H5.2 Berekenen

H5.2 Berekenen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

H5.2 Berekenen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Ik kan rekenen met de geluidssnelheid
ik kan uitleggen hoe de echo werkt
ik kan rekenen met een echo

Slide 2 - Slide

leeractiviteiten
doornemen antwoorden 19 t/m 25
uitleg rekenen met geluid
opgaven maken

Slide 3 - Slide

antwoord 
  • 19. waardoor hoor je op de maan geen geluiden?
  • A.  er is geen lucht

  • 20. hoe noem je de snelheid waarmee geluid zich voortplant?
  • B.   geluidssnelheid

Slide 4 - Slide

antwoord 21 waar of niet waar
  • a. als je naar iemand luistert, trillen je trommelvliezen met even hoge frequentie als de stembanden van de spreker
  • waar

  • b. bij hogere temperatuur gaat geluid langzamer
  • Niet waar: het geluid beweegt zich dan sneller.

Slide 5 - Slide

antwoord 21 waar of niet waar
  • c. de snelheid van geluid in ijs is hoger dan in water
  • waar
  • d. als je geluid maakt. trilt de lucht om je heen mee
  • waar
  • e. geluid verplaatst zich wel door water, maar niet door ijzer
  • Niet waar: geluid kan zich ook door vaste stoffen als ijzer voortplanten.

Slide 6 - Slide

antwoord 22
  • a.een hamer op de maan laten vallen, dit hoor je niet. Waarom?
  • Op de maan is geen lucht, dus geen tussenstof om een geluidstrilling door te geven.
  • b. Waarom voel je de klap wel?
  • De trilling werd wel door de grond aan zijn voeten doorgegeven. (grond is de tussenstof)

Slide 7 - Slide

antwoord 23
  • Zet de stof in volgorde van geluidssnelheid, de hoogste voorop
  • Dat gaat in volgorde van afnemende dichtheid: 
  • diamant – zandsteen – olie – aardgas.

Slide 8 - Slide

antwoord 24
In een wave (golf) geef je de beweging door aan de persoon naast je. 
In een geluidstrilling geven de moleculen van de tussenstof de trilling aan de moleculen naast hen door.

Slide 9 - Slide

antwoord 25
  • een vliegtuig hoog in de lucht is op een andere plaats dan dat je verwacht. Leg uit.
  •  In de tijd die het geluid nodig heeft om die afstand af te leggen is het vliegtuig flink opgeschoten.

Slide 10 - Slide

rekenen met de geluidssnelheid
geluidsnelheid in lucht is 343 m/s

geluidssnelheid in water is 1500 m/s

Hiermee kan je de tijd en de afstand uitrekenen

Slide 11 - Slide

formule voor snelheid
v=ts
s=vt
t=vs

Slide 12 - Slide

bereken de afstand
  • Je ziet dat een man met een hamer op een paal in het land slaat. Pas later hoor je de klap.
  • De tijd tussen het zien van de klap en het horen van de klap is 1,4 seconden. Hoe ver staat de man van je af?
  • s=v x t
  • 343 m/s en de klap komt 1,4 seconden later, dus de afstand is 343 x 1,4 = 480,2 meter

Slide 13 - Slide

bereken de tijd
  • Je staat op 200 meter van een huis. Iemand doet de deur hard dicht. Hoe lang duurt het voor dat je dit hoort?
  • geluidssnelheid = 343 m/s
  • afstand is 200 meter
  • t = s /v
  • tijd = 200/343 = 0,58 s

Slide 14 - Slide

Bereken de afstand
  • Schip meet met echo hoe diep de zee is. De echo wordt na 20 ms ontvangen.
  • Hoe diep is de zee?
  • geluidssnelheid in water is 1500 m/s           20 ms = 0,020 s       
  • s = v x t
  • 1500 x 0,02 = 30 meter, maar met echo legt het geluid de afstand 2 keer af, dus de diepte is 15 meter !!!!

Slide 15 - Slide

Bereken de tijd
  • een echoput is 56 m diep. Hoe lang duurt het totdat je de echo hoort?
  • geluidssnelheid is 343 m/s
  • t = s / v
  • bij echo moet geluid de afstand 2 keer afleggen = 112 meter
  • 112 / 343 = 0,327 s

Slide 16 - Slide

opdracht
Wat: blz 189 opgave 26 t/m 29
Hulp: docent 
Tijd: tot einde les
klaar: maak opgave 31 en 32 op blz 190

Slide 17 - Slide