1.2C Alles wat leeft van groot naar klein

les 4 Alles wat leeft van groot naar klein

Leerdoelen:
Je kent de onderdelen van het ordeningssysteem van Linnaeus, in de juiste volgorde
Je kunt met behulp van een determinatietabel zelf een organisme ordenen
Je weet op basis van welke verschillen de indeling binnen de verschillende onderdelen is gemaakt, zoals:
de domeinen zijn ingedeeld op basis van de aanwezigheid van een celkern
de rijken zijn ingedeeld op basis van wat er allemaal in cellen zit
Je kent de biologische tekenregels en kunt deze toepassen
Je weet welke vormen van symmetrie er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je weet welke typen skeletten er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je kent enkele feitjes over schimmels en bacteriën.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

les 4 Alles wat leeft van groot naar klein

Leerdoelen:
Je kent de onderdelen van het ordeningssysteem van Linnaeus, in de juiste volgorde
Je kunt met behulp van een determinatietabel zelf een organisme ordenen
Je weet op basis van welke verschillen de indeling binnen de verschillende onderdelen is gemaakt, zoals:
de domeinen zijn ingedeeld op basis van de aanwezigheid van een celkern
de rijken zijn ingedeeld op basis van wat er allemaal in cellen zit
Je kent de biologische tekenregels en kunt deze toepassen
Je weet welke vormen van symmetrie er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je weet welke typen skeletten er zijn en kunt deze herkennen en benoemen
Je kent enkele feitjes over schimmels en bacteriën.

Slide 1 - Slide

Er zit een systeem in!

Biologen ordenen de organismen op aarde. Alle organismen zijn verdeeld in rijken. Twee belangrijke groepen zijn het dierenrijk en het plantenrijk. Voor de verdere indeling hebben biologen een vaste structuur aangebracht. Hieronder volgt een filmpje die je meeneemt in het systeem dat bedacht is om organisme van elkaar te kunnen onderscheiden. Lees eerst de kijkersvragen onder het fragment.
 Tip: De vragen worden in chronologische volgorde gesteld dus open het filmpje en ga tegelijkertijd verder met de vragen!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke rijken worden genoemd in het filmpje?

Slide 4 - Open question


Eén rijk wordt nog niet genoemd, welk is dat? Maak gebruik van het internet.

Slide 5 - Open question

Welke overeenkomende eigenschappen hebben weekdieren?

Slide 6 - Open question

Welke voorbeelden van weekdieren worden genoemd?

Slide 7 - Open question

Wat zijn geleedpotigen? Voorbeelden noemen mag.

Slide 8 - Open question

Waarom noemen we ze 'geleedpotigen'?

Slide 9 - Open question

Waar heeft de groep 'gewervelden' haar naam aan te danken?

Slide 10 - Open question

De gewervelden kunnen we weer onderverdelen in kleinere groepen. Hoe noemen we zo’n kleinere groep?

Slide 11 - Open question

Welke klasse worden genoemd binnen de gewervelden? Noem per klasse een voorbeeld.

Slide 12 - Open question

Welke gemeenschappelijke eigenschappen hebben zoogdieren?

Slide 13 - Open question

De klasse van de zoogdieren kan weer verdeeld worden in kleinere groepen. Hoe noemen we zo’n kleinere groep?

Slide 14 - Open question

Je kunt het dierenrijk verdelen in dieren zonder skelet, zoals wormen en holtedieren, en dieren met skelet, zoals insecten en mensen.
Dieren met skelet zijn weer te verdelen in dieren met een inwendig skelet en dieren met een uitwendig skelet.

Slide 15 - Slide

Het rijk van de dieren
Een rijk wordt verder ingedeeld in stammen.
Het dierenrijk bestaat uit ongeveer 25 stammen. Deze hoef je gelukkig niet allemaal uit je hoofd te leren. Enkele stammen die jij wel gaat uitwerken zijn de sponzen, neteldieren, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen, gewervelden en wormen.
Verdere indelingen worden gemaakt op eigenschappen zoals symmetrie en skelet.

Slide 16 - Slide

Indelen op symmetrie
Sommige dieren zijn niet symmetrisch.
Dieren die wel symmetrisch zijn, zijn tweezijdig symmetrisch (één symmetrieas) of veelzijdig symmetrisch (meerdere symmetrieassen).

Slide 17 - Slide

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet met gewrichten?
A
Mossel
B
Wormen
C
insecten
D
Katten

Slide 18 - Quiz

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet zonder gewrichten?
A
Mossel
B
Wormen
C
insecten
D
Katten

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Bij dieren met een uitwendig skelet liggen de spieren aan de binnenkant van het skelet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz