This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 8 (1)
Slide 1 - Slide
Planning
Uitleg hoofdstuk 8
Maak opdracht 8.1 t/m 8.5
Terugkomen op de leerdoelen
Slide 2 - Slide
Leerdoelen: Je kunt........
de overdrachten tussen generaties verklaren en ze grafisch en rekenkundig interpreteren.
het profijtbeginsel uitleggen en toepassen.
de invloed van veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking op de financiering van de oudedagsvoorziening uitleggen.
voordelen en nadelen noemen van oplossingen voor de toenemende kosten van vergrijzing en dit toelichten.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
19e eeuw
Ouders verzorgden hun kinderen in het vertrouwen dat hun kinderen later voor hen zouden zorgen.
Er is sprake van ruil in natura.
Binnen families solidariteit tussen generaties.
Slide 5 - Slide
Intertemporele ruil
= Ruilen over tijd
= schuiven met koopkracht gedurende je leven (bijv. door sparen en lenen)
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
Na de Tweede Wereldoorlog
Ontstaan van de verzorgingsstaat.
In de verzorgingsstaat is de solidariteit tussen gezond en ziek, jong en oud en tussen arm en rijk niet langer gebaseerd op familiebanden.
De overheid neemt de rol van de families over.
De solidariteit is in wetten vastgelegd.
Slide 8 - Slide
Hoe wordt de verzorgingsstaat betaald?
De werkenden dragen geld af in de vorm van belastingen en sociale premies. De overheid geeft dit geld weer uit in de vorm van sociale uitkeringen en voorzieningen.
Zo worden de inkomens herverdeeld.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat is gebaseerd op solidariteit tussen:
gezond en ziek
jong en oud
rijk en arm
Het is een herverdeling (nivellering) van belastingen en sociale premies in de vorm van sociale uitkeringen en voorzieningen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
i/a-ratio
Verhouding actieven/inactieven
In Nederland waren er in 2012 7 miljoen mensen aan het werk en 2 miljoen mensen ontvingen een uitkering.
In 2020 is het aantal mensen dat aan het werk is gestegen naar 7,5 miljoen. Door de vergrijzing ontvingen in dat jaar 3 miljoen mensen een uitkering.
i/a-ratio = aantal inactieven : aantal actieven
Bereken de i/a-ratio voor 2012 en voor 2020.
Slide 15 - Slide
Betekenis i/a-ratio
2012: 2 / 7 = 0,29
2020: 3 / 7,5 = 0,4
Een i/a-ratio van 0,29 betekent dat elke werkende 0,29 (29%) van één uitkering moet betalen