1D Brugklas Schrijven en presenteren

1 / 70
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 70 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1D Brugklas periode 3

Schrijven
Presenteren

Slide 2 - Slide

Lesprogramma kwintaal 3
Schrijfopdrachten
  • Nieuwsbericht
  • Column
  • Recensie bij je leesboek

Presenteren in duo's
  • Journaal maken en presenteren van drie schrijfopdrachten

Cijfer kwintaal 3: 50% schrijfvaardigheid (je kiest één geschreven tekst in voor een cijfer)
                                    50% duopresentatie (drie artikelen kiezen, van elke tekstsoort één) 

Lezen
  • Volgende boek lezen van je leeslijst (over dit boek schrijf je een recensie)
  • Literatuurgeschiedenis: Karel ende Elegast


Blokuur:
Leesboek mee
Read-to-me voorleeswedstrijd

Elke les:
Schrift, pennen voor de schrijfopdrachten
Lesboek Talent

Slide 3 - Slide

Nieuwsbericht
DUO - OPDRACHT




Lesboek 1A 
Maak opdracht 4 a t/m f - bladzijde 130
Ga op zoek op internet naar nieuwsberichten die volgens jullie op dit moment 'actueel' en/of interessant zijn. Kies minimaal drie berichten uit.

Per duo:
Vertel kort waar je het nieuws hebt gevonden en welke nieuwsbericht het meest interessant is en waarom.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Nieuwsbericht
Journalisten vertellen verhalen die betrouwbaar en onafhankelijk zijn, en het is van groot belang dat deze verhalen een zo volledig mogelijke weergave van een gebeurtenis of situatie bieden. 
Om dit te bereiken, maken journalisten gebruik van de '5W1H-methode'. 

Deze methode is een handig hulpmiddel om belangrijke vragen te beantwoorden:

Wie - over wie gaat het nieuwsbericht?
Wat - wat is er precies gebeurd?
Waar - op welke locatie vond de gebeurtenis plaats?
Wanneer - op welke datum heeft iets plaatsgevonden of gaat iets plaatsvinden?
Waarom - wat is de reden achter de gebeurtenis?
En tot slot:
Hoe - op welke manier heeft het plaatsgevonden?
Opdracht:

Neem de drie nieuwsberichten die jullie hebben gevonden en geeft antwoord op de 5W+1H-vragen. 
timer
6:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Lesplanning
Lesuur 1
Jeugdjournaal kijken
Nieuwsbericht: 5W+1H methode

Lesuur 2
Lezen in je leesboek

Slide 7 - Slide

Nieuwsbericht '5W1H-methode'. 
Journalisten vertellen verhalen die betrouwbaar en onafhankelijk zijn, en het is van groot belang dat deze verhalen een zo volledig mogelijke weergave van een gebeurtenis of situatie bieden. 
Om dit te bereiken, maken journalisten gebruik van de '5W1H-methode'. 

Deze methode is een handig hulpmiddel om belangrijke vragen te beantwoorden:

Wie - over wie gaat het nieuwsbericht?
Wat - wat is er precies gebeurd?
Waar - op welke locatie vond de gebeurtenis plaats?
Wanneer - op welke datum heeft iets plaatsgevonden of gaat iets plaatsvinden?
Waarom - wat is de reden achter de gebeurtenis?
En tot slot:
Hoe - op welke manier heeft het plaatsgevonden?





Maak aantekeningen tijdens het kijken naar het Jeugdjournaal. Noteer de 5w+1h van de nieuwsitems van het journaal.
Kies een onderwerp uit van het jeugdjournaal en schrijf een kort nieuwsbericht. Gebruik daarbij je aantekeningen!

Slide 8 - Slide

Kenmerken nieuwsbericht
  • Duidelijke titel/kop
  • Stijl (manier van schrijven): zakelijk en feitelijk. Jij was er niet bij toen het gebeurde!
  • Alinea-indeling
  • Belangrijkste (wie, wat, waar, wanneer) in eerste alinea, belangrijkste van elke alinea in eerste zin (kernzin). = oprolbaar schrijven: baas van de krant (redactie) kan bericht inkorten.
  • Slot: Maak een passend einde aan je artikel. Daarin laat je de hoofdgedachte nog eens naar voren komen in de vorm van een conclusie of samenvatting, De laatste zin is belangrijk, dat is wat de lezer onthoudt. 
"oprolbaar schrijven":  stel je voor dat een nieuwsbericht een rol papier is. Als je de onderste stukjes eraf haalt, blijft de belangrijkste informatie nog steeds over. Dit is handig als er opeens belangrijk nieuws is en je het bericht korter moet maken.

Slide 9 - Slide

Ordenen
  • Een nieuwsbericht schrijven is een vak apart. Je begint namelijk niet bij het begin van een verhaal, maar in het midden.
  • Een goed nieuwsartikel bouw je op volgens de ‘stroomstoringmethode’.
  • Het belangrijkste komt bovenaan
  • Oprolbaar schrijven
Stroomstoring
Amerikaanse burgeroorlog:  telegrafisten in morsecode. De telegrafisten meldden daarom in de 1e regel meteen het belangrijkste nieuwsfeit. 
De informatie die daarna het belangrijkste was, kwam in de tweede regel etcetera. 
Als de stroom uitviel, had de ontvanger in ieder geval het meest urgente nieuws gelezen.
Tegenwoordig is oprolbaar schrijven erg belangrijk. Ook al hebben we geen last meer van stroomstoringen, mensen kunnen nog steeds stoppen met lezen omdat ze worden afgeleid door bijvoorbeeld hun telefoon.

Slide 10 - Slide

Nieuwsbericht '5W1H-methode'
DUO-OPDRACHT
Maak aantekeningen tijdens het kijken naar het Jeugdjournaal. Noteer de 5w+1h van de nieuwsitems van het journaal.
Kies een onderwerp uit van het jeugdjournaal en schrijf een kort nieuwsbericht. Gebruik daarbij je aantekeningen!

timer
5:00

Slide 11 - Slide

LEERDOELEN
Ik weet wat feiten en fabels zijn
Ik weet het verschil tussen feiten en meningen
Ik kan feiten checken op betrouwbaarheid en waarheid.


Slide 12 - Slide

Huiswerk 15 januari
Nieuwsbericht 2.10 lezen theorie blz. 129
Opdrachten (blz. 130+131):
3 a t/m d
6 a t/m c (nieuwsberichten vergelijken*)
7 a t/m b (voorpagina’s vergelijken*)

*Huiswerk:
Drie nieuwsberichten uitzoeken en meenemen naar de les



Slide 13 - Slide

Lesuur 2

Lezen in je leesboek





Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Huiswerk 15 januari
Nieuwsbericht 2.10 lezen theorie blz. 129
Opdrachten (blz. 130+131):
3 a t/m d
6 a t/m c (nieuwsberichten vergelijken*)
7 a t/m b (voorpagina’s vergelijken*)

*Huiswerk:
Drie nieuwsberichten uitzoeken en meenemen naar de les



Slide 16 - Slide

Nieuwsbericht
6 a t/m c (nieuwsberichten vergelijken*)
7 a t/m b (voorpagina’s vergelijken*)

Ga in groepjes van 4 zitten en bekijk de nieuwsberichten. Bespreek met elkaar de vergelijkingen van de nieuwsberichten en voorpagina's:

1. Wat vond je het meest opvallend aan de vergelijking?
2. Was er iets verrassends of schokkends in de berichten die je hebt gelezen?







timer
5:00

Slide 17 - Slide

Nieuwsbericht
Huiswerk: Drie nieuwsberichten uitzoeken en meenemen naar de les

Kies 2 artikelen uit de groep.
2. Vergelijk deze op basis van:
Onderwerp: Gaat het nieuws over iets in je eigen buurt (lokaal), in heel Nederland (nationaal), of in de wereld (internationaal)?
Bron: Uit welke krant komt het artikel? Denk je dat deze krant een bepaalde mening heeft? Waaraan zie je dat?
Schrijfstijl: Is het artikel zakelijk en zonder mening geschreven (neutraal), of geeft het een duidelijke mening (opiniërend)? Waaraan zie je dat? 
Doelgroep: Voor wie is het artikel bedoeld? Bijvoorbeeld jongeren, volwassenen, of mensen die veel over politiek willen weten?
5W+1H-methode: Is de methode herkenbaar in het artikel? Noteer deze op het blad

Noteer overeenkomsten, verschillen en de 5W+1H-methode van de artikelen op het blad

Elk groepje geeft een korte presentatie over de analyse van de nieuwsberichten.


timer
15:00

Slide 18 - Slide

Nieuwsbericht 
Kies met je groepje een actueel onderwerp of kies uit de volgende onderwerpen:
  • Blauwe bessen van de AH
  • Verbod op social media in Australië
  • Schaatsen op natuurijs
  • Advocaat Taghi zelf voor de rechter


Schrijf een kort nieuwsbericht:
  • Maximaal 100 woorden.
  • Zorg dat je alleen feiten vermeldt, zonder je mening.
  • Kies een pakkende kop.


timer
15:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Lesprogramma 
17-01-2025

Lesuur 1
Nieuwsbericht: 5W+1H methode
Tekststructuur van een nieuwsbericht


Lesuur 2
Lezen in je leesboek

Slide 21 - Slide

Welkom
Hoe schrijf je een nieuwsartikel?

Slide 22 - Slide

LEERDOELEN
Ik weet wat de 5w+1h-methode inhoudt
Ik weet de tekststructuur van een nieuwsbericht



Slide 23 - Slide

STARTOPDRACHT 
noteer de antwoorden in je schrift
1. Wat zijn de vragen bij de '5W1H-methode'?
2. Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht? 
3. Lees de zinnen a t/m e. Maak van de zinnen een goede tekst door ze in logische volgorde te zetten. Noteer de letters in de goede volgorde in je schrift.







Wie - over wie gaat het nieuwsbericht?
Wat - wat is er precies gebeurd?
Waar - op welke locatie vond de gebeurtenis plaats?
Wanneer - op welke datum heeft iets plaatsgevonden of gaat iets plaatsvinden?
Waarom - wat is de reden achter de gebeurtenis?
Hoe - op welke manier heeft het plaatsgevonden?

Slide 24 - Slide

Doel schrijven nieuwsbericht
Een nieuwsbericht is geschreven om de lezer informatie te geven over iets dat recentelijk is gebeurd (informeren).

De lezer goed informeren kan door begrijpelijk te schrijven:
- duidelijk (begrijpt de lezer wat ik bedoel?)
- volledig (staat alles wat de lezer moet weten in het bericht?)

Slide 25 - Slide

De eerste zin. Waarmee begin je?
Op Schiphol heeft een passagier uit Afrika stiekem een chimpansee meegesmokkeld in een hutkoffer. Bij de douane wordt hij aangehouden, maar de aap breekt los en rent naar de aankomsthal. Daar rooft het dier een baby uit een kinderwagen en gaat vervolgens met het kind aan de haal. De aap wiegt het kind alleen in zijn armen en lijkt de baby zelfs kusjes te geven. De chimpansee wordt uiteindelijk met een pijltje verdoofd en gevangen door de politie.  De baby blijft ongedeerd.
Tip: sla het begin over. Begin direct met het belangrijkste.
Opdracht in duo's
Schrijf een kort nieuwsbericht over deze gebeurtenis. Waar begin je als eerste mee? Schrijf dus alleen de eerste zin van het nieuwsbericht.

Geef je artikel een goede kop/titel.

timer
2:00

Slide 26 - Slide

Een geschikte startzin...
Pas hierna leg je uit hoe dat heeft kunnen gebeuren.

Slide 27 - Slide

De titel/kop
* Vaak zonder werkwoord
* Bijna hetzelfde als de eerste zin.

bv. Chimpansee ontvoert baby op Schiphol



Slide 28 - Slide

De lead (wie, wat, wanneer, waar?)
  • Na de eerste zin komt de lead. Met één of twee zinnen trek je de lezer in het verhaal  
  • Je past de 5w+1h-methode: wie? wat? waar? wanneer? waarom? hoe? 
  • Niet alle vragen hoeven in de lead beantwoord te worden. Maar over de wie?’, ‘wat?’, wanneer? en waar? moet je wel meteen duidelijkheid scheppen.
  • De lead begint met een plaatsnaam, deze staat in HOOFDLETTERS


Slide 29 - Slide

Een geschikte lead...

Slide 30 - Slide

De bronnen
Je kunt je bronnen meestal al vermelden in de lead van het nieuwsartikel, bijvoorbeeld op deze manier:

Een loslopende chimpansee heeft op Schiphol een baby uit een kinderwagen geroofd. De baby is ongedeerd gebleven, zo heeft de marechaussee bekendgemaakt.
 
Of later in de tekst...
Vervolgens nam de aap de baby in zijn armen en ging hij op de bagageband zitten. Volgens omstanders wiegde de aap het kind minutenlang in zijn armen en zou het dier ook kusjes hebben gegeven aan de baby.

Slide 31 - Slide

Bedenk met je groepje een goede lead
  • Begin met het nieuws!
  • Verwerk zoveel mogelijk van de WH-vragen in de lead. In ieder geval Wie en Wat. Om wie gaat het? Wat is er gebeurd/gaat er gebeuren? Probeer ook Waar en Wanneer erin te zetten.
  • Begin met de plaatsnaam in HOOFDLETTERS
  • Schrijf zakelijk en feitelijk.

Slide 32 - Slide

Controleer je schrijfstijl en spelling



  • Let op de tijden!
           Ook de tijd waarin je schrijft is belangrijk in een nieuwsbericht. De kop staat meestal in de                tegenwoordige tijd. Dat geeft je artikel urgentie.
              Dus niet:
              Chimpansee ontvoerde baby op Schiphol
               Wel:
               Chimpansee ontvoert baby op Schiphol.
  • Schrijf in actieve zinnen
  • Controleer je tekst op spellingsfouten en verbeter deze.

Slide 33 - Slide

Verleden tijd en voltooide tijd
  • De tekst van een nieuwsbericht staat bijna altijd in de verleden tijd
  • De lead wordt meestal geschreven in de voltooid verleden tijd, omdat je een nieuwsfeit bekendmaakt dat al heeft plaatsgevonden: de chimpansee heeft een kind ontvoerd.

  • Na de lead ga je meestal over je in de onvoltooid verleden tijd. Op die manier ontstaat er meer een verhaal, waarin je de lezer meetrekt. Dus: De chimpansee ontsnapte uit een koffer bij de douane. Het dier liep naar de vertrekhal en ontvoerde een kind.

Slide 34 - Slide

Samenvatting
  • Bepaal het belangrijkste nieuws en begin je bericht daarmee
  • Denk aan de 5 w’s en h.
  • Beantwoord de wie?, wat?, waar? en waarom? in de lead
  • Beantwoord de ‘hoe?’ en ‘waarom?’ in de volgende alinea’s en alle vragen die daaruit voortvloeien.
  • Vergeet je bronnen niet te noemen.
  • Zorg voor soepele overgangen.
  • Controleer je schrijfstijl, spelling en grammatica

Slide 35 - Slide

OPDRACHT
Maak een begin met je nieuwsbericht
Gebruik daarvoor het schrijfschema die in SOM staat
Schrijf je eerste versie met pen en papier

Slide 36 - Slide

Samenvatting
* Bepaal het belangrijkste nieuws en begin je bericht daarmee
Denk aan de 5 w’s en h.
* Beantwoord de wie?, wat?, waar? en waarom? in de lead
* Beantwoord de ‘hoe?’ en ‘waarom?’ in de volgende alinea’s en alle vragen die daaruit voortvloeien.
* Vergeet je bronnen niet te noemen.
* Zorg voor soepele overgangen.
* Controleer je schrijfstijl, spelling en grammatica

Vorige les

Slide 37 - Slide

Kenmerken nieuwsbericht
  • Duidelijke titel/kop
  • Stijl (manier van schrijven): zakelijk en feitelijk. Jij was er niet bij toen het gebeurde!
  • Alinea-indeling
  • Belangrijkste (wie, wat, waar, wanneer) in eerste alinea, belangrijkste van elke alinea in eerste zin (kernzin). = oprolbaar schrijven: baas van de krant (redactie) kan bericht inkorten.
  • Slot: Maak een passend einde aan je artikel. Daarin laat je de hoofdgedachte nog eens naar voren komen in de vorm van een conclusie of samenvatting, De laatste zin is belangrijk, dat is wat de lezer onthoudt. 
"oprolbaar schrijven":  stel je voor dat een nieuwsbericht een rol papier is. Als je de onderste stukjes eraf haalt, blijft de belangrijkste informatie nog steeds over. Dit is handig als er opeens belangrijk nieuws is en je het bericht korter moet maken.

Slide 38 - Slide

Nieuwsbericht
Nieuwsbericht

Slide 39 - Slide

Startopdracht
Een journalist moet feitenkennis hebben om te kunnen inschatten of bepaalde informatie gepubliceerd moet worden of niet.

Schrijf op: 
Wat is een feit? 
Wat is een mening? 

Groep 1 Feiten: Noteer zoveel mogelijk feiten. Voorbeeld: We wonen in Nederland.
Groep 2 Mening: Noteer zoveel mogelijk voorbeelden van meningen. Voorbeeld: Het eten van vlees is zielig. 

LET OP je mening moet over iets algemeens gaan en niet over personen!!

Als de tijd voorbij is, bespreek je met een ander groepje of je het eens bent dat het een feit of mening is
timer
3:00

Slide 40 - Slide

Quiz: feit of fabel?
Je krijgt enkele beweringen. Als je denkt dat het een feit is, doe je de groene post-it omhoog. Als je denkt dat het een fabel is, doe je rode post-it omhoog!
Feit = groen      Fabel = rood

Beweringen
1. Tv-kijken is slecht voor je ogen 
2. Hersenen van vrouw zijn kleiner dan die van mannen 
3. Van te weinig slaap, krijg je zin in snacks 
4. Van gewelddadige games word je agressief 
5. Zoete drop is zouter dan zoute drop                  
6. In Japan eten ze chocoladesaus bij de friet.



FEIT
Vaak zit er in zoete drop meer zout dan in zoute. Het zout helpt de smaak te versterken
FABEL
Veel ouders zeggen het, maar uit geen enkel onderzoek is gebleken dat veel staren naar een scherm slecht is voor je ogen.
FEIT
Toch presteren mannen en vrouwen hetzelfde. Dit komt omdat vrouwen efficiënter omgaan met hun hersenen. Het formaat van je hersenen zegt niet zoveel over hoe goed je hersnen werken.
FEIT
Rond Valentijnsdag kun je een McChoco Potato bestellen.
Feit
Wie vaak agressieve games speelt, heeft een grotere kans
zelf agressief te worden. Dat zegt de Amerikaanse professor Brad
Bushman, die veel wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan naar
dit onderwerp. Ook volgens dr. Peter Nikken van het Nederlands
Jeugdinstituut kan mediageweld effect hebben op de emoties, de
houding en het gedrag van kinderen van verschillende leeftijden
FEIT 
Een slaaptekort geeft inderdaad trek. Uit onderzoek is
gebleken dat al na één nacht van minder dan vijf uur slaap een
verstoring van het hongerhormoon optreedt. Op de langere duur
kun je zelfs overgewicht krijgen door chronisch slaaptekort.
Welke beweringen vonden jullie lastig?
Wat kan je doen om te controleren of een bewering een feit of fabel is?

Slide 41 - Slide

Om te checken of een verhaal klopt, moet je als journalist vooral nieuwsgierig zijn. Een journalist doet zijn uiterste best om alle details te controleren en het verhaal helemaal juist te maken. Het doel is om zo veel mogelijk informatie te verzamelen en ervoor te zorgen dat het verhaal compleet is. Journalisten doen dit door......

Ieder duo kiest een bewering. Verzamel zoveel mogelijk feiten en meningen over de bewering. Noteer de feiten, meningen, bronnen etc. Hoe hebben jullie aan waarheidsvinding gedaan zoals bronnen checken?
1. Vapen is net zo schadelijk als roken
2. Social media is schadelijk voor jongeren.
3. Steeds meer kinderen zijn hoogbegaafd.
4. Striktere regels zijn nodig om online pesten tegen te gaan.
5. Klimaatverandering veroorzaakt extremere weersomstandigheden, zoals hittegolven en overstromingen



Klaar? 

Slide 42 - Slide

NIEUWSBERICHT
Wat is een feit? 
Een feit is iets waarvan je zeker weet het waar is. Het is controleerbaar.  Dit doe je door onder andere betrouwbare bronnen te checken

Wat is een mening? 
Een mening is wat iemand ergens van vindt. Meningen kunnen verschillen. Feiten niet!


Slide 43 - Slide

* Bepaal het belangrijkste nieuws en begin je bericht daarmee
Denk aan de 5 w’s en h.
* Beantwoord de wie?, wat?, waar? en waarom? in de lead
* Beantwoord de ‘hoe?’ en ‘waarom?’ in de volgende alinea’s en alle vragen die daaruit voortvloeien.
* Vergeet je bronnen niet te noemen.
* Zorg voor soepele overgangen.
* Controleer je schrijfstijl, spelling en grammatica

Slide 44 - Slide

OPDRACHT
Vorige les: Schrijf je eerste versie van je nieuwsbericht

Deze les: 
  • Wissel je nieuwsbericht uit met je buurman of buurvrouw.
  • Geef feedback aan elkaar. Gebruik het feedbackformulier. Wees kritisch!
  • De feedback verwerk je in je nieuwsbericht en je schrijft een nieuwe aangepaste versie

Als je je nieuwsbericht inlevert voor een cijfer, dan schrijf je deze over op JDW-papier


Slide 45 - Slide

FEEDBACKRONDES
FEEDBACKRONDE 1 - Vorm
FEEDBACKRONDE 2 - Inhoud
FEEDBACKRONDE 3. Formulering
FEEDBACKRONDE 4. Taal- en Spelfouten


Bewaar je feedbackformulier goed om je tekst te herschrijven.

timer
3:00

Slide 46 - Slide

COLUMN

Slide 47 - Slide

STARTOPDRACHT 
Waar denk je aan bij het woord column?

Slide 48 - Mind map

COLUMN
Lees deze twee columns:
Welke column vind je leuker? Leg uit waarom

Slide 49 - Slide

Column

Slide 50 - Slide

COLUMN
Wat is column?
  • Een column is een soort journalistieke tekst waarin een schrijver, de columnist, zijn of haar persoonlijke mening, gedachten, observaties of ervaringen deelt over actuele onderwerpen, gebeurtenissen of algemene zaken. 
  • Ze kunnen humoristisch, kritisch, informatief of emotioneel van aard zijn. 
  • Het doel van een column is meestal om de lezer aan het denken te zetten, te amuseren of te informeren, vaak met een persoonlijke en herkenbare toon. 
  • Columns worden regelmatig gepubliceerd in kranten, tijdschriften of online platforms.



Slide 51 - Slide

Column: waar kan je over schrijven?

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

COLUMN 
Van het nieuws naar je eigen ervaring
  • Check verschillende nieuwssites om te zien wat er nu speelt in Nederland.
  • Speur het nieuws af naar onderwerpen die jou raken of iets met je leven te maken hebben.
  • Bekijk wat de grote Nederlandse media momenteel bespreken en kies een onderwerp dat je aanspreekt.
  • Zoek naar het meest besproken nieuws van vandaag en kijk wat voor jou relevant voelt.

 

Slide 54 - Slide

COLUMN 
Van een ervaring naar het nieuws
  • Kies dan een concrete gebeurtenis (echt gebeurd) uit jouw leven waarvan je denkt dat die voor meer mensen juist nu interessant is, omdat die iets zegt over de tijd (of het land) waarin we leven.
  • Kies een gebeurtenis die jou aan het denken heeft gezet (want die zal vast ook voor je lezers interessant te maken zijn).
 

Slide 55 - Slide

COLUMN 
Voordat je begint, is het handig om deze dingen op een rijtje te hebben:

  • Welke gebeurtenis je gaat gebruiken (iets uit het nieuws of uit je eigen leven).
  • Welk groter onderwerp daarbij hoort en waarom dat belangrijk is.
  • Wat je erover weet en wat je daarvan wilt vertellen.
  • Welke mening of gedachte je wilt delen.

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

OPDRACHT
Opdracht 1: Criteria van een column
Zoek op het internet een definitie van het begrip Column en noteer drie criteria waar een column aan moet voldoen.

Opdracht 2: Vergelijken van columns
Noteer per column minstens drie positieve punten die dit een goede column maken: wat maakt dit een goede tekst?

Opdracht 3: Top 3 Criteria van een column
Bespreek jouw punten met je buurman of buurvrouw. Vergelijk de punten die jullie hebben genoteerd en kom samen tot een top drie van punten waar een goede column aan voldoet. Deze top drie bespreken we klassikaal en verwerken we in een beoordelingsmodel.



Slide 58 - Slide

COLUMN

Slide 59 - Slide

Criteria column
Vorige les:
Definitie van het begrip Column  opgezocht
Vergelijken van columns
Criteria van column bepaald


Een column is een korte tekst die ongeveer een kolom in beslag neemt (vandaar de naam). In een column geeft de schrijver zijn of haar mening over iets. Dit kan gaan over nieuws, de maatschappij of iets persoonlijks. Een columnist schrijft over wat hij of zij zelf interessant vindt. Een column is bedoeld om lezers te informeren of te vermaken

Slide 60 - Slide

Lesdoel column
Lesdoel
Ik kan een column beoordelen aan de hand van opgestelde criteria.
Ik kan de criteria voor een goede column toepassen op mijn eigen tekst en mijn column verbeteren.



Slide 61 - Slide

DUO-OPDRACHT
  • Je krijgt per duo enkele columns van leerlingen uit vorige schooljaren
  • Bekijk de columns en beoordeel of de column  aan de criteria voldoet.
  • Sorteer de columns van beste column naar minst beste column
  • Noteer per column wat goed is volgens de criteria en wat minder goed is en verbeterd kan worden.
  • Kies een column die jullie minder sterk vonden. Zoek een specifieke passage (deel van de column) die jullie willen verbeteren. Schrijf deze passage opnieuw zodat deze pakkender of leuker wordt.

Je mag op de columns schrijven.
timer
20:00

Slide 62 - Slide

COLUMN
Bedenk je eigen column
Nu ga je nadenken over je eigen column!
1. Waar wil jij over schrijven?
2. Hoe begin je jouw column? (bijv. een leuke ervaring, een stelling, een grap?)
3. Wat wil je de lezer meegeven?
4. Hoe eindig je jouw column?

Heb je al een versie van je column geschreven, waar kan je deze verbeteren? Voldoet jouw eerste versie aan de criteria?
Schrijf, schrap en schaaf aan je eerste versie.

Slide 63 - Slide

COLUMN
Bedenk je eigen column
Nu ga je nadenken over je eigen column!
1. Waar wil jij over schrijven?
2. Hoe begin je jouw column? (bijv. een leuke ervaring, een stelling, een grap?)
3. Wat wil je de lezer meegeven?
4. Hoe eindig je jouw column?

Heb je al een versie van je column geschreven, waar kan je deze verbeteren? Voldoet jouw eerste versie aan de criteria?
Schrijf, schrap en schaaf aan je eerste versie.

Slide 64 - Slide

Spelregels voor een column

Trigger jouw doelgroep met een goede opening. Zorg dat ze willen verder lezen, maar geef niet alles weg in de eerste zin.

Zorg voor een slot waar je de lezer met een vraag achterlaat waar ze over na kunnen denken. Maar pas op voor een afgezaagd 'open einde'.

Slide 65 - Slide

Spelregels voor een column

Blijf persoonlijk en gebruik je eigen taal, maar houd wel rekening met je lezers.....

Slide 66 - Slide

Spelregels voor een column

Kies een pakkende titel:  grappig of alarmerend. Schud de lezers maar gelijk wakker!

Slide 67 - Slide

Speeddaten COLUMN
Uitwisselen: Zoek een klasgenoot en wissel jullie eerste versie van de column uit
Lezen & Feedback geven: Lees de column van je klasgenoot aandachtig door en geef gerichte feedback op de volgende punten:

  • Duidelijkheid van het standpunt: Is het onderwerp en de mening van de schrijver helder?
  • Originaliteit en stijl: Is de column creatief en prettig om te lezen?
  • Humor en overtuigingskracht: Werkt de humor goed? Is de column overtuigend?
  • Bespreken: Geef elkaar kort mondelinge feedback. Benoem wat goed werkt en wat beter kan.


Slide 68 - Slide

Mini-redactievergadering
Voorlezen: Een paar leerlingen lezen (een stukje van) hun column voor aan de klas.
Bespreken: Luister goed en denk na over de column. Wat valt je op? Wat werkt goed? Wat kan beter?

Feedback geven, bespreek samen:
  • Is de column duidelijk en boeiend?
  • Is de stijl passend en origineel?
  • Werkt de humor of overtuigingskracht goed?

Discussie: Geef je mening en luister naar anderen. Hoe kan de column nog sterker worden?


Slide 69 - Slide

FEEDBACKRONDES
FEEDBACKRONDE 1 - Algemeen
FEEDBACKRONDE 2 - Titel en inleiding
FEEDBACKRONDE 3 - Middenstuk en slot
FEEDBACKRONDE 4 - Spelling en formuleren


Bewaar je feedbackformulier goed om je tekst te herschrijven.

timer
3:00

Slide 70 - Slide