Wereldoorlogen 9b

Wereldoorlogen 9b
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wereldoorlogen 9b

Slide 1 - Slide

Inhoud
Huiswerk
Opdracht 5, 6, 7, 8, 10 en 12
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Huiswerk
5 a: Er staat: ‘Veel plezier met een Ford; betaal terwijl je er al mee speelt.’ Een klant betaalde elke maand een klein bedrag terwijl hij de auto al had. Dat noem je kopen op afbetaling.

5 b: Al die auto’s die Ford maakte moesten ook verkocht worden. Daarom werd reclame gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van deze advertentie.
5 c: Het kan gebeuren dat een klant de auto al heeft, maar de afbetalingen niet kan betalen. De fabrikant krijgt dan het geld niet, terwijl de auto al wel verkocht is.

6: In een consumptiemaatschappij speelt het verkopen/kopen van producten een hoofdrol. Reclame is in zo’n maatschappij heel belangrijk, want door reclame komen mensen op het idee om meer te kopen.  

7: Ja, want in een consumptiemaatschappij worden veel producten gekocht door mensen. Er is dan sprake van massaconsumptie. Om massaconsumptie mogelijk te maken is massaproductie nodig. In een consumptiemaatschappij worden daarom ook aan de lopende band producten gemaakt.
8: A2 B5 C3 D4 E1 F6 













Slide 3 - Slide

Huiswerk
10: Op een vrije markt is sprake van vraag en aanbod. Als het aanbod van producten groter is dan de vraag naar producten, dan kunnen producenten hun producten niet verkopen. Als gevolg daarvan gaan dan de prijzen van de producten omlaag.  

12 a: Duitsland en de Verenigde Staten, omdat hun lijnen in de grafiek het meest pieken. In die landen was de werkloosheid in de jaren 1931/32 het hoogst.
12 b: In de drie andere landen daalt de werkloosheid rond 1933/34. In Nederland stijgt de werkloosheid dan juist.  

Slide 4 - Slide

Herhaling
Industriële Revolutie
Reclame
Leningen/afbetalingen
Consumptiemaatschappij
Vrije Markt
Beurskrach

Slide 5 - Slide

Nieuwe politiek
Regeringen probeerden zich aan te passen aan de crisis. Ze moedigden burgers aan om producten te kopen, om de handel weer op te startten. Maar de handel kwam volledig stil te liggen.
In de Verenigde Staten werd Franklin Roosevelt de nieuwe president. Hij kwam met de 'New Deal' voor de economie. Er werd geld uitgegeven om mensen aan een baan te helpen. Er werden wegen aangelegd en dammen gebouwd. Het programma heette 'Works Progress Administration'. Ook werd er gezorgd voor goedkope huurhuizen en steun voor banken en bedrijven.

Slide 6 - Slide

Reacties
Amerikanen waren niet gewend aan hulp van de overheid. Er werd normaal gesproken veel ingezet op de vrije markt. Daarnaast moest de belasting betaald worden door de rijken, die hier niet blij meer waren. Roosevelt trok zich hier niets van aan en met succes. Hij werd nog drie maal herkozen als president.

Slide 7 - Slide

Nederland
In Nederland deed de regering het tegenovergestelde. Er kwam minder belastinggeld binnen, dus werd er bezuinigd. De Nederlandse minister-president, Colijn, vond dat de overheid geen schulden moest hebben. De uitkeringen waren al laag, maar werden nog lager. 
In 1934 ontstaat een opstand in Amsterdam - Jordaanoproer. Maar in plaats van het bedrag verhogen, stuurde Colijn het leger.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Duitsland
In Duitsland was bijna de helft van de arbeiders werkeloos, veel erger dan in de VS en in Nederland. Mensen waren enorm wanhopig en gingen hun hoop vestigen in radicale ideeën. 

Adolf Hitler beloofde een Nieuw Duisland, zonder werkeloosheid. Miljoenen mensen stemmen op hem en hij komt aan de macht. Hij hielp vele mensen aan werk, vooral in de wapenindustrie. 

Ook werden vele snelwegen aangelegd, om troepen snel te kunnen verplaatsen. 
In 1939 viel Hitler zijn buurlanden aan. Zo werd de economische crisis een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Handboek blz. 91 t/m 92

Werkboek blz. 109
Opdracht 13, 14, 15 en 16

Slide 11 - Slide