(foutief) beknopte bijzin - les 4

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 1 - Slide

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en pak je spullen erbij.

Slide 2 - Slide

Toetsweek
Toets telt 2x mee!

Komende lessen:
  • Les 1: Grammatica + Formuleren hf. 2 (foutieve samentrekking)
  • Les 2: Grammatica hf. 3 (verwijswoorden)
  • Les 3: Formuleren hf. 3 (fouten met verwijswoorden)
  • Les 4: Grammatica + Formuleren (foutief beknopte bijzin)
  • Les 5: Herhalen + oefentoets 

Slide 3 - Slide

Huiswerk H3F
Maandag 3 juli:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8
  • Formuleren hf. 4: opdr. 1 t/m 4

Slide 4 - Slide

Huiswerk H3E
Dinsdag 4 juli:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8
  • Formuleren hf. 4: opdr. 1 t/m 4

Slide 5 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhaling hoofdzin - bijzin 
  • Uitleg beknopte bijzin
  • Opdrachten
  • Uitleg foutief beknopte bijzin
  • Aan de slag!


Slide 6 - Slide

Deze les
Grammatica + Formuleren H4: (foutief) beknopte bijzin

Aan het eind van de les:
  • kun je beknopte bijzinnen herkennen;
  • kun je een foutief beknopte bijzin herkennen en verbeteren.

Slide 7 - Slide

Terugblik hoofdzin + bijzin

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
  • Hoofdzin: persoonsvorm en onderwerp naast elkaar. Je kunt er niets tussen plaatsen.
  • Bijzin: persoonsvorm en onderwerp uit elkaar. Je kunt er wel iets tussen plaatsen
Ze gaat met me mee, als ik haar ticket betaal.
Ik vind hem heel slimhoewel hij af en toe wel slordig is.

Slide 9 - Slide

Ik kan die lamp niet repareren, maar ik kan wel een nieuwe lamp kopen.
A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 10 - Quiz

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 11 - Quiz

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 12 - Quiz

Ik weet natuurlijk niet of we daar de tijd wel voor krijgen.

A
HZ + HZ
B
BZ + HZ
C
HZ + BZ
D
BZ + BZ

Slide 13 - Quiz

Opdracht
In het zinsdeel tussen de vierkante haken staat geen onderwerp.  Wat is het onderwerp bij het onderstreepte (werk)woord?

  • Vermoeid door de lange, warme tocht] doken de wandelaars direct terug hun bed in.

Slide 14 - Slide

Beknopte bijzin
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp. Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp verwijzen naar dezelfde persoon/zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.

Luid lachend schonk hij een borrel in.  > Terwijl hij luid lachte, schonk hij een borrel in. 


Slide 15 - Slide

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin:
  • een voltooid deelwoord (Afgeleid....);
  • een onvoltooid deelwoord (.... liggend);
  • te + infinitief (te besteden).  

Slide 16 - Slide

Noteer de beknopte bijzin.

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.

Slide 17 - Open question

Noteer de beknopte bijzin.

Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.

Slide 18 - Open question

Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten zelfstandig:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8

Klaar? 
Maak een samenvatting van de theorie van hf. 2-4 of ga lezen in je leesboek. 
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Foutief beknopte bijzin
Als het onderwerp uit de hoofdzin niet het onderwerp is dat je in de bijzin zou kunnen zetten, dan is er sprake van een foutief beknopte bijzin . 


  • Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.
  • Kijkend uit het raam, viel plotseling en dakpan naar beneden. 

Waarom fout?

Slide 20 - Slide

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Na koffie te hebben gedronken in Hamburg, reed de bus richting Denemarken.

A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Op onze vakantiebestemming aangekomen, vielen de mussen van het dak.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Is de beknopte bijzin goed of fout?

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Link

Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten zelfstandig:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8
  • Formuleren hf. 4: opdr. 1 t/m 4

Klaar? 
Maak een samenvatting van de theorie van hf. 2-4 of ga lezen in je leesboek. 
timer
20:00

Slide 26 - Slide

Huiswerk H3F
Maandag 3 juli:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8
  • Formuleren hf. 4: opdr. 1 t/m 4

Slide 27 - Slide

Huiswerk H3E
Dinsdag 4 juli:
  • Grammatica hf. 4: opdr. 1, 2, 8
  • Formuleren hf. 4: opdr. 1 t/m 4

Slide 28 - Slide