bezittelijk voornaamwoord





lessonup.app
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson





lessonup.app

Slide 1 - Slide

le programme
- huiswerk bespreken
- mini-quiz 
- liedje 'ma famille'
- uitleg grammatica
weektaak
- Bravoure: 2.2 t/m opdr. 32
- leren: top 20 + bez. vnw

Slide 2 - Slide

TOP 20

Slide 3 - Slide

de broer
A
le père
B
le frère
C
la mère
D
le fils

Slide 4 - Quiz

de vriend
A
le fils
B
la fille
C
le chien
D
le copain

Slide 5 - Quiz

de keuken
A
la ville
B
la cuisine
C
le copain
D
la maison

Slide 6 - Quiz

het huis
A
la maison
B
la fille
C
la ville
D
la chambre

Slide 7 - Quiz

het meisje
A
la fille
B
la ville
C
la cuisine
D
la mère

Slide 8 - Quiz

het dorp
A
la ville
B
la fille
C
le copain
D
le village

Slide 9 - Quiz

chanson: ma famille
  • luister zelf naar het liedje
  • Welke familieleden zitten in het liedje?
    > schrijf op in het Nederlands


https://youtu.be/MFk9YmJv-jc
(of gebruik de zoekterm: ma famille)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video





vader - moeder
broertje - zus
opa - oma
oom - tante




père - mère
petit frère - soeur
grand-père - grand-mère,
oncle - tante

mon
ma
mijn
mes

Slide 12 - Slide

phrase
"  .... soeur n'est pas là,
elle est au cinéma. "


Slide 13 - Slide

phrase
Ma soeur n'est pas là,
elle est au cinéma. "

mijn 

Slide 14 - Slide

bezittelijk
voornaamwoord (NL)

Slide 15 - Mind map

mannelijk
vrouwelijk
son
la
mon
sa
ta
ton
le
ma

Slide 16 - Drag question

m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        bezittelijk voornaamwoord
                           mannelijk        vrouwelijk    meervoud

mijn                      mon                  ma                 mes

jouw                     ton                     ta                   tes

zijn / haar            son                    sa                   ses

Slide 17 - Slide

m  - v - mv ?
Hoe pak je het aan?

Regarde, c'est ....... copine. (mijn)

Slide 18 - Slide

m  - v - mv ?
Kijk naar het zelfstandig naamwoord
ACHTER
het bezittelijk voornaamwoord.

Regarde, c'est ma copine. (mijn)

Slide 19 - Slide

Hoe vertaal je:
"mijn kinderen"?
A
mon enfant
B
ma enfant
C
mes enfants
D
tes enfants

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn nichtje"
A
ma cousin
B
mon cousine
C
la cousine
D
ma cousine

Slide 21 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn opa"?
A
son père
B
son grand-père
C
sa grand-père
D
ses grand-père

Slide 22 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn oma"?
A
sa grand-mère
B
son grand-mère
C
ta grand-mère
D
la grand-mère

Slide 23 - Quiz

Hoe vertaal je:
"jouw familie"?
A
ton famille
B
ta famille
C
tes familles
D
la famille

Slide 24 - Quiz

ATTENTION!
let op met woorden die met een KLINKER beginnen

vrouwelijk enkelvoud:
amie  / vriendin 
école / school 
adresse / adres


Slide 25 - Slide

ATTENTION!
je kunt MA - TA - SA niet gebruiken
voor een klinker of stomme h


ma amie  >   mon ami
ma école > mon école
ma adresse > mon adresse


Slide 26 - Slide

Quelle est ... adresse? (v)
Wat is jouw adres?
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 27 - Quiz

Il est ... grand-père?
(jouw)

Slide 28 - Open question

Tu connais .... cousines?
(zijn)

Slide 29 - Open question

Je parle avec ... frère.
(haar)

Slide 30 - Open question

.... école s'appelle Collège Rodenborch.
(mijn)

Slide 31 - Open question

bezittelijk
voornaamwoord

Slide 32 - Mind map

Il y a des questions?

Slide 33 - Slide

maakwerk/huiswerk
leren: top 20 en bezittelijk voornaamwoord
maken: par. 2.2 Magazine opdr. 19 t/m 33

tip: woordtrainer / grammatica-trainer !


Slide 34 - Slide