Paragraaf 6.1 De Gouden Eeuw

Paragraaf 6.1 De Gouden Eeuw
6.1: De Gouden Eeuw in Nederland
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Paragraaf 6.1 De Gouden Eeuw
6.1: De Gouden Eeuw in Nederland

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Lezen en uitleg 6.1
  • Controlevragen
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Slide

De Gouden Eeuw
  • De Republiek der Nederlanden handelt met alle delen van de wereld 
  • Op stapelplaatsen worden goederen opgeslagen
  • Handelaren concurreren veel met elkaar 

Slide 3 - Slide

Meer mensen
  • Nederland is erg rijk
  • Mensen worden ouder en leven gezonder
  • Er komen veel immigranten naar Nederland
  • De bevolking neemt toe

Slide 4 - Slide

De grachtengordel
Meer huizen 
  • Er zijn meer mensen dus: meer huizen 
  • De Grachtengordel in Amstedam
  • Rijke handelaren

Slide 5 - Slide

Meer landbouwgrond



  • Meer mensen hebben meer eten nodig
  •  In Holland liggen veel meren, deze worden drooggemaakt met molens
  • Rijke handelaren investeren in het droogleggen van de Beemster door Jan Leeghwater

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is de Gouden eeuw?
A
Tijd waarin het heel goed gaat met Nederland.
B
Tijd waarin Nederland een koning had.
C
De eeuw waarin veel Nederlanders goud in huis hadden
D
Tijd waarin veel mensen arm worden door de handel.

Slide 8 - Quiz

Een stapelplaats heet zo omdat?
A
Het heel erg druk was
B
Er geld/goud lag opgestapeld
C
Er goederen werden opgestapeld
D
Het gebouw erg hoog was

Slide 9 - Quiz

Waarom moesten steden groeien?
A
Er moesten meer goederen worden opgeslagen
B
Er kwamen meer mensen in Nederland
C
De haven werd groter
D
Er moest meer goud worden opgeslagen

Slide 10 - Quiz

Wie woonden er in de Grachtengordel?
A
Immigranten
B
De adel
C
Arme inwoners
D
Rijke handelaren

Slide 11 - Quiz

Waarom maakte Leeghwater de Beemster droog?
A
Om meer landbouwgrond maken
B
Om meer huizen te bouwen
C
Om meer bomen te planten
D
Om meer wegen aan te leggen

Slide 12 - Quiz

Waarom gebruikten mensen molens om meren droog te leggen?

Slide 13 - Open question

"Een ondernemer investeert in pakhuizen en schepen". Dat hoort bij.....
A
stapelmarkt
B
kapitalisme

Slide 14 - Quiz

Maak opdracht 1, 3, 4 en 5 op blz. 98-99 van je werkboek en 68-69 van je informatieboek
Na 10 minuten bespreken we de opdrachten na
Klaar? 
Lees de volgende paragraaf vast door
Je mag rustig overleggen

Slide 15 - Slide