G1 - Cours 19 - Unité 2 - Prononciation apprendre 5+6

Bienvenue au cours de français!
On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... ken ik de uitspraak van apprendre 5 + de klanken -ui / -ie / -oi
  • ... snap ik wanneer ik il/elle/il y a moet gebruiken.
  • ...kan ik een kamer beschrijven + de beschrijving begrijpen.
  • [Extra] ....ken ik het werkwoord 'aller' // ...kan ik in het Frans vragen stellen aan de docent.

timer
1:00
Unité 2 
'Tu habites où?'
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... ken ik de uitspraak van apprendre 5 + de klanken -ui / -ie / -oi
  • ... snap ik wanneer ik il/elle/il y a moet gebruiken.
  • ...kan ik een kamer beschrijven + de beschrijving begrijpen.
  • [Extra] ....ken ik het werkwoord 'aller' // ...kan ik in het Frans vragen stellen aan de docent.

timer
1:00
Unité 2 
'Tu habites où?'

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Prononciation: Apprendre 5 [ 10 min]
  • Explication: il/elle/ il y a[ 5 min]
  • Parlez: déscription d'une chambre [10 min]
  • Au travail: exercices + corriger! // Extra [15 min]
  • Quizlet Live (en groupes) [10 min]
Les devoirs pour cette semaine - het huiswerk voor deze week
  • Apprendre 5+6 + avoir
  • Exercices: 19,20,21,22,23,24

Slide 2 - Slide

Prononciation: apprendre 5
Klanken om mee te oefenen
  • -ez
  • -ie-
  • -ui-
  • -oi
  • -x/-s/-t/-e/-r/-p/-z

Slide 3 - Slide

Voilà un garçon, ...... est sympa.
A
il
B
elle
C
il y a
D
on

Slide 4 - Quiz

Voilà une chambre, .........est grande.
A
il
B
elle
C
il y a
D
on

Slide 5 - Quiz

..........deux vélos dans le jardin.
A
il
B
elle
C
il y a
D
on

Slide 6 - Quiz

..........une grande cuisine!
A
il
B
elle
C
il y a
D
on

Slide 7 - Quiz

Explication: il / elle / il y a
Il (hij) - gebruik bij: le / un / l' (m)
> je gebruikt dit om mannelijke zelfst.nw / personen te beschrijven.
> Voilà un garçon. Il  s'appelle George. 
> Voilà un jardin. Il est grand.
Elle (zij) - gebruik bij: la / une / l' (v)
> je gebruikt dit om vrouwelijke zelfst.nw / personen te beschrijven.
> Voilà une fille. Elle s'appelle Sophie.
> Voilà une cuisine. Elle est grande.
Il y a (er is / er zijn) - gebruik als je wil zeggen dat er iets is
> Il y a une chambre  = Er is een  (slaap)kamer
> Il y a deux chaises dans la chambre = Er zijn twee stoelen in de (slaap)kamer.

Slide 8 - Slide

Vocabulaire:
Dans une chambre
> Stylo + cahier (pen+schrift)
> 5 min om deze woordjes te leren

Tip:
1. Schrijf op NL+FR
2. Teken een slaapkamer,
met deze woorden erin
3. Lees, hardop,schrijf,overhoor
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Parlez:
Description chambre
In duo's
  • A. met rug naar scherm
 (laptop dicht)
  • B. met gezicht naar scherm
  • A. Beschrijft - in het Frans- 
    de kamer die je ziet.
  • B. schrijf in het Nederlands op,
    wat voor kamer het is +
    wat er in die kamer staat.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Parlez:
Description d'une chambre
Personne A beschrijft!
> maak complete zinnen.




> Klaar? Wissel van rol.
Je krijgt hierna een nieuwe
foto.
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Parlez:
Description  d'une chambre
Personne B beschrijft!
> maak complete zinnen.




> Klaar? Herhaal nog eens
de woordjes uit dit plaatje.
timer
2:00

Slide 12 - Slide

Au travail!
  • Faites: Exercices 19,20,21,22,23,24 (Unité 2)
    > kijk zelf -kritisch!- na via HBL ELO,> moet deze les af zijn.
    > iedereen met 6 of lager = alles verplicht
    > iedereen tussen 6 en 8 = allemaal aangeraden
    > iedereen met 8 of hoger = 19,21,22,24 verplicht.
  • Apprenez: apprendre 5+6 (Unité 2)
Fini? > Ga naar volgende slide, en werk aan de 'Extra' opties.
timer
8:00

Slide 13 - Slide

Extra!
  1. Werk aan je tâche "Mon quartier, ma maison et ma chambre'
  2. Leer het werkwoord 'aller' (gaan) op p.118 & oefen met 'avoir, être + aller' op www.verbuga.eu 
     [maak zelf zinnen met het werkwoord, laat checken bij docent]

  3. Klassentaal. Leer wat je in het Frans in de klas kunt horen / zeggen. Doe dit via deze Quizlet:
    https://quizlet.com/nl/307154584/klassentaal-jaar-12-flash-cards/
    > Tip, oefen met het geluid de uitspraak. Oefen af en toe bij docent ;-)


Slide 14 - Slide



Geen internet/telefoon?
> Doe actief mee met buurman/buurvrouw

Slide 15 - Slide

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ....
... ken ik de uitspraak van apprendre 5 + de klanken -ui / -ie / -oi
... snap ik wanneer ik il/elle/il y a moet gebruiken.
...kan ik een kamer beschrijven + de beschrijving begrijpen.

Les devoirs:
 ex. 19,20,21,22,23,24
Apprendre 5+6+avoir (Unité 2)

Slide 16 - Slide