Vragers en Aanbieders H3

Vragers en aanbieders H3



Vraag en aanbod

1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Vragers en aanbieders H3



Vraag en aanbod

Slide 1 - Slide

Leerdoelen les 1
• Je kent vier factoren die van invloed zijn op de vraag naar een product.
• Je kunt vanuit de vraagfunctie een vraaglijn tekenen. 
• Je kunt vanuit de aanbodfunctie een aanbodlijn tekenen.


Slide 2 - Slide

De vraag 
De belangrijke vraagbepalende factoren zijn:

  • De prijs van het product zelf.
  • Hoe het met de economie gaat. 
  • De prijs van andere producten (substitutiegoederen)
  • De prijs van aanvullende goederen (complementaire goederen)
  • Het inkomen van consumenten.
  • De voorkeur/behoefte van consumenten.
  • Hoe groot de bevolking is.





Maken opgave 3.1

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.3 en 3.4

Slide 7 - Slide

Een vraaglijn tekenen
  • Gegeven is de volgende vraagfunctie:
  • Qv = -15P + 600
  • Qv => hoeveelheid  x 100.000
  • P = in euro's
  • Negatief verband -> als P stijgt, daalt Qv
  • Eerst uiterste punten berekenen:
p= 0
q = 0


Slide 8 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.5
Daarna 3.6 a t/m d

Slide 9 - Slide

Vraaglijn
Als de prijs van het product zelf verandert, dan ontstaat er een nieuwe gevraagde hoeveelheid

Verschuiving LANGS/OP de lijn

Slide 10 - Slide

Vraaglijn
De vraag kan ook veranderen door iets anders dan de prijs. Wanneer dit gebeurt zal de gehele lijn verschuiven.

Verschuiving VAN de lijn

Slide 11 - Slide

Redenen verschuiven vraaglijn
1. Hoogte inkomen van de vragers gaat veranderen.
2. De behoeften of voorkeuren van de vragers gaat veranderen.
3. De prijs van andere, maar vergelijkbare, goederen gaat veranderen. 

Slide 12 - Slide

Vraaglijn naar rechts (boven)
1. Hoogte inkomen van de vragers stijgt
2. De behoeften of voorkeuren van de vragers nemen toe (hype/trend)
3. Complementaire goederen worden goedkoper
4. Substitutiegoederen worden duurder

Slide 13 - Slide

Vraaglijn naar links (onder)
1. Hoogte inkomen van de vragers daalt
2. De behoeften of voorkeuren van de vragers nemen af
3. Complementaire goederen worden duurder
4. Substitutiegoederen worden goedkoper

Slide 14 - Slide

De vraaglijn is een ...
A
dalende lijn
B
stijgende lijn
C
horizontale lijn

Slide 15 - Quiz

Wat is een verandering langs de vraaglijn?
A
Het inkomen van de consument daalt
B
Het aantal consumenten daalt
C
De prijs van het product daalt
D
Je product wordt aantrekkelijker

Slide 16 - Quiz

De vraaglijn is een overzicht van ..
A
De betalingsbereidheid
B
Consumentvertrouwen
C
De kosten
D
De leveringsbereidheid

Slide 17 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?
A
Q = -2p + 100
B
Q = 3p - 85

Slide 18 - Quiz

Vraaglijnen kunnen ook verschuiven. Wat is geen reden dat een vraaglijn verschuift
A
Hoogte van het inkomen
B
De behoeften en voorkeuren van de vragers
C
De prijs van andere producten
D
Betere technologie, waardoor je goedkoper kan produceren

Slide 19 - Quiz

De vraaglijn van een product is als volgt. Het inkomen van de vragers stijgt.
Wat gebeurt er met de vraaglijn?
A
De vraaglijn gaat naar links
B
De vraaglijn gaat naar rechts
C
De vraaglijn gaat omlaag
D
De vraaglijn gaat omhoog

Slide 20 - Quiz

De vraaglijn van een product verschuift niet als....

A
het aantal consumenten stijgt
B
het inkomen daalt
C
de prijs van het product stijgt
D
de behoefte van de consument verandert

Slide 21 - Quiz

De functie van deze vraaglijn is...
A
Qv = 5 -p
B
Qv = 5 + p
C
Qv = -p + 5
D
Qv = p + 5

Slide 22 - Quiz

Ga nu maken:
Opgave 3.7

Slide 23 - Slide

3.2    Aanbod
AANBOD: De hoeveelheid die een producent van een product wil verkopen.

Positief verband: hoe hoger de prijs, hoe meer producten/ diensten er worden aangeboden. 
Ze kunnen immers meer winst maken.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Producentensurplus =
Alles wat de producent meer voor zijn product krijgt dan dat hij ervoor wil hebben. 

Slide 26 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.9 en 3.10

Slide 27 - Slide

Verschuiving langs en van de aanbodlijn, doordat:
langs/op de aanbodlijn
van de aanbodlijn
prijs verandert door een verandering van de vraaglijn
kosten veranderen
aantal aanbieders veranderen
productiviteit verandert

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Consumenten en producenten surplus

Slide 30 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.11en 3.12

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Paragraaf 3.3
Consumentensurplus en producentensurplus in het evenwicht

Slide 33 - Slide

Marktevenwicht
  • Als de aangeboden hoeveelheid groter is dan de gevraagde hoeveelheid, zal de prijs dalen.
  • Als de aangeboden hoeveelheid kleiner is dan de gevraagde hoeveelheid, zal de prijs stijgen.

Zo zal er een prijs ontstaan waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid aan elkaar gelijk zijn.
In het marktevenwicht is het TOTALE SURPLUS maximaal

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 3.13
Opgave 3.14 en 3.15 klassikaal

Slide 36 - Slide

Volkomen concurrentie, volledige mededinging

Slide 37 - Slide

Ga nu maken:
Opgave ..

Slide 38 - Slide