voorwerpen en stoffen

Wat weten jullie over chemie?
1 / 24
next
Slide 1: Open question
ChemieSecundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat weten jullie over chemie?

Slide 1 - Open question

Chemie is overal.
 Auto’s rijden op benzine of diesel
 We gebruiken alle dagen zeep, tandpasta en detergenten
 We nemen een aspirientje bij hoofdpijn
 Onze kleren bestaat uit moderne textielvezels
 Ons lichaam is één van de beste laboratoria die er bestaan
 Groene planten maken zetmeel aan
 …

Slide 2 - Slide

inleiding chemie

Slide 3 - Slide

Voorwerpen gebruiken wij dagelijks. Ken jij nog voorbeelden van voorwerpen?

Slide 4 - Open question

Een voorwerp wordt gekenmerkt door een aantal voorwerpeigenschappen:
 Een eigen vorm
 Een eigen volume
 Een eigen massa

Een voorwerp is opgebouwd uit één of meerdere stoffen.

Slide 5 - Slide

Een stoel is opgebouwd uit?

Slide 6 - Open question

een auto is opgebouwd uit

Slide 7 - Open question

We kunnen een onderscheid maken tussen natuurlijke en kunstmatige stoffen.
Natuurlijke stoffen zijn stoffen die we zo in de natuur
 terugvinden.
Kunstmatige stoffen zijn stoffen die gemaakt worden in een fabriek

Slide 8 - Slide

Wat is GEEN natuurlijke stof
A
hout
B
zand
C
plastiek
D
katoen

Slide 9 - Quiz

wat is GEEN kunstmatige stof
A
plastiek
B
nylon
C
glas
D
hout

Slide 10 - Quiz

Water is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 11 - Quiz

Kast is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 12 - Quiz

Glas is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 13 - Quiz

Glas melk is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 14 - Quiz

Gsm is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 15 - Quiz

Ijzer is een ...
A
voorwerp
B
stof

Slide 16 - Quiz

Aggregatietoestanden

Slide 17 - Slide

Stoffen hebben stofeigenschappen
  • aggregatiestoestand of fase
  • vluchtigheid
  • geur, kleur en smaak 
  • kristallijn of amorf
  • massadichtheid 
  • oplosbaarheid in water

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Jullie krijgen 5 minuten om blz 45 over de faseovergangen in te studeren.
Hier na een klein toetsje !!! 

Slide 20 - Slide

De overgang van vast naar vloeibaar is?

Slide 21 - Open question

Stollen is de overgang van
A
gas naar vast
B
vast naar vloeibaar
C
vloeibaar naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 22 - Quiz

condenseren is de overgang van
A
gas naar vloeibaar
B
vast naar gas
C
vloeibaar naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 23 - Quiz

Sublimeren is de overgang van
A
gas naar vast
B
vast naar gas
C
vloeibaar naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 24 - Quiz