H4 - Een eigen bedrijf - het idee - les 3

Les 3 Eigen bedrijf
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 3 Eigen bedrijf

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt voor- en nadelen benoemen van zelfstandig ondernemer zijn 
  • Je kunt omzet, brutowinst en nettowinst berekenen  

Slide 2 - Slide

Schrijf op...
  1. Zou je later ondernemer willen worden? Ja/ nee, want ...
  2. Noem een voordeel van eigen baas zijn 
  3. Noem een nadeel van eigen baas zijn  
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Voor- en nadelen 
Welke voor- en nadelen zijn er aan zelfstandig ondernemer ten opzichte van werken als werknemer in loondienst bij een werkgever? 
voordelen
nadelen
alle verdiensten zijn voor jou
je hebt geen vast inkomen
je kunt veel beslissingen nemen
je bent voor alles zelf verantwoordelijk
je bepaalt zelf je werktijden
je maakt vaak lange werkdagen
je moet zelf voorzieningen regelen voor het geval je ziek of arbeidsongeschikt word

Slide 4 - Slide

Het doel van een onderneming
  • Het doel van een onderneming is winst maken. 
  • Simpel gezegd: winst = omzet - kosten 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Omzet / afzet 
  • Omzet is het bedrag in geld wat je ontvangt van de kopers
  • Afzet is het aantal stuks wat je verkocht hebt 

Slide 7 - Slide

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  
Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst                                      (voor belasting)

Slide 8 - Slide

Opdracht
  • Manuel verwacht op een foodfestival de volgende afzet te kunnen behalen: 70 taco's, 90 wraps en 140 blikjes fris. 
  • Bereken de totale verwachte omzet die Manuel denkt te halen, als hij de taco's verkoopt voor € 4,50, de wraps voor € 6 en blikjes fris voor € 3. 
verw. verkoopprijs
verwachte afzet
verwachte omzet
taco's 
x
=
wraps
x
=
frisdrank
x
=
totaal verwachte omzet
=

Slide 9 - Slide

Opdracht - uitwerking
  • Manuel verwacht op een foodfestival de volgende afzet te kunnen behalen: 70 taco's, 90 wraps en 140 blikjes fris. 
  • Bereken de totale verwachte omzet die Manuel denkt te halen, als hij de taco's verkoopt voor € 4,50, de wraps voor € 6 en blikjes fris voor € 3. 
verw. verkoopprijs
verwachte afzet
verwachte omzet
taco's 
4,50
x
70
=
315
wraps
6
x
90
=
540
frisdrank
3
x
140
=
420
totaal verwachte omzet
=
1.275

Slide 10 - Slide

Noem een voorbeeld van bedrijfskosten.

Slide 11 - Open question

De omzet van de kledingwinkel van Kevin is € 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de bedrijfskosten zijn € 7.500.

De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 12 - Quiz

Van omzet naar ....
  Omzet                                            (= afzet x verkoopprijs)  
- Inkoopwaarde                           (= afzet x inkoopprijs)                
= Brutowinst
- Bedrijfskosten       
= Nettowinst                      


Slide 13 - Slide

Hoe bereken je de brutowinst?
A
nettowinst - bedrijfskosten
B
omzet - inkoopprijs
C
afzet x prijs
D
bedrijfskosten - inkoopprijs

Slide 14 - Quiz

Joyce heeft een lampenwinkel. Haar omzet in november dit jaar is € 22.000. In dezelfde maand vorig jaar was dat € 20.000.
Wat is er veranderd aan de omzet?
A
De omzet is gestegen met € 22.000.
B
De omzet is gestegen met € 2.000.
C
De omzet is gedaald met € 2.000.
D
De omzet is gedaald met € 20.000.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Een eigen bedrijf starten
  • Noem zoveel mogelijk kwaliteiten/ eigenschappen op waarover een goede ondernemer volgens jullie moet beschikken
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ondernemingsplan schrijven
Beschik je over ondernemerskwaliteiten en heb je een goed idee? Tijd om een ondernemingsplan te schrijven!


Ondernemingsplan bestaat o.a. uit:
  • Ideeën, plannen, wie is de ondernemer? 
  • Financieel plan 
  • Marketingplan 

Slide 19 - Slide

Ondernemingsplan
  • Jij en je onderneming 
  • waar ben je goed in, waar minder goed, wat wil je gaan doen, wat wil je bereiken? 
  • Financieel plan
  • Verwachte afzet, kostprijs, verkoopprijs (omzet, winstmarge)
  • Marketingplan
  • SWOT-analyse
  • Marketingmix (4 P's)

Slide 20 - Slide

3 Onderdelen
a. De ondernemers (4x groepje van 2, 1 groepje van 3)

De groepjes zijn... (verschillende types bij elkaar die elkaar aanvullen, samen = sterk!)

Na het idee, gaan jullie verder met het uitwerken van:

b. De onderneming 
- vestigingsplaats: https://cbsinuwbuurt.nl/  

c. Het ondernemingsplan en het marketingplan 
- gebruik theorie , uitleg volgt


Slide 21 - Slide

Beoordeling
  1. Samenstelling ondernemings- en marketingplan, leesbaarheid en spelling.
  2. Onderzoeksvaardigheden: is de inhoud goed onderbouwd (neem een bronnenlijst op) 
  3. Analyse SWOT en invulling van de marketingmix  
  4. Presentatie
  5. Samenwerking onderling

Slide 22 - Slide

Ga per groepje samen zitten
  1. Bedenk een idee en geef aan waarom jullie dit een goed idee vinden (een ondernemer is overtuigend!!!)
  2. Met dit idee gaan jullie de komende tijd verder...

Vanaf de volgende les blijven jullie samen zitten en werken jullie stapje voor stapje jullie bedrijf uit...

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video