Blok 8, week 1 Les 4 trema

PAK JE SCHRIFT
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

PAK JE SCHRIFT

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Staat er -ee aan het eind van een woord?


Maak het meervoud door –ën achter het woord te zetten.

moskeeën

feeën

reeën

zeeën

ideeën


Slide 3 - Slide

klemtoon
De klemtoon = het stukje van het woord waar je extra nadruk op legt:
fobie – fobieën
porie – poriën

Weet je niet waar de klemtoon ligt zoek het op in het woordenboek.

Slide 4 - Slide

Bij woorden die op -ie eindigen, moet je op de klemtoon letten:
Valt de klemtoon niet op de ie, dan komt er alleen een -n achter en krijgt de laatste klinker een trema .
   

porie - poriën

re
ligie - religiën

ko
lonie - koloniën

bacterie  - bacteriën

financiën

Slide 5 - Slide

Bij woorden die op -ie eindigen, moet je op de klemtoon letten:

Valt de klemtoon wel op de ie, dan komt er  een ën achter .
   

calorie - calorieën

democratie - democratieën

fobie - fobieën

kopie  - kopieën

genie - genieën

Slide 6 - Slide

als je de klinkers samen verkeerd kunt lezen
Ja
schrijf een trema op de klinker waarmee de nieuwe klankgroep begint
   


pinguin - pinguïn

ruine - ruïne

poezie - poëzie

mozaiek - mozaïek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Doe wat er staat.
  • Ga staan!
  • Kijk naar buiten!
  • Ga zitten!

Slide 9 - Slide

Weten jullie nog hoe dit heet?

Slide 10 - Open question

Lesdoel:
Ik weet hoe ik gebiedende wijs herken en hoe ik deze maak.

Slide 11 - Slide

Gebiedende wijs
  1. Begint met de ik-vorm van een werkwoord.
  2. Staat in de ik-vorm.
  3. Geen onderwerp in de zin.
  4. Eindigt met een uitroepteken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Bedenk een voorbeeld van een zin in de gebiedende wijs.
Denk aan de drie tips uit het filmpje.

Slide 14 - Open question

Controleren

1. Begint jullie zin met een werkwoord?


2. Staat het werkwoord in de ik-vorm?


3. Heeft jullie zin geen onderwerp?


4. Eindigt jullie zin met een uitroepteken?

Slide 15 - Slide

Hoe weet je of een zin in de gebiedende wijs staat?

Slide 16 - Open question

Zet de volgende zin in gebiedende wijs:

Mijn moeder vraagt of ik naar school wil lopen
A
Ik loop naar school.
B
Ik liep naar school.
C
Loop naar school!
D
Loop jij naar school?

Slide 17 - Quiz

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

Juf vraagt de kinderen om hun boek open te doen op bladzijde 17.
A
Kinderen, we gaan beginnen op blz. 17.
B
Ik begin met de les op blz. 17.
C
Ik wil graag dat jullie blz. 17 voor je pakken.
D
Doe je boek open op blz. 17!

Slide 18 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Ik kijk naar de televisie.
B
Ga naar de bakker!
C
Op school werken we hard.
D
Mijn moeder zegt wat ik moet doen.

Slide 19 - Quiz

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
Ga weg.
B
Ik wil dat niet.
C
Houd je mond dicht.
D
Luisteren doet groep 7 altijd heel goed.

Slide 20 - Quiz

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
Schuif je stoel aan.
B
Zoek het uit.
C
Ik loop naar de maan.
D
Waar staat de doos?

Slide 21 - Quiz

Gebiedende wijs (bevelzin)
Een zin in de gebiedende wijs kan een bevel, een raad of een wens zijn. 

  • ‘Zet het geluid zachter!’ (bevel) 
  • ‘Neem je medicijnen in!’ (raad)
  • ‘Geef me nog wat tijd’ (wens)

Slide 22 - Slide

Zet de zin in de gebiedende wijs?
Jij gaat liggen.

Slide 23 - Open question

Zet de zin in de gebiedende wijs:
Je fietst naar school.

Slide 24 - Open question

Zet de zin in de gebiedende wijs:
Je neemt dat maar mee.

Slide 25 - Open question

Kun jij het onkruid wieden?
...... het onkruid!

Slide 26 - Open question

Kun je mij de weg wijzen?
...... me de weg!

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Wat heb jij geleerd?

Slide 29 - Open question

Ga aan het werk!
Spelling:  Blok 8, week 1 Les 4

Maak eerst opgave 1!
Maak daarna opgave 2!
Klaar, ga 20 x plussen!

Doe je best!

Slide 30 - Slide