VWO H34 Direct costing - Les 3

VWO H34 Direct costing- Les 3
34.4 Verschil absorption costing en direct costing


1 / 38
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VWO H34 Direct costing- Les 3
34.4 Verschil absorption costing en direct costing


Slide 1 - Slide

Vorige les
  • Hulpmiddel voor keuze; welke opdracht van klanten neem je aan en welke niet? 

Slide 2 - Slide

Lesdoel vandaag
Je kunt het verschil in bedrijfsresultaat berekenen tussen de absorption costing en direct costing methode 

Slide 3 - Slide

Als productie en afzet aan elkaar gelijk zijn



is het (begroot) bedrijfsresultaat bij absorption costing en direct costing hetzelfde. 

Slide 4 - Slide

Maar hoe bereken je het bedrijfsresultaat als productie en afzet van elkaar verschillen en er dus sprake is van een voorraadmutatie?  
maand
voorraad begin maand
productie
afzet
voorraad einde maand
januari
1.000
200
150
1.050
februari
1.050
200
100
1.150
maart 
1.150
200
300
1.050
= +50

Slide 5 - Slide

Absorption costing 
= integrale kostencalculatie

Kostprijs = C/N + V /B

Voorraad wordt geactiveerd tegen toegerekende constante en variabele kosten per product 
Direct costing 
= variabele kostencalculatie

Kostprijs = V 

Voorraad wordt geactiveerd tegen variabele fabricagekosten (dus exclusief variabele verkoopkosten) 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 34.7
Viajor BV maakt elektronische component Qaz 
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar 
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks 
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks 
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000 
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
jaar
voorraad begin maand
productie
afzet
voorraad einde maand
2019
15.000
120.000
130.000
5.000 

Slide 7 - Slide

Absorption costing 
bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/- budgetresultaten 

verkoopresultaat= 130.000 x (€3 - €1,50) =€195.000 

er is geen begroot bezettingsresultaat want B productie 120.000 = N productie 120.000

begroot bedrijfsresultaat = € 195.000


Direct costing 
bedrijfsresultaat = totale dekkingsbijdrage - constante kosten 

dekkingsbijdrage = 
130.000 x € 2 = € 260.000
constante kosten = € 60.000

begroot bedrijfsresultaat 
= € 260.000 - € 60.000 = € 200.000

begroot bedrijfsresultaat=  € 200.000





Viajor BV maakt elektronische component Qaz
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
€ 5.000 verschil
= voorraadmutatie

Slide 8 - Slide

Absorption costing 

Voorraad 1/1 = 15.000 x € 1,50 = € 22.500
Voorraad 31/12= 5.000 x€ 1,50= €   7.500
Voorraadafname                      = € 15.000




Direct costing 

Voorraad 1/1 = 15.000 x € 1   = € 15.000
Voorraad 31/12 = 5.000 x € 1= €   5.000
Voorraadafname                  = €  10.000






Viajor BV maakt elektronische component Qaz
  • Normale productie en afzet is 120.000 stuks per jaar
  • Voor 2019: verwachte productie 120.000 en afzet 130.000 stuks
  • Begin voorraad op 1/1/2019 is 15.000 stuks
  • Constante fabricagekosten per jaar € 60.000
  • Variabele fabricagekosten € 1 per stuk 
€ 5.000 verschil
€ 15.000
€ 10.000

Slide 9 - Slide

Snel verschil in winst berekenen

verschil = 
(eindvoorraad - beginvoorraad) x constante kosten per product

Nb: als de voorraad is gedaald is de winst bij absorption kosten lager dan bij direct costing. 

Slide 10 - Slide


timer
2:30

Slide 11 - Open question

variabele kosten 40% van de verkoopprijs = 

   variabele kosten      ..... %
+ winstopslag             40%
= verkoopprijs           100%



€ 19,20 / 60 x 100 = € 32,00

Slide 12 - Slide


timer
4:00

Slide 13 - Open question

  • Dekkingsbijdrage = verkoopprijs - variabele kostprijs  = € 32,00 - € 19,20 = € 12,80
  • Uit de dekkingsbijdrage worden de constante kosten voldaan. Break-even bij 25.000 stuks. 
  • constante kosten = 25.000 x € 12,80 = € 320.000

Slide 14 - Slide


Verschil absorption costing - direct costing: constante kosten horen niet tot de kostprijs bij direct costing.

Slide 15 - Slide


Bereken verschil m.b.v. snelle methode = verschil o.b.v. voorraadmutatie
timer
4:00

Slide 16 - Open question

Verschil absorption costing - direct costing: constante kosten horen niet tot de kostprijs bij direct costing. In deze opgave is machine-uurtarief deels constant: 60% van € 2,50 = € 1,50

Slide 17 - Slide


verschil = (eindvoorraad - beginvoorraad) x constante kosten per product

- 1.000 x € 1,50 = - € 1.500
voorraad gedaald dus winst bij absorption costing ligt € 1.500 lager

Slide 18 - Slide

Opgave 34.16 t/m 34.18 (af-)maken

Slide 19 - Slide


Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide


Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide


Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide


Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide


Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide


Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide


Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide


Slide 34 - Open question

Slide 35 - Slide


Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Huiswerk 
Opgave 34.16 en 34.18

Slide 38 - Slide