Leukemie

Leukemie 
Haematologie
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Leukemie 
Haematologie

Slide 1 - Slide

Inhoud.
- Lesdoelen
- Wat is leukemie?
- Diagnosestelling
- Behandeling
- Stamceltrasnplantatie.

- Werken aan de werkaart.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Student verwoordt in eigen woorden wat leukemie is.
- Student benoemt de symptomen van leukemie.
- Student legt de behandelmethoden uit.




Slide 3 - Slide

Leukemie

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

7

Slide 7 - Video

01:12
wat gebeurt in het beenmerg bij Leukemie?

Slide 8 - Open question

02:13
Noem 2 verschillen tussen Acute en chronische leukemie?

Slide 9 - Mind map

02:45
AML staat voor
A
Acute Myeloïde Leukemie
B
Agressieve Myeloïde Leukemie
C
Acute Myeline Leukemie
D
Autologe Myeloïde Leukemie

Slide 10 - Quiz

03:46
Welke 2 "pnie"-en, krijg je naast Anemie, als gevolg van Leukemie
(witte bloedcellen, bloedplaatjes)

Slide 11 - Mind map

04:12
Wat is een leukocytose?

Slide 12 - Mind map

05:11
Welke twee vormen van diagnostiek worden uitgevoerd om de diagnose Leukemie te stellen?

Slide 13 - Open question

07:45
Waarom is een Autologe (van jezelf) Stamcel transplantatie bij leukemie niet mogelijk?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Welke bloedcellen zijn het vaakst betrokken bij leukemie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

wat zijn de gevolgen van:
Anemie
Leukopenie
Trombocytopenie

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Complete
remissie.

Slide 27 - Slide

Stamceltransplantatie
  • Autologe stamceltransplantatie;
    van het zichzelf. Eerder ingevroren stamcellen worden teruggeplaatst. 
  • Allogene stamceltransplantatie;
    van een ander. stamcellen van een donor.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

3 fasen CML
  • chronische fase; <10% leukemiecellen
  • acceleratiefase (versnellingsfase 10-19% leukemiecellen
  • blastaire fase >20% leukemiecellen.  Deze fase gaat lijken op de AML; reageert niet meer goed op de behandeling. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

ALL

Slide 34 - Slide

1: inductiefase
2:consolidatiefase
3: onderhoudsfase

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

wetenschappelijk onderbouwd
Clofarabine added to intensive treatment in adult patients with newly diagnosed ALL: the HOVON-100 trial

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

komt vaker bij mannen voor >60

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

CLL
Vaak geen of weinig klachten
Toevalstreffer
Stapelingsziekte, oude B-Lymfocyten worden niet opgeruimd
Behandelingen:
- Chemo
- Antistoffen (monoclonale antilichamen)
- Bestraling beenmerg (Milt / Lymfklieren)


Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Chronische leukemie heeft vaak een gunstigere prognose dan de acute leukemie op jonge leeftijd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quiz

Verbanden
Acute lymfatische leukemie:   - Rijpe B-cellen zijn verantwoordelijk voor de woekering
  
Chronische lymfatische leukemie:   - Philadelphia chromosoom

Acute myeloïde leukemie:   -Wordt vaak gezien bij kinderen van 0 – 14 jaar

Chronische myeloïde leukemie:    -Woekering van voorloperscellen van erythrocyten, granulocyten, monocyten en trombocyten

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Terugkoppeling leerdoelen
Student verwoordt in eigen woorden wat leukemie is.
- Student benoemt de symptomen van leukemie.
- Student legt de behandelmethoden uit.

Slide 51 - Slide

Voor meer info:
https://hematologiegroningen.nl/ 
https://www.hematon.nl/ 

Slide 52 - Slide

En, zijn jullie weer wat wijzer geworden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 53 - Poll