Bk1 H4, par 4.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

H4 meten

Par 4.1 eenheden 

Doelen van deze les

Ik kan x en : sommen uitrekenen met een kommagetal

Ik weet wat eenheden zijn. 

Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 

Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

2,3 x 10 =

1. 0,023
2. 0,23
3. 2,3
4. 23

4,56 x 100 =

1. 0,456
2. 4,56
3. 45,6
4. 456

2,3 x 1000 =

1. 23
2. 230
3. 2 300
4. 23 000

2,3 x 1000 =

1. 23
2. 230
3. 2 300
4. 23 000

4,56 : 10 =

1. 0,456
2. 4,56
3. 45,6
4. 456

20,6 : 100 =

1. 20,6
2. 2,06
3. 0,206
4. 0,0206

210 : 1000 =

1. 21,0
2. 0,210
3. 210
4. 210 000

Eenheden (blz. 78)

Eenheden

kg, g 

km, m, cm, mm

㎡

l, ml

km/uur, m/s

Grootheden

gewicht

lengte

oppervlakte

inhoud

snelheid

Afkortingen eenheden

kilometer = km                                 liter = l

meter = m                                       milliliter = ml

centimeter = cm

milimeter = mm                       kilometer per uur = km/uur

                                            meter per seconde = m/s

kilogram = kg

gram = g

 

aantal

240

aantal

Waarde van de woorden 

 

aantal

240

aantal

kilo            = duizend              = 1000

hecto         = hecto                 = 100

deca          = tien                   = 10

deci           = een tiende          = 0,1

centi          = een honderste     = 0,01

milli           = duizendste          = 0,001

Lengte

gewicht

inhoud

snelheid

Tijd

Temperatuur

Een brugklasser weegt ongeveer ... kg?

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

Een auto op de snelweg rijdt ongeveer ... kilometer per uur.

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

Een huis is ongeveer ... meter hoog.

1. 9
2. 42
3. 120
4. 200

2,5 uren = ... minuten

1. 250
2. 150
3. 2,5
4. 180

1,5 dag = ... uren

1. 12
2. 24
3. 36
4. 48

20 weken = ... dagen

1. 7
2. 21
3. 91
4. 140

Gijs en Daniël zijn tweelingbroers.
Gijs zegt dat hij 1,63 m lang is.
Daniël zegt dat hij 163 cm lang is.
Wie is het grootst?

1. Gijs
2. Daniël
3. Geen van beide
4. Ze zijn evenlang

Vul je naam in voor de aanwezigheid.

Opdracht 

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Vul in: cm, ℃, ml, g, minuten

a. Neem 400 ... koolvisfilet.

b. Neem 4 stukken aluminiumfolie van 50 ... lang.

c. Gebruik 20 ... zonnebloemolie.

d. Zet de oven op 200 ...

e. Maak de vispakketjes in 30 ... klaar.

 

aantal

240

aantal

Welke eenheid hoort er bij de weegschaal?

1. graden Celsius
2. hectare
3. kilogram
4. millimeter

Huiswerk 

Maak par 4 voorkennis

Wanneer je een som niet begrijpt kun je altijd even een berichtje sturen.

Klaar? Maak een foto van je antwoorden en stuur deze foto naar [e-mail]

Kaderoefeningen

omtrek

Omtrek, lengte van alle 'randen'  bij elkaar optellen

Berekening noteren in BM

Soms worden niet alle maten gegeven