T4 BS2

Spoorboekje
- Uitleg T4 basisstof 2
- Opdrachten T4 basisstof 2 maken
- Test jezelf T4 basisstof 2 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spoorboekje
- Uitleg T4 basisstof 2
- Opdrachten T4 basisstof 2 maken
- Test jezelf T4 basisstof 2 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 1 - Slide

T4 BS2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
4.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.

4.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 3 - Slide

Kalk en lijmstof
In botten zitten kalkzouten en lijmstof

Kalkzouten zijn hard. 
Lijmstof is taai en kan buigen. 

Kalkzout en lijmstof maken een bot stevig.

Slide 4 - Slide

Beenweefsel
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie. Twee weefsels voor stevigheid zijn beenweefsel en kraakbeenweefsel. De meeste botten bestaan voor het grootste deel uit beenweefsel. Beenweefsel is hard, heel stevig en bijna niet buigzaam. In beenweefsel zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof. Langwerpige botcellen zijn met elkaar verbonden door veel uitlopers.

Slide 5 - Slide

Beenweefsel

Slide 6 - Slide

Kraakbeenweefsel
In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen en tussencelstof. In de tussencelstof zit heel veel lijmstof en weinig kalkzouten. Daardoor kan kraakbeen buigen. De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel. Een baby is daardoor lenig.

Slide 7 - Slide

Kraakbeenweefsel
Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen. Er komt dan steeds meer beenweefsel voor in de plaats. Maar op sommige plaatsen blijft kraakbeen zitten. In het lichaam van een volwassene zit kraakbeen bijvoorbeeld:
• in de oorschelp
• in de neus
• tussen de ribben en het borstbeen
• tussen de wervels van de wervelkolom

Slide 8 - Slide

Kraakbeenweefsel

Slide 9 - Slide

Ouder worden
Als mensen ouder worden, verandert het beenweefsel. Er verdwijnt lijmstof en er komen kalkzouten bij. Door de kalkzouten worden de botten harder. Doordat er lijmstof verdwijnt, worden de botten minder buigzaam. Bij oudere mensen breken de botten daardoor sneller.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Lees de tekst van T4 BS1 en BS2 (4.1 en 4.2)

Maak de opdrachten van T4 BS1 en BS2 (4.1 en 4.2)

Maak de test jezelf van T4 BS1 en BS2 (4.1 en 4.2), groen = goed

Slide 11 - Slide