elektriciteit in huis par. 7

Elektriciteit in huis
Lesplanning
  1. voorkennis test vorige les
  2. Uitleg 'de elektrische huisinstallatie´
  3.  Warmte-ontwikkeling
  4. Aan de slag.
  5. huiswerk bespreken 
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Elektriciteit in huis
Lesplanning
  1. voorkennis test vorige les
  2. Uitleg 'de elektrische huisinstallatie´
  3.  Warmte-ontwikkeling
  4. Aan de slag.
  5. huiswerk bespreken 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les
- kun je de begrippen overbelasting, kortsluiting, zekering, aardlekschakelaar, spanningsdeling beschrijven en toepassen.
- kun je uitleggen waarom alle stopcontacten in huis parallel zijn aangesloten op de meterkast.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Veilig thuis 
Welke gevaren kun je thuis verwachten als je er bezig bent met het gebruik maken van elektrische energie?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

gevaarlijke situaties
  • brand door verhitting van draden en apparaten
  • stroom lopen door je ichaam
  • kortsluiting 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huisinstallatie
  • hoofdzekering
  • elektriciteitsmeter
  • hoofdschakelaar
  • aardlekschakelaar
  • groepen met zekering
video
Er staat een verhelderende video op de onlineomgeving van Overal Natuurkunde

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zit er in de meterkast?
Hoofdzekering:
Controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat. 

Kilowattuur-meter:
Deze meet hoeveel elektrische energie je in huis gebruikt.

Aardlekschakelaar:
Deze controleert of er ergens in huis stroom lekt. 
In dat geval verbreekt het de stroomkring.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitleg hoofdzekering fig. 64 b

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aardlekschakelaar

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zekeringen
Elke groep heeft een zekering, ook wel de groepszekering, die de stroom afsluit bij een te hoge stroomsterkte (16 A).

Op deze manier wordt de kans op brand
verkleint bij overbelasting.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Veiligheids voorziening meterkast      
     ZEKERING
- Voor elke groep een eigen groepszekering (installatieautomaat: hefboompje dat 'omklapt')
- Als de stroom groter wordt 
   dan 16 A, schakelt groep-
   zekering de stroom uit.
- Dit voorkomt een brand.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fase - 230V
Blauw - nul - 0V
Groen/Geel - aarde - 0V
Zwart - schakeldraad - alleen als deze 'aan' staat.

De aarde draad is met een pen in de grond verbonden.
De nul draad is ook met een pen in de aarde verbonden.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Randaarde

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Randaarde

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aarddraad en randaarde
Metalen apparaten hebben meestal
aarddraad (geel/groen)
Dit is verbonden met het metalen
hulsel.
Daardoor kan de stroom via het 
aarddraad, naar de randaarde, door 
naar de aardlekschakelaar.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kortsluiting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Spanningzoeker
Gebruik een "spanningszoeker" om te controleren of er spanning op een draad staat.
- metalen stift
- weerstand
- lampje
- contactpunt

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Spanningszoeker

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De spanningszoeker

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Een groepenkast in de meterkast bestaat uit
A
Groepenschakelaars
B
Groepenschakelaars + Zekerkingen
C
Groepenschakelaars + Zekeringen + Aardlekschakelaar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een zekering verbreekt alleen de stroomkring bij overbelasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les
- kun je de begrippen overbelasting, kortsluiting, zekering, aardlekschakelaar, spanningsdeling beschrijven en toepassen.
- kun je uitleggen waarom alle stopcontacten in huis parallel zijn aangesloten op de meterkast.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Uitleg warmte ontwikkeling

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opgave Kachel
Vraag a Individueel maken

timer
4:00

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Opgave Kachel
Vraag b tweetallen overleggen

timer
4:00

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Opgave Kachel
Vraag c Individueel maken

timer
4:00

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Opgave Kachel
Vraag d tweetallen overleggen

timer
8:00

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen erbij pakken
Welke leerdoelen hebben we vandaag besproken?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
vragen over opgaven stellen
HW maken
Werken aan verslag

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De transformator

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De transformator

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Formule:

Formule voor een transformator



Een transformator:
Dit kun je ermee:

De spanning of het aantal windingen uitrekenen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Zekering - beveiliging

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les
kan je de stroomsterkte, spanning en weerstand berekenen in serie- en parallelschakelingen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
vragen stellen over opgaven
werken aan hw
werken aan verslag



Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Overbelasting:
Wat gebeurt er met de totale weerstand tussen punt P en Q wanneer je meer weerstanden parallel schakeld?

A
neemt toe
B
blijft gelijk
C
neemt af

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Er wordt een schakeling gebouwd met drie identieke weerstanden en een voeding. Deze schakeling is een ...
A
serieschaking
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Opdracht applet
parallelschakeling

Slide 38 - Slide

  • Regels formuleren voor spanning, stroomsterkte en weerstand in een parallelschakeling.
  • Welk lampje brandt feller?
  • Als de weerstand van lampje A toeneemt..
    - Wat gebeurt er met de stroomsterkte?
    - Wat gebeurt er met de spanning over lampje A, en met de spanning over lampje B?

Serieschakeling
30
6
4
30
3
6,7
0,5
0,6
0,2

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Serieschakeling
Itot=I1=I2=...
Utot=U1+U2+...
Rtot=R1+R2+...

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Parallelschakeling
30
6
4
30
3
6,7
0,5
0,9
0,3

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Parallelschakeling
Itot=I1+I2+...
Utot=U1=U2=...
Rtot1=R11+R21+...

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

De vier lampen in de onderstaande schakelingen zijn gelijk. Welke schakeling geeft meer licht?
A
Schakeling I
B
Schakeling II
C
De schakelingen geven evenveel licht.

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Helena heeft twee lampjes:
P: 14 V/ 0,7 A
Q: 18V / 0,5 A
In welke schakeling kunnen beide lampjes volgens de specificaties branden als de waarde van de getekende weerstand juist wordt gekozen.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions