This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
weet je wat de kenmerken van de tijd van pruiken en revoluties zijn;
weet je welke nieuwe ideeën ontstonden;
kun je uitleggen wat er gebeurde tijdens de Franse Revolutie;
weet je wat er gebeurde na de Franse Revolutie.
Slide 2 - Slide
Wanneer?
Tijdvak 7: de tijd van pruiken en revoluties.
1700 - 1800.
Vroegmoderne tijd.
Slide 3 - Slide
De schatkist
Slide 4 - Slide
De schatkist
Belasting betalen vinden veel mensen niet leuk.
Gelukkig mogen we wel meebeslissen waar het geld aan besteed wordt.
Dat was voor de tijd van de Franse Revolutie wel anders.
Toen hadden burgers weinig rechten en veel verplichtingen. Hoe dan ook: belasting betalen is nog steeds verplicht!
Slide 5 - Slide
Schatkist
In de schatkist zit de belasting die mensen betalen.
De belasting komt van geld van bedrijven die belasting betalen en geld van mensen die belasting betalen.
De belasting gaat bijvoorbeeld naar scholen en naar het leger
Slide 6 - Slide
Waaraan zou je kunnen zien of iemand rijk is?
Slide 7 - Mind map
Pruikentijd
Vroeger kon je aan de man zien hoe rijk hij was.
Hoe groter de pruik, hoe rijker hij was.
Slide 8 - Slide
De 3 standen
De bevolking in Frankrijk was verdeeld in drie groepen, standen. Dat waren:
stand 1 de geestelijkheid,
stand 2 de adel en
stand 3 de burgers.
Alleen de burgers moesten belasting betalen. Dat was hun plicht.
Slide 9 - Slide
Arme burgers
Daardoor waren veel burgers arm. Zo was dat eeuwenlang geregeld in de monarchie, een land met een koning. Veel burgers klaagden over koning Lodewijk XVI (de zestiende). Hij trok zich er weinig van aan. Sterker nog, hij wilde de belasting juist verhogen.
Slide 10 - Slide
Oorlog
Hij had geld nodig om oorlog te voeren. Nu werden de burgers nog bozer. Er zouden grote veranderingen (revoluties) komen in de tijd van pruiken en revoluties (1700-1800).
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Zou moeten bepalen welke wetten er worden ingevoerd.
Zou belasting moeten betalen.
Zou mogen bepalen welk geloof er moet worden aangehangen.
Zou de baas van het land moeten zijn.
Zou moeten beslissen wie de baas van het land is.
Zou zich niet bemoeien met de wet.
Zou moeten worden veroordeeld bij criminaliteit.
Slide 13 - Drag question
Koning Lodewijk
Eerste koning van Nederland
Kwam op voor de Nederlandse belangen
Razend populair onder Nederlanders
Slide 14 - Slide
Franse invloed
Napoleon zag de Republiek als vazalstaat en maakte een einde aan de democratie
in 1806 zette hij zijn broer als koning op de troon
Koning Lodewijk Napoleon
Slide 15 - Slide
Sleep de zinnen naar het goede vak
Oorzaak voor de opstand van de patriotten.
Geen oorzaak voor de opstand van de patriotten.
Het bestuur was niet democratisch.
De regenten deden weinig om de economie te verbeteren.
De koning van Pruizen wilde de macht in de Republiek overnemen.
De patriotten wilden een grondwet.
patriotten wilden even rijk worden als regenten
Slide 16 - Drag question
Slide 17 - Video
Dankzij de Franse Tijd hebben wij in Nederland:
A
achternamen
B
burgerlijke stand
C
het decimale stelsel
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 18 - Quiz
Franse Revolutie
1785: patriotten proberen de macht te grijpen.
Dit mislukt --> patriotten vluchtten naar Frankrijk.
1789 revolutie in Frankrijk
1795: Frankrijk bezet Nederland (Napoleon)
Willem V vlucht naar Engeland
De Bataafse Revolutie is gelukt!
Slide 19 - Slide
De Franse Republiek (1795-1806)
Wat was nieuw?
Democratische Revolutie, uitgevoerd door burgers (patriotten)
Kiesrecht voor alle mannen.
Centrale overheid (regering)
Landelijke belasting
openbare scholen
postdienst
De Bataafse Republiek was echter niet van lange duur....
Slide 20 - Slide
De koning stuurt het leger
De burgers zijn woedend...
Ze bestormen de gevangenis in Parijs: de Bastille
=> 14 juli 1789: de Franse Revolutie is begonnen!
Slide 21 - Slide
De koning onthoofd
De revolutie maakte van Frankrijk een ander land:
Er was een grondwet
Er was kiesrecht voor mannen
Na verkiezingen werd de monarchie afgeschaft, de koning werd ter dood veroordeeld ..... onder de guillotine.... net zoals heel veel andere mensen van adel.
Slide 22 - Slide
Napoleon
De Franse Revolutie eindigde in een bloedbad, er brak chaos uit in het land
Daarom greep in 1799 generaal Napoleon Bonaparte de macht
Hij kroonde zichzelf tot keizer -> hij was een alleenheerser, net als de koning dat was
Napoleon schafte niet alles van de revolutie af: de grondwet bleef, godsdienstvrijheid en gelijkheid bleven
Napoleon veroverde een groot deel van Europa
Zo werden de ideeën van de Franse Revolutie door heel Europa verspreid.
In 1815 werd Napoleon verslagen in de Slag bij Waterloo (ligt in België)
Slide 23 - Slide
Tijd van pruiken en revoluties....?
Verklaring naam van dit tijdvak =>
De oude machthebbers waren de koningen en de edelen
Zij droegen pruiken
De 'pruiken' raakten hun macht kwijt door een revolutie