Argumenteren (basis)

Argumenteren

Win elke discussie met je ouders!

1 / 12

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Argumenteren

Win elke discussie met je ouders!

Slide 1 - Slide

Standpunt

Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je je mening over die zaak.

Slide 2 - Slide

Aan welke signaalwoorden herken je een standpunt?

Slide 3 - Mind map

3 soorten

Positief standpunt

Negatief standpunt

Standpunt van twijfel

Slide 4 - Slide

Verzin een positief standpunt over je hobby

Slide 5 - Open question

Verzin een negatief standpunt over de toetsweek

Slide 6 - Open question

Verzin een standpunt van twijfel over je docent Nederlands

Slide 7 - Open question

Argumenten

Met een argument kun je je eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.

Slide 8 - Slide

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?

Slide 9 - Mind map

Objectief en subjectief

Gebaseerd op een feit (waar of onwaar).

Gebaseerd een niet-feitelijke uitspraak.

Slide 10 - Slide

Geef een objectief argument voor de stelling: 'het Dalton Voorburg is een goede school'.

Slide 11 - Open question

Geef een subjectief argument voor de stelling: 'het Dalton Voorburg is een goede school'.

Slide 12 - Open question