H 7.3 Procenten berekenen

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken

 Uit je boek:
H 7.2 Rekenen met procenten

 Opdrachten 
19, 20, 22, 23, 24, 28, 30, 31

Slide 2 - Slide

Terugblik
Ik kan mbv een verhoudingstabel een percentage met hoeveelheid berekenen.

Ik kan mbv een verhoudingstabel een nieuwe prijs berekenen. 
   
Ik ken 2 manieren om een nieuwe prijs te berekenen.

Slide 3 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.



Manier 1:
Je berekent eerst de korting in euro's . 
Daarna trek je de korting af van de oude prijs.
Of tel je de prijsverhoging bij de nieuwe prijs op.

Manier 2:
Bereken eerst het percentage van de nieuwe prijs.
Daara bereken je de nieuwe prijs.

Beide manier mag je gebruiken!!
2 manieren om nieuwe prijs te berekenen.

Slide 4 - Slide

Maken in je schrift zonder overleg
In totaal zijn er 12 500 neushoorns. 
Van deze neushoorns zijn 61% witte neushoorns. 
Bereken hoeveel witte neushoorns er zijn.

Slide 5 - Slide

12 500
61
x 61
x 61
125
7625
aantal

Slide 6 - Slide

Maken in je schrift zonder overleg
Anita zet € 90 op haar spraarrekening.
Ze krijgt 3,3% rente per jaar.
Hoeveel staat er na 1 jaar op haar spaarrekening?

Slide 7 - Slide

90
3,3
x 3,3
x 3,3
2,97
Na 1 jaar staat er:
€ 90 + € 2,97 =  92,97 op Anita haar spaarrekening.

Slide 8 - Slide

Doelen van deze les

Ik kan met een verhoudingstabel van een hoeveelheid het percentage berekenen.

Ik kan een prijsstijging of prijsdaling in procenten uitrekenen met een verhoudingstabel (procentuele toename of afname).

Slide 9 - Slide

Procenten berekenen (blz. 59)
Tot nu toe wist je steeds de procenten. 
Je berekende het aantal dat daarbij hoorde. 
Soms moet je de procenten berekenen terwijl je het aantal weet. 
Je gebruikt dan een verhoudingstabel en je rekenmachine.

Slide 10 - Slide

Procenten berekenen (blz. 59)
Voorbeeld opdracht:
In een volière zitten 16 parkieten. Zeven van de parkieten zijn rood. Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 









aantal
240









aantal







Je begint altijd met 
een verhoudingstabel.

Slide 11 - Slide

Procenten berekenen (blz. 59)
In een volière zitten 16 parkieten. Zeven van de parkieten zijn rood. Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 









aantal
240









aantal







16
7

Slide 12 - Slide

Procenten berekenen (blz. 59)
In een volière zitten 16 parkieten. Zeven van de parkieten zijn rood. Hoeveel procent van de parkieten is rood?

 









aantal
240









aantal







16
7
1
: 16
x 7
: 16
x 7
6,25
43,75
43,75 = 43,8%


Procenten rond je af op 1 decimaal 
(1 cijfer achter de komma).

Slide 13 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Pak je schrift/ wisbordje en

maak de volgende vragen.

Slide 14 - Slide

Opdracht 33 blz. 61 boek

In Nederlands kennen we 21 soorten vleermuizen. Hiervan zijn 9 soorten zeldzaam. Mart wil weten hoeveel procent dat is. 



Slide 15 - Slide

Opdracht 34 blz. 61 boek

Van de 21 soorten vleermuizen komen er 7 veel voor in Nederland. Pjotr wil weten hoeveel procent dat is. 



Slide 16 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Leg je schrift/ wisbordje aan de kant

en luister naar de uitleg.

Slide 17 - Slide

Afname en toename in procenten berekenen (blz. 62)
Je kunt niet altijd direct berekenen hoeveel procent erbij komt of eraf gaat. 
Je rekent eerst uit wat het verschil is tussen de oude en de nieuwe prijs. 
Daarna maak je een tabel met procenten. 

Slide 18 - Slide

Afname en toename in procenten berekenen (blz. 62)
Voorbeeld opdracht:
Een rugzak kostte gister € 45. Vandaag kost de rugzak € 35.
Hoeveel procent is de rugzak goedkoper geworden?

  1. Prijsverschil berekenen.
  2. In verhoudingstabel procenten berekenen.

Slide 19 - Slide

Afname en toename in procenten berekenen (blz. 62)
Een rugzak kostte gister € 45. Vandaag kost de rugzak € 35.
Hoeveel procent is de rugzak goedkoper geworden?

 1.    Prijsverschil:                     2. Procenten berekenen
       € 45 - € 35 = € 10
                                       
45
10
1
: 45
: 45
x 10
x 10
22,22
22,22% = 22,2% goedkoper

Slide 20 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Pak je schrift/ wisbordje en

maak de volgende vragen.

Slide 21 - Slide

Opdracht 38 blz. 62 boek

Prijs benzine in één maand tijd 
gestegen van €1,40 naar €1,50. Hoeveel procent is de benzine duurder geworden?


1. Prijsverschil                         2. Procenten berekenen.

Slide 22 - Slide

Opdracht 39 blz. 63 boek

Een mobiele telefoon met mp3-speler kost nu € 165 vanaf volgende week kost hij € 149.
Hoeveel procent is de afname?

1. Prijsverschil                         2. Procenten berekenen.


Slide 23 - Slide


Pak je wisbordje en maak de volgende vragen.

Leg je schrift/ wisbordje aan de kant

en luister naar de uitleg.

Slide 24 - Slide

Doelen van deze les

Ik kan met een verhoudingstabel van een hoeveelheid het percentage berekenen.

Ik kan een prijsstijging of prijsdaling in procenten uitrekenen met een verhoudingstabel (procentuele toename of afname).

Slide 25 - Slide

Huiswerk

H 7.3 
Opdrachten
35, 36, 37, 41, 42, 43

Slide 26 - Slide