 27 - Open question

Nu:
Maak de praktische opdracht over politieke partijen door deze met elkaar te vergelijken ( zie word bestand)

Slide 28 - Slide