12 spelling H3 les 2

WELKOM 1B Deze les Grammatica 3.7
Vandaag les 1:
  1. Woord van de week
  2. Uitleg spelling meervoud zelfstandig naamwoorden
  3. Oefenen

Vandaag les 2:
  1. dictee
  2. Spreken, kijken luisteren
  3. Zelf lezen/aan je presentatie werken
 







1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELKOM 1B Deze les Grammatica 3.7
Vandaag les 1:
  1. Woord van de week
  2. Uitleg spelling meervoud zelfstandig naamwoorden
  3. Oefenen

Vandaag les 2:
  1. dictee
  2. Spreken, kijken luisteren
  3. Zelf lezen/aan je presentatie werken
 







Slide 1 - Slide

WELKOM 1B Woord van de week
extreem

Slide 2 - Slide

WELKOM 1B Woord van de week
extreem

Betekenis: heel erg, uitzonderlijk

Extreme sporten zijn sporten waar gevaar aan is verbonden. Een voorbeeld hiervan is basejumpen: men kan zich hierbij ernstig verwonden en zelfs sterven aan complicaties die men oploopt als men valt. Mensen beoefenen dit soort sporten om er een kick van te krijgen.

Slide 3 - Slide

Verder met spelling: meervoud van zelfstand naamwoorden
Wat is ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Slide 4 - Slide

Verder met spelling: meervoud van zelfstand
naamwoorden
Hoe maak je het meervoud?

Paard
Ezel
Ski

Slide 5 - Slide

Verder met spelling: meervoud van zelfstand
naamwoorden

Hoe maak je het meervoud?

Paarden        (+en)
Ezels               (+s)
Ski's                 (+'s)

Slide 6 - Slide

Verder met spelling: meervoud van zelfstand
naamwoorden
Let op! Een apostrof (') is alleen nodig als de uitspraak anders niet klopt.
pony > pony's
opa > opa's
bureau > bureaus
café > cafés
cowboy > cowboys

Slide 7 - Slide

Zelf oefenen
Spelling 3.8

Maak opdracht 8, 9, en 11 online
Maak daarna van de test jezelf (onderaan) alle vragen. 3.7 
Volgende week: repetitie hoofdstuk 3

Slide 8 - Slide

Dictee

Slide 9 - Slide

Dictee
Peil 
Mijden
Weide
Bereid
Eis
Leiden
Sein
Rijzen
Reiken
Lijden

Slide 10 - Slide

Zelf oefenen
Spelling 3.8

Maak opdracht 8, 9, en 11
Maak daarna van de test jezelf (onderaan) leerdoel B (vraag 9 en verder)

Klaar? Je mag kiezen:
Lees in je leesboek,
werk aan je presentatie
of leer/oefen voor de toets

Slide 11 - Slide