Britse Rijk, Nieuwe Samenlevingen, herhalingsvragen
1 / 28
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog van de Britse koloniën?
Slide 4 - Mind map
We beginnen makkelijk... hoeveel periodes zijn er in onze indeling van de geschiedenis?
A
5
B
10
C
15
D
20
Slide 5 - Quiz
Bij het controleren van de betrouwbaarheid van bronnen let je op:
A
Wanneer is de bron gemaakt
B
Wat is de bedoeling van de maker van de bron
C
Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen
D
Alle drie!
Slide 6 - Quiz
Wat zijn Kenmerkende Aspecten?
A
Personen uit de geschiedenis.
B
Periodes in de geschiedenis.
C
Belangrijke gebeurtenissen
D
Ontwikkelingen in de geschiedenis
Slide 7 - Quiz
Om te bepalen of een bron relevant is kijk je naar
A
De betrouwbaarheid
B
Het onderwerp
C
De bruikbaarheid
D
Het onderschrift
Slide 8 - Quiz
Kenmerkende aspecten zijn dingen die typisch bij een tijdvak horen.
Een kenmerkend aspect van de prehistorie is:
Een kenmerkend aspect van de prehistorie is:
A
De bijzondere plaats van de Republiek (Nederland).
B
De levenswijze van jagers en verzamelaars.
C
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
D
De groei van het Romeinse Imperium.
Slide 9 - Quiz
Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?
afbeelding?
A
het begin van de Europese overzeese expansie
B
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek
C
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
D
de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de
kruistochten
Slide 10 - Quiz
Welk kenmerkend aspect past bij de opkomst van het abolitionisme in het Britse Rijk?
A
Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving
B
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
C
Het begin van Europese overzeese expansie
Slide 11 - Quiz
Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?
A
De crisis van het wereldkapitalisme
B
De Duitse bezetting van Nederland
C
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen
D
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
Slide 12 - Quiz
Standplaatsgebondenheid?
A
iedereen kijk door dezelfde ogen naar het verleden
B
dat is waar je vandaan komt
C
iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden
D
iedereen kijkt naar de plaats waar hij/zij vandaan komt
Slide 13 - Quiz
Waarom 1585 als startjaar voor HC Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island
Slide 14 - Quiz
Wat was géén motief voor de Britse kolonisten om in de 17e eeuw naar Noord-Amerika te gaan?
A
Britse kolonisten waren op zoek naar goedkope grond
B
De Britse Kroon zocht een plek om lastige inwoners kwijt te kunnen
C
Britse kolonisten moesten hun overbodige slaven ergens kwijt
D
Britse kolonisten wilden vrijheid van geloof
Slide 15 - Quiz
In welk jaar werd in het Britse Rijk de slavernij afgeschaft?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865
Slide 16 - Quiz
Geef twee redenen voor de grote sterfte onder indianen.
Slide 17 - Open question
De koloniën in het Noorden waren gericht op....?
Slide 18 - Open question
De koloniën in het Zuiden waren gericht op...?
Slide 19 - Open question
Wat was GEEN plantagegewas uit Amerika?
A
Katoen
B
Tabak
C
Suiker
D
Peper
Slide 20 - Quiz
Welke koloniën waren het meest winstgevend?
A
het Caraïbisch gebied
B
Virginia
C
New England
D
Canada
Slide 21 - Quiz
Met de driehoekshandel wordt bedoeld de handelsroute:
A
Afrika- Europa-Amerika
B
Australië-Amerika-Azië
C
Europa-Afrika-Amerika
D
Europa-Azië-Australië
Slide 22 - Quiz
WAAR WAREN DE VESTIGINGSKOLONIËN
A
HET ZUIDEN VAN NOORD-AMERIKA
B
HET NOORDEN VAN NOORD-AMERIKA
C
DIE WAREN ER NIET IN NOORD-AMERIKA
D
ALLEEN AAN DE WEST-KUST
Slide 23 - Quiz
Welk(e) gedeelte(n) van de Amerika's kwamen in Britse handen?
A
De oostkust van Noord-Amerika en een deel van de Caraïben
B
De westkust van Noord-Amerika en een deel van de Caraïben
C
De oostkust van Zuid-Amerika en een deel van Midden-Amerika
D
De westkust van Zuid-Amerika en een deel van Midden-Amerika
Slide 24 - Quiz
Wie koloniseerden gebieden in Noord-Amerika?
A
Engeland, Frankrijk en Portugal
B
Engeland, Frankrijk en SPanje
C
Engeland, Frankrijk, Portugal en Spanje
D
Engeland en Frankrijk
Slide 25 - Quiz
Hoe worden de eerste kolonisten in Noord-Amerika genoemd?
A
Pilgrim Fathers
B
Founding Fathers
C
Katholieken
D
Amerikanen
Slide 26 - Quiz
Met wie trouwde Pocahontas?
A
George Smith
B
George Johnson
C
Frank Sinatra
D
John Rolfe
Slide 27 - Quiz
In welke gebieden werden de slaven voornamelijk verkocht?
A
Afrika, Midden- Amerika, Noord-Amerika
B
Noord-Amerika, Midden -Amerika, Zuid- Amerika
C
Amerika, Afrika, Europa
D
Europa, Afrika, Zuid-Amerika
