Paragraaf 6.1 - Naast de deur [3]

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

6.1 Naast de deur

Leerdoel(en) van deze les:

• Je kunt de vier groepen opnoemen waarin organismen worden ingedeeld

6.1 Naast de deur

Wat leeft er om je heen?

• Organisme > levend wezen

1. Dieren > kunnen zich meestal goed voortbewegen
2. Planten > zijn meestal groen
3. Schimmels > paddenstoelen of grijze/groene pluizige draden
4. Bacteriën > heel klein, kun je met het blote oog niet zien

6.1 Naast de deur

• Wat? Maken 6.1 – Opdracht 1 t/m 5
• Hoe? Blz. 105 t/m 107
• Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
• Tijd? 15 minuten
• Uitkomst? Opdracht 1 t/m 5 is af. 

• Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

Leerdoelen check

• Wat is een organisme?
  
  
• In welke 4 groepen kunnen we organismen indelen?

6.1 Naast de deur

Leerdoel(en) van deze les:

• Je kunt de naam van een plant opzoeken in een determineertabel

6.1 Naast de deur

Hoe vind je de naam van organismen?

• Determineren > de naam van een organisme opzoeken
  - Noteer per stap > bijv. 1a - 2b - 6a = Esdoorn
• Determineertabel > een lijst met kenmerken van organismen
  - hiermee zoek je de naam van een organisme op aan de hand van kernmerken
• Kenmerken > eigenschappen van een organisme 

6.1 Naast de deur

Determineren oefenen

Gebruik hiervoor
de determineertabel
op blz. 108

Noteer per stap
bijv. 1a - 2b - 6a = Esdoorn

 

6.1 Naast de deur

• Wat? Maken 6.1 – Opdracht 6 t/m 10
• Hoe? Blz. 108 t/m 110
• Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
• Tijd? 15 minuten
• Uitkomst? Opdracht 6 t/m 10 is af. 

• Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

Leerdoelen check

• Wat is determineren?
  
  
• Wat zijn kernmerken?

6.1 Naast de deur

Leerdoel(en) van deze les:

• Je kunt uitleggen dat elke soort een eigen leefomgeving heeft
• Je kunt omstandigheden uit de omgeving noemen die invloed hebben op organismen

6.1 Naast de deur

Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?

• Biotoop > een omgeving met geschikte omstandigheden voor een organisme (zee, strand, weiland, bos, heide, etc.)
• Invloeden > omstandigheden voor een organisme
• Abiotische invloeden > water, licht, temperatuur, wind
• Biotische invloeden > voedsel, roofvijanden, schuilplaats, soortgenoten

6.1 Naast de deur

Invloeden

6.1 Naast de deur

• Wat? Maken 6.1 – Opdracht 11 t/m 15
• Hoe? Blz. 111 t/m 114
• Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
• Tijd? 15 minuten
• Uitkomst? Opdracht 11 t/m 15 is af. 

• Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

Leerdoelen check

• Wat zijn abiotische invloeden?
  
  
• Wat zijn biotische invloeden?