Herhaling H1 Jagers en boeren

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling H1  Jagers en boeren

Als nomaden leef je niet op 1 vaste woonplaats

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een middel van bestaan?

Jagers en verzamelaars, waarvan bleven zij in leven? Geef voorbeelden.

Jagers/verzamelaars leefden in de prehistorie. Zij konden niet lezen en schrijven. Hoe weten we hoe ze leefden?

1. Door dat leven na te spelen
2. Door tekeningen in grotten
3. Door opgravingen van archeologen
4. Door te kijken hoe jagers en verzamelaars nu nog leven

De jagers en verzamelaars geloofden niet in het leven na de dood

1. Juist
2. Onjuist

Rond 9000 voor Christus gingen de mensen aan landbouw doen. Waar bestaat landbouw uit?

1. jagen en verzamelen
2. akkerbouw en veeteelt
3. jagen en veeteelt
4. verzamelen en akkerbouw

Hoe noemen we deze grote verandering?

Rond 3500 voor Christus leefden er in ons land een groep mensen die van de landbouw leefden. Hoe noemen we deze mensen?

1. Egyptenaren
2. Oermensen
3. Bandkeramiekers
4. Hunebedbouwers

Wat heeft deze pot te maken met de landbouwrevolutie?

Noem een gevolg van het ontstaan van landbouw?

Gevolgen van de landbouw

- Vaste woonplaats > eenvoudige huizen

- Er ontstonden dorpen

- Dieren worden tam gemaakt en gefokt

- Voedsel kan zelf verbouwd worden

- Nieuwe uitvindingen, zoals potten en gereedschappen zoals de ploeg

- Er kwam meer bezit en dus ongelijkheid

Geloofden de hunebedbouwers in het hiernamaals?

1. ja
2. nee

Hoe weten we dat ze in goden of het hiernamaals geloofden?

Klopt deze zin? Mensen gingen geloven omdat ze veel dingen in het leven niet snapten.....

1. ja
2. nee

Jagers en verzamelaars

Boeren

Nomaden

Vaste woonplaats

Veel bezit

Weinig bezit

iedereen gelijk

Veel verschillen in macht en aanzien

Wat ga je doen?

Maak elke opdracht alleen - overleg met je buur - kijk samen na

1 Maak op blz. 50 samenvattingsopdracht A en B 

2 Oefen zelfstandig begrippen op je device via Noordhoff (begrippentrainer).

3. Oefen op blz. 54 en  55 vraag 1 t/m 9 in je werkboek  

4. Ben je klaar? Laat je gemaakte opdrachten controleren

Welke opmerking over de landbouw in Egypte is juist?

1. De overstroming van de Nijl en vruchtbare slib is goed voor de landbouw
2. De Egyptenaren maakten gebruik van irrigatie om het hele jaar door aan landbouw te kunnen doen.
3. Alle twee de antwoorden zijn goed

De irrigatie landbouw zorgde voor veel voedsel, daardoor kwam er in Egypte:

1. steden
2. alle drie de antwoorden zijn goed
3. nieuwe ambachten
4. markt (handel)

De vorst van Egypte was de farao.
Wat deden de boeren NIET voor hem?

1. belasting betalen aan de farao
2. paleizen + piramides bouwen
3. vechten voor de farao
4. de farao gehoorzamen

Einde Quiz