Examentrainer

Examentrainer

Opbouw en inhoud van het centraal examen biologie

Ruim veertig examenopgaven over twaalf thema's, duur van drie uur

Wat weet je al over het centraal examen biologie?

Toegestane hulpmiddelen tijdens het examen

BiNaS, Science Data, schrijfmaterialen, niet-grafische rekenmachine

Gebruik van BiNaS als hulpmiddel

Belangrijk naslagwerk, informatie op verschillende manieren opzoeken en gebruiken

Soorten examenvragen en hoe deze aan te pakken

Open vragen: uitgebreid antwoord, stappenplan beschikbaar, Meerkeuzevragen: rondenmethode

Studieaanpak en voorbereiding op het examen

Gedegen studieplanning, beheersen van examenstof

Definities

Centraal examen: Het nationale eindexamen waarin leerlingen hun kennis en vaardigheden tonen over de geleerde stof. BiNaS: Een naslagwerk dat gegevens bevat voor de vakken biologie, natuurkunde en scheikunde. Open vragen: Examenvragen waarbij je een uitgebreid antwoord moet formuleren. Meerkeuzevragen: Examenvragen waarbij je kiest uit een aantal gegeven antwoordmogelijkheden. Rondenmethode: Een strategie om meerkeuzevragen systematisch te beantwoorden. Studieplanning: Een overzicht van wat je wanneer gaat leren ter voorbereiding op een examen of toets.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.