la semaine 2 2021 la section I et les maisons des 3 petits cochons

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

les contraires

commence

donne

bien

léve - toi

Bonjour

madame

je me rappelle

froid

parce que

finis

prends

mal

assieds - toi

au revoir

monsieur

J' ai oublié

chaud

pourquoi

la phrase

1. de alinea
2. de zin
3. het woord
4. het hoofdstuk

mange

1. mager
2. het eten
3. eet
4. kribbe

chuchote

1. fluister
2. slis
3. vloer
4. volgend(e)

hier

1. hier
2. daar
3. morgen
4. gister

utilise

1. ga door
2. keukengerei
3. gebruikt
4. besluit

Wat betekent de passé composé?

1. de onvoltooid tegenwoordige tijd
2. de onvoltooid verleden tijd
3. de voltooid tegenwoordige tijd
4. de voltooid verleden tijd

Welke hulpwerkwoorden gebruik ik om een voltooide tijd te maken?

1. avoir
2. Faire
3. pouvoir
4. être

Hoe zeg je : ik heb gegeten in het Frans?

1. Je suis mangé
2. J' ai mangé
3. je veux manger
4. je fais manger

Hoe zeg je: Ik heb nagekeken in het Frans?

1. je suis corrigé
2. je suis corriger
3. j' ai corriger
4. j' ai corrigé

Que dit le premier petit cochon?

1. Regarde je fais une maison de paille
2. regarde, je fais une maison de bois
3. Je suis content de ma maison
4. je déteste ma maison

le premier petit cochon dit...

le deuxième petit cochon dit.....

le troisième petit cochon dit....